Waarom is het zo belangrijk om afwijkend gedrag te classificeren?
1. Classificatie vormt de basis van wetenschap. Doordat patronen gedefinieerd en geordend
zijn, kunnen wetenschappers verschillende onderzoeksresultaten met elkaar bespreken.
2. Op basis van classificatiesystemen worden belangrijke beslissingen genomen. Zoals welke
medicijnen er voorgeschreven kunnen worden of welke therapie.
3. Classificatie helpt behandelaars om het verloop van een ziekte te voorspellen.
4. Classificatie helpt onderzoekers populaties met gelijksoortige patronen van afwijkend
gedrag, emoties en gedachten onderscheiden. Zo kun je bijvoorbeeld kijken naar de
overeenkomsten en verschillen tussen een depressie en een psychose.
Classificatie van psychische stoornissen:
Wanneer spreek je van een psychische stoornis:
1. Emotioneel lijden (gewoonlijk depressie of angst)
2. Ernstige belemmeringen in het functioneren (problemen op het werk, in het gezin of in de
maatschappij in het algemeen)
3. Gedrag dat kan leiden tot persoonlijk lijden, pijn, invaliditeit, zelfverminking of de dood
4. De belemmering houdt langere tijd aan en past niet meer in een normale reactie binnen een
bepaalde (culturele) context
DSM: diagnostic statistical manual of mental disorders (geestelijk)
DSM beschouwt (net als het biologische model) afwijkende gedragingen als uiting van onderliggende
stoornissen of ziekten. Het gaat er verder van uit dat afwijkend gedrag wordt veroorzaakt door een
complexe interactie van (genetische) aanlegfactoren en omgevingsfactoren.
Verder classificeert de DSM stoornissen, niet mensen. Iemand heeft dus autisme en is geen autist.
DSM is alleen bruikbaar als het betrouwbaar en validiteit bezit.
Betrouwbaarheid: in een psychologische beoordeling de consistentie van een maatstaf of van een
diagnostisch instrument of systeem
Validiteit: de mate waarin een test of diagnostisch systeem de trekken of concepten meet, die hij
geacht wordt te meten
Alle financiering van zorg is gekoppeld aan de DSM. Aan een indicatie wordt een behandeling
gekoppeld en deze wordt gefinancierd.
Doelstellingen DSM:
1. Eenduidigheid over psychische stoornissen. Nu zijn criteria te vaag/ruim wat de validiteit
verlaagt.
2. Betrouwbaar kunnen classificeren
3. Hulpverleners één taal laten spreken
4. Verschil tussen normaal en abnormaal gedrag
Zijn de doelstellingen behaald:
, - Gedeeltelijk, voor punt 2 en 4 nog veel te doen. Qua punt 2 zie je dat verschillende behandelaars
met deze casus en de DSM tot een verschillende classificatie komen, hierdoor is hij dus niet volledig
betrouwbaar.
- Betreft een westerse invalshoek cultuurgebonden. Er wordt verwacht dat er meerdere
invalshoeken komen bijvoorbeeld vanuit Azië of Latijns Amerika.
DSM IV/ 4: categoriale indeling. Je hebt een stoornis of je hebt geen stoornis.
DSM 5: categoriale indeling mét ‘bepalers’:
Bepaler qua ernstgraad (licht matig ernstig)
Bepaler voor aanvullende klachten bij stoornis
Dus DSM 5 is
Meer beschrijvend
Cliënt-specifiek dan de DSM 4
Beschrijft beter de zorgbehoefte van de cliënt
DSM 5 inhoudelijke veranderingen:
1. Pervasieve ontwikkelingsstoornissen wordt Autisme Spectrum Stoornissen (ASS)
2. Post-traumatische stress stoornis is geen angststoornis meer een stess-gerelateerde stoornis
3. De naamgeving van een aantal stoornissen zijn veranderd
DSM 5 kritiekpunten:
1. Uitbreiding van diagnosticeerbare stoornissen:
- diagnostische inflatie: er worden steeds meer gedrag ‘gepathologiseerd’ en hierdoor
ontstaan er ook steeds meer psychische stoornissen
- dit kan leiden tot overdiagnosticering
2. Wijziging in de classificatie van sommige stoornissen
- er zijn een aantal classificaties gewijzigd of in bredere categorieën opgegaan, hierdoor zijn
mensen bang dat ze niet meer de juiste zorg krijgen
3. Veranderingen in de classificatiecriteria voor specifieke stoornissen
- veel classificaties en criteria zijn nog ruimer/ vager geworden
4. Het herzieningsproces
- er is veel kritiek op de geheimzinnigheid waarin de herziening gehuld werd. Ook werd er
weinig theorie/ kennis gebruikt van vooraanstaande wetenschappers en werden de
veranderingen niet duidelijk gedocumenteerd.
Beoordelingsmethoden:
- het klinische interview: meest gebruikte beoordelingsmethode. Deze houdt in dat de behandelaar
en patiënt in gesprek gaan en dat in die interactie de basis ligt van alle verdere interventies. Niet
alleen feiten en gegevens spelen een rol, maar ook emoties en gedrag van de cliënt en emoties van
de interviewer.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kellydelouw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.