Hoofdstuk 10: Leeftijdgenoten en vrienden
Verschillende typen peergroup
1. Formele continuïteit: Bv. Sportclub, schoolparlement of jeugdorkest: Alles is gereglementeerd
georganiseerd.
2. Informele continuïteit: Als vrienden op het net communiceren dan is het een informele
continuïteit. Er is sprake van een socialiserende werking. Rekening houden met elkaar,
luisteren, standpunt houden, conflicten oplossen e.d..
a. Drie typen: Vriendschap tussen boezemvrienden en hartsvriendinnen, vriendengroepen
en subculturen.
3. Formele discontinuïteit: Een fanclub die bijeen wordt gehouden door de gezamenlijke
emotioneel geladen verering v/e favo zanger/band. Er is een zekere formele structuur met
contributie/clubblad e.d.
4. Informele discontinuïteit: Vooral negatieve contacten. Bv. Bendes die een buurt terroriseren.
Jongeren die zich tot hiertoe aangetrokken voelen, missen veelal een hechte band met de
ouders. Vaak ongeschreven regels en sprake van leiderschap. Vaak een losse en wisselende
samenstelling. Virtuele netwerken vallen voor een deel onder het informele, discontinue.
Boezemvrienden en hartsvriendinnen
Vrienden lijken vaak op elkaar in de persoonlijkheidseigenschappen extraversie en vriendelijkheid.
Meisjes intiemer, delen meer met elkaar. Jongens doen veel samen.
Overeenkomst tussen jongens- en meisjesvriendschappen: Dominantie, extraversie en
vriendelijkheid. Gelijkwaardigheid en wederkerigheid: Je kan bij elkaar je verhaal kwijt en je
geheimen/problemen delen.
Verschil tussen jongens- en meisjesvriendschappen: Meisjes: Intiemer, delen veel met elkaar.
Jongens doen veel samen.
Vrienden lijken vaak op elkaar in de persoonlijkheidseigenschappen.
Sommige jongeren hebben een denkbeeldige vriendin of vriend. Net zomin als fantasievriendjes wijzen
ze op een tekort in het reële leven. Een denkbeeldige vriend is een extra manier die juist empathisch
begaafde jongeren gebruiken voor zelfreflectie. Het is een coping strategie.
De vriendengroep
Omvang is verschillend. Vaak wel 1 informele leider aan de ene kant, 1 iemand die er een beetje bij
hangt aan de andere kant en de rest er tussenin. Vaak verschillende leeftijden en verschillende scholen
in de vriendengroep.
Belangrijke factoren voor vriendengroepen: Sociaal milieu, seksuele rijpheid,
gemeenschappelijke interesses en hobby’s, overeenkomst in muziekvoorkeur en de
instelling t.o.v. school/leren.
De subcultuur
Verschil vriendengroep en subcultuur: Subcultuur is minder persoonlijk en het verband is losser. Bijv.
skaters. Subcultuur is een categorie en geen verband.
De subcultuur is de referentiegroep voor adolescenten, basis voor een imago.
Bij een vriendengroep en subcultuur gaat het om 2 te onderscheiden groepsvormingen met
verschillende effecten:
Vriendengroep: Sociale vaardigheden leren, luisteren, helpen, leiding nemen, complimenten
geven en plezier hebben met elkaar. Iets over jezelf durver te vertellen, iemand de waarheid
vertellen/je mond houden.
Subculturen: Niet gebaseerd op interactie, maar op reputatie en stereotype. Dragen meer bij
tot identiteitsgevoel van adolescenten.
Het geven van een identiteitsgevoel is een belangrijke functie van een subcultuur voor jongeren uit
minderheidsgroepen. 4 verschillen in stijl en sfeer:
1. Jongeren die zich afsluiten voor dominante cultuur en geheel opgaan in eigen
minderheidscultuur.
2. Jongeren die zich afzetten tegen dominante cultuur, omdat ze zich buitengesloten voelen.
3. Jongeren die meedraaien in de eigen en de dominante cultuur.
4. Jongeren die veel trekken hebben van assimilatie.
De gemengde peergroup
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yanissal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £2.56. You're not tied to anything after your purchase.