100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Private Banking Vermogensbeheer - Financiën en Verzekeringen - Arteveldehogeschool CA$15.34   Add to cart

Summary

Samenvatting Private Banking Vermogensbeheer - Financiën en Verzekeringen - Arteveldehogeschool

 25 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting voor het vak private banking vermogensbeheer. Deze samenvatting is gemaakt aan de hand van de powerpoints. Het vak wordt gegeven door Dhr. Nijsmans

Preview 9 out of 76  pages

  • February 6, 2024
  • 76
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1: Private banking
1 Wat is private banking?
▪ Private banking is vermogensbeheer
▪ Hierbij laat een klant zijn vermogen beheren door een professionele derde partij


1.1 Types vermogensbeheer
▪ Er zijn 3 types van vermogensbeheerder
₋ Kredietinstellingen
 Dit zijn de grootste vermogensbeheerders in België
₋ Beursvennootschappen of effectenbanken
 De partij die vroeger beleggingen mochten doen voor klanten
 Tegenwoordig kleinere partijen dan banken
₋ Onafhankelijke vermogensbeheerders
 Willen vooral het geld beheren van klanten
▪ In België wordt er 483 miljard euro beheerd


1.2 Het doelpubliek
▪ Het doelpubliek zijn vermogende klanten
▪ Vaak is er een minimuminleg vooraleer men klant mag worden
▪ Er zijn 3 subgroepen van vermogensbeheer
₋ Personal banking: vaak éénmalig beleggingsadvies vanaf 150.000 tot 250.000 EUR
₋ Private banking: vaak pas vanaf 500.000 of 1.000.000 EUR
₋ Wealth management: elite met veel extra diensten vanaf 5.000.000 EUR en meer
▪ Hoe meer geld een klant bezit, hoe meer contact en persoonlijke begeleiding die zal krijgen


1.3 Vergoeding voor portefeuillebeheer
▪ Procentuele beheersvergoeding op de portefeuille van de klant is de standaard
▪ Drie andere vergoedingen
₋ Transactiekosten of instapvergoeding
₋ Vaste fee of extra tarief voor begeleiding
₋ Prestatievergoeding zijn zeldzaam
▪ Tarieven beheer
₋ Personal banking: tussen 1 en 2%
₋ Private banking: tussen 0,75% en 1,5%
₋ Wealth management: tussen 0,50 en 1%


1.4 Types portefeuillebeheer
▪ Discretionair beheer
₋ De bankier beslist binnen bepaalde grenzen over de transacties
₋ De bankier moet de klant niet contacteren vooraleer hij iets aankoopt
▪ Adviserend beheer
₋ De bankier geeft enkel advies
₋ De bankier heeft toestemming nodig van de klant
▪ Voor discretionair beheer vraagt men een hogere vergoeding, omdat het meer werk is
▪ Online vermogensbeheer wordt populairder, met lagere tarieven en minder menselijk contact


1

,1.5 De diensten
▪ Het begint met klassieke beleggingen binnen portefeuillebeheer
▪ De focus verschuift wel meer en meer naar het hele vermogen
▪ Private bankiers bieden volgende diensten:
₋ Fiscaal juridische adviezen
₋ Vermogensplanning
₋ Adviezen rond vennootschappen, kunst, vastgoed,…
₋ Concurrentie van financiële planners en family offices
 Een family office gaat controle uitoefenen op de private bankers en de administratie en
planning van vermogen van een rijke familie behartigen


1.6 De verplichtingen
▪ Dit zijn de verplichtingen van een private banker
₋ MIFID I en MIFID II
₋ Ken uw klant (KYC)
₋ Controle op binnenkomende gelden
₋ Verplichte rapportering van rekeningen aan CAP
₋ Meer en meer geen persoonlijk individuele transacties meer doen
₋ Vanaf augustus 2022 werden nieuwe Europese regels van kracht waardoor private bankers
peilen naar de behoefte aan duurzame beleggingen


2 Update september 2023
▪ Op de financiële markten is de rentevoet het belangrijkst
▪ Begin september werd de staatsbon gelanceerd, maar er waren ook alternatieven


2.1 Hogere rente in de VS
▪ Op een bepaald moment is de rente van 3% naar 0% gezakt
▪ Vanaf 2022 was er een boost in de rente van 0,5% naar 4%
▪ In juli 2023 bedroeg de rente maar liefst 4,10%
₋ Vanaf dan kan er worden gesproken van een risicoloze belegging
₋ Als de rente stijgt, dan stijgen de koersen van obligaties




2

,2.2 Inverse rentecurve
▪ De inverse rentecurve houdt in dat de rente op korte termijn hoger is dan rente op lange termijn
▪ De verwachtingen zijn dat inflatie op korte termijn zal stijgen en op lange termijn gaat dalen
▪ De rentes zijn lager op lange termijn door inflatie en slecht zicht op de toekomst




2.3 Bancaire en obligatie alternatieven voor de staatsbon
▪ Bancaire alternatieven
₋ Aantal banken trokken rente op termijnrekening van jaar op om te concurreren met staatsbon
₋ Een termijnrekening is rekening waarop geld geplaatst wordt voor een vooraf bepaalde
duurtijd en na het verstrijken van deze periode kan de spaarder weer vrij beschikken over het
geld en de erop verworven intrest

▪ Obligatie alternatieven
₋ Obligaties zijn fors gedaald, omdat de rentes zijn gestegen
₋ De onderstaande tabel toont aan dat er veiligere beleggingen zijn dan de Belgische staatsbon
₋ Zerobonds waren een interessant alternatief
 Deze geven geen coupon
 Het is een obligatie die niets geeft tussendoor, maar wel alles teruggeeft op het einde
 Met dit soort obligatie kan men enkel geld voordienen als men de obligatie had
aangekocht onder pari en het kan verkopen a pari of boven pari of als men gewoon wacht
tot de eindvervaldag waarop 100% terugbetaald krijgt
 Obligaties noteren in percentage en niet in euro
 Obligaties koop je per bedrag, niet per stuk




3

,2.4 ETF alternatieven voor de staatsbon
▪ Ook een ETF was een alternatief voor de staatsbon
₋ Men moet hierbij wel opletten want het heeft geen einddatum
₋ Men heeft geen garantie op rendement
₋ Een ETF kan men kopen op de beurs, met transactiekosten en beurstaks
₋ Er moet 30% roerende voorheffing betaald worden op rente en meerwaarde


2.5 De nieuwe ETF’s met einddatum
▪ Dit zijn obligatie ETF’s met een terugbetalingsdatum
₋ Er is alsnog geen garantie van terugbetalingsprijs
₋ Er moet 30% roerende voorheffing betaald worden op rente en meerwaarde
₋ Dit is te koop op de beurs zoals andere ETF’s
₋ Momenteel is er nog een beperkte keuze inzake ETF’s met einddatum


2.6 De kapitaliserende aandelen ETF’s
▪ Waarom wel kapitalisatie of accumulatie bij aandelen ETF’s?
₋ Dividenden worden automatisch herbelegd, waardoor de koers van ETF stijgt
₋ Er is een besparing op de roerende voorheffing van 30% en er is geen taks van 1,32%
₋ Er zijn samengestelde rendementen
₋ Men verkrijgt een inkomen door schijfjes te verkopen


2.7 De inflatie in Europa daalt, de kerninflatie blijft hoog
▪ De kerninflatie daalt minder snel dan de algemene inflatie, en dat vooral in Europa
▪ Dat is inflatiecijfer zonder de sterk schommelende prijzen voor brandstof en voedingsmiddelen
▪ De markten verwachten dan ook niet dat het streefniveau van 2% inflatie haalbaar is vóór 2025. En
op de korte en middellange termijn lijkt 3% zelfs realistischer.




2.8 De inflatie in de VS daalt sneller, de kerninflatie ook
▪ De inflatie in de Verenigde Staten is in juni afgekoeld tot drie procent
₋ Dat is het laagste niveau in ruim twee jaar tijd
₋ De kerninflatie neemt ook af, van 5% in mei tot net geen 5% in juni




4

,2.9 Winstverwachtingen zijn laag
▪ Het voorbije jaar hebben de centrale banken de beleidsrente echter sterk opgetrokken om de
recordinflatie te bestrijden, waardoor de nominale en reële rendementen zijn gestegen. Als gevolg
daarvan zijn aandelen minder aantrekkelijk geworden en ging de val van de aandelenkoersen
gepaard met scherpe daling van de koers-winstverhoudingen, vooral in de meest rentegevoelige
sectoren.




2.10 De belangrijkste grafiek: waar gaat de langetermijnrente heen?
▪ In veel landen hebben langetermijnrentes voor de zoveelste keer dit jaar een nieuwe piek bereikt
▪ Amerikaanse tienjaarsrente steeg naar 4,79% hoogste peil sinds 2007, Europa volgde die beweging
▪ Duitse tienjaarsrente klom voor het eerst sinds 2011 naar 2,97 procent en de Belgische rente steeg
naar 3,63 procent, het hoogste niveau sinds 2012
₋ Europese langetermijnrente volgt vaak bewegingen van Amerikaanse langetermijnrente
₋ Als grootste economie hebben de VS een grote invloed op de rest van de werel




5

,6

, Hoofdstuk 2: Portefeuillesamenstelling

1 Reële returns wereldwijde aandelen, obligaties en staatsbons
▪ Van 1900 – 2020: Reële rendementen
₋ Reële rendementen zijn niet hetzelfde als nominale rendementen
₋ Reële rendementen zijn rendementen na inflatie
₋ Klanten kijken altijd naar nominale rendementen, terwijl dit vaak een vertekend beeld geeft
van de werkelijkheid want nominale rendementen bedragen meer dan reële rendementen




2 Een portefeuille samenstellen
▪ Is een portefeuille samenstellen nodig?
₋ Investeringen moeten samen bekeken worden als groep
₋ Als men veel verschillende beleggingen koopt die niet gelijk bewegen, dan kan men het
gemiddelde risico doen dalen
₋ Een combinatie van verschillende aandelen, obligaties en grondstoffen kan zorgen voor een
gemiddelde portefeuille
▪ Het samenstellen van het risicoprofiel
₋ MIFID is een multiple choice test om te zien in welke categorie je komt qua risico
₋ Defensief, dynamisch,…
▪ De kosten van een portefeuille
₋ De kosten voor de klant zijn tegelijk de inkomsten van de bank
▪ Het belang van spreiding
₋ Spreiding van beleggingen is nodig om het risico van je portefeuille te verminderen, maar ook
om deze af te stemmen op de tijd die je ter beschikking hebt
▪ De timing van een belegging
₋ Bij beleggingen is de timing zeer belangrijk om ervoor te zorgen dat men tijdens een bepaalde
marktperiode een belegging voor een gunstige prijs koopt
▪ Het principe van ken – uw – klant
₋ Volgens de wet moeten banken en andere financiële instellingen weten wie hun klanten zijn
en begrijpen wat voor soort betalingen hun klanten uitvoeren


2.1 Het belang van een portefeuille
▪ Volstaat het om één investering te doen
₋ Samenstellen van de juiste portefeuille is belangrijkste, maar moeilijke taak voor elke belegger
₋ Rendement is een belangrijke factor voor beleggers omdat het de basis vormt voor het
beoordelen van het succes van een belegging
₋ Standaarddeviatie zegt iets over de volatiliteit en dus ook over het risico van een belegging
₋ Het is belangrijk om een evenwicht te zoeken tussen risico en rendement


7

,2.2 Het risicoprofiel
▪ Risicoprofiel geeft aan hoeveel risico vermogensbeheerder mag nemen met het kapitaal belegger
₋ Bij aandelen is het belangrijk om te weten of de klant tegen een dalende portefeuille kan
₋ Het helpt om schommelingen in portefeuille om te zetten in euro in plaats van % voor de klant


▪ MIFID – richtlijnen
₋ Financiële instellingen moeten peilen naar het risicoprofiel van de belegger
₋ Zij moeten hun advies daaraan aanpassen
₋ Er zijn 5 verschillende beleggersprofielen
 conservatief
 defensief
 neutraal
 dynamisch
 agressief


2.2.1 De conservatieve belegger
▪ De belegger mijdt risico
▪ Kapitaalbescherming gaat boven alles
▪ Daarom schrikken aandelen en beweeglijke obligaties hem af
▪ De belegger voelt zich beter bij belegging met gegarandeerd of voorspelbaar rendement


2.2.2 De defensieve belegger
▪ De belegger mikt op zekerheid
▪ Veilige, vastrentende waarden genieten zijn voorkeur
▪ De belegger is niet bang van aandelenfonds of een aandeel met aanzien


2.2.3 De neutrale belegger
▪ De belegger compenseert beleggingsrisico’s door ver vooruit te kijken
▪ Aandelen en volatiele investeren zijn goed voor extra rendement, zolang ze in balans zijn met zijn
veilige en vastrentende waarden aan de andere kant
▪ De belegger is niet bang voor een tijdelijke dipje in zijn portefeuille


2.2.4 De dynamische belegger
▪ De belegger durft te vertrouwen op zijn eigen kennis
▪ Hij volgt financiële informatie, investeert in aandelen en kiest voor prestatiegerichte producten
▪ De belegger weet dat koersdalingen deel uitmaken van de evolutie in zijn portefeuille


2.2.5 De agressieve belegger
▪ Belegger gaat resoluut voor hoog rendement
▪ Hij zoekt en vindt overal relevante beursinfo en hij gaat voor de optimale spreiding van zijn
aandelenportefeuille en kiest graag voor speculatieve aandelen
▪ Groeilanden en risicovolle sectoren trekken zijn aandacht




8

, 2.3 De kosten
▪ Kleine verschillen in aangerekende kosten kunnen op lange termijn oplopen tot grote bedragen
▪ Belangrijk om rekening te houden met recurrente en niet – recurrente kosten
₋ Recurrente kosten zijn jaarlijks terugkerende kosten zoals beheersloon en bewaarskosten
₋ Niet – recurrente kosten zijn éénmalige kosten zoals instapkosten


2.4 De diversificatie
▪ Diversificatie kan worden gedefinieerd als ‘niet alle eieren in dezelfde mand leggen’
▪ Diversificatie heeft tot doel het risico te beperken door het geld van de belegger te verdelen over…
₋ Verschillende soorten financiële instrumenten (bv. obligaties, aandelen, liquiditeiten)
₋ Verschillende regio's (bv. Europa, Verenigde Staten, Azië)
₋ Verschillende munten (bv. EUR, USD)
₋ Verschillende sectoren (bv. bank, pharma, technologie, ...)

▪ Het investeren in fondsen of tracker
₋ Fonds of tracker is makkelijk want het zijn verpakte beleggingen die men zo kan kopen
₋ Koopt belegger een fondsenportefeuille, dan koopt hij eigenlijk tientallen of zelfs honderden
verschillende activa. Met een fonds haalt u dus een gediversifieerde portefeuille in huis.
 Het voordeel is dat er geen opvolging nodig is
 Het nadeel is dat er slechts een gemiddelde opbrengst is


2.5 De timing
▪ Oplossingen voor een markttiming probleem
₋ Het bestaande kapitaal niet in één keer beleggen in fondsen
₋ Sparen via een abonnement door een vaste som per maand te sparen


2.6 Start vroeg met beleggen
▪ Elke maand een bedrag sparen
▪ Het doel is vermogen opbouwen
▪ Het is het beste om onmiddellijk te beginnen sparen na ontvangst van eerste loon
▪ Na een tijdje merkt de spaarder dit zelfs niet meer dat hij aan het sparen is


2.7 Het herbalanceren
▪ Herbalanceren brengt portefeuille terug naar het risiconiveau dat past bij financiële doelen
▪ Het doel van herbalanceren is dus het verminderen van risico’s wanneer doel nabij is
₋ Herbalanceren leidt tot hogere rendementen
₋ Herbalanceren zorgt voor discipline
▪ Een voorbeeld van herbalanceren is overschakelen van aandelen naar obligaties


2.8 Het opstellen van financieel plan
▪ Een financieel plan opstellen op maat van de klant, daarbij rekening houden met….
₋ De vermogensbalans van het gezin
₋ Het inkomsten – en uitgavenbudget van het gezin
₋ De beoogde doelen
▪ Belangrijk om te weten hoeveel er maandelijks kan belegd worden


9

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studente456. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for CA$15.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83750 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
CA$15.34
  • (0)
  Add to cart