1. DOELSTELLINGEN
- Je kan de basiscompetenties van de leerkracht benoemen en staven met een aantal voorbeelden.
- Je kan de domein specifieke leerresultaten linken aan de basiscompetenties van de leraar lager onderwijs.
- Je toont bereidheid om via de opleidingsonderdelen te werken aan de opleiding specifieke leerresultaten.
2. DE LERAAR: EEN GEKEND BEROEP
Positief: iedereen kent het beroep uit eigen ervaringen en eigen onderwijsloopbaan.
Negatief: normatief beeld dat gevormd en geformuleerd wordt vanuit het perspectief van de leerling
➔ Dynamisch karakter
3. BEROEPSPROFIEL VAN DE LERAAR
- Besluit van de Vlaamse regering
- Ideaalbeeld van hoe de “opdracht van een leerkracht” er zou moeten uitzien
- Basiscompetenties voor drie lerarentypen (LKO, LLO, LSO)
4. KWALITEITSCONTROLE IN DE LERARENOPLEIDING
Student LLO moet bij het afstuderen over bepaalde competenties beschikken. Ook moeten alle bachelor- en
masterstudenten learning outcomes of leerresultaten behalen. De basiscompetenties en leerresultaten lopen hand in hand.
a. Basiscompetenties geordend in typefuncties
De leraar als:
- Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- Opvoeder
- Inhoudelijk expert
- Organisator
- Innovator en onderzoeker
- Partner van ouders/verzorgers
- Lid van de schoolgemeenschap
- Partner van externen
- Lid van de onderwijsgemeenschap
- Cultuurparticipant
b. Domein specifieke leerresultatenkader
Kwaliteitscontrole in het hoger onderwijs:
- Domein specifieke leerresultaten: bepalen van resultaten per opleiding
- Lerarenopleiding sterk gelijklopend met basiscompetenties
o Geven het startniveau van de leraar weer
De kaders worden gebruikt:
- Om hun curriculum of opleidingsprogramma vorm te geven
- Overheid controleert de leerresultaten
- Onderwijsvisitatie
Opleiding specifiek leerresultatenkader: dit is de manier
waarop de opleiding op de PXL de verschillende
competenties overzichtelijk tracht te bundelen.
1. DOELSTELLINGEN
- Je kan het Vlaamse onderwijslandschap in het kort schetsen en de belangrijkste principes van ons Vlaams
onderwijssysteem toelichten.
- Je kan aangeven hoe de Vlaamse onderwijsstructuur je rol als leerkracht beïnvloedt.
2. SITUERING
Onderwijsbevoegdheden horen bij de gemeenschappen (Vlaamse-, Franse- en Duitstalige gemeenschap).
➔ Vlaamse minister van onderwijs: Ben Weyts
Federale overheid:
- Leerplichtleeftijd
- Diplomavoorwaarden
- Pensioenen van het onderwijspersoneel
3. ALGEMENE PRINCIPES
a. Leerplicht
Alle kinderen hebben leerplicht.
- Vanaf 1 september van het jaar waarin het kind 5 jaar wordt
o 5-jarige kinderen hebben leerplicht van 290 halve lesdagen (enkel in de kleuterklas)
▪ Gem. schooljaar 320-330 halve lesdagen
▪ Leerplicht begint in de kleuterklas (1 jaar kleuterklas, sinds september 2020)
o Tot 18de verjaardag of 30 juni van het jaar waarin het kind 18 wordt
▪ 12% maakt secundair niet af
- Deeltijds leren kan vanaf 15 of 16 jaar
- Vrijstelling van leerplicht voor kinderen die onmogelijk onderwijs kunnen volgen
- Leerplichtonderwijs is kosteloos
o Enkel voor uitstappen kan geld gevraagd worden
o Max. factuur
▪ Kleuter: 45 euro
▪ Lager: 90 euro
▪ Voor meerdaagse uitstappen: niet meer dan 450 euro over de hele schoolcarrière
- Er is geen schoolplicht: kinderen kunnen thuisonderwijs volgen
o Onderwijsinspectie controleert
o Examens via examencommissie
b. Vrijheid van onderwijs
Vrijheid van onderwijs is vastgesteld in de grondwet. Het is het recht om onderwijs
te organiseren en hiervoor instellingen op te richten.
➔ Inrichtende macht
o Verantwoordelijk voor 1 of meerdere scholen
o Vrij in keuze onderwijsmethode en levensbeschouwing
o Eigen leerplan en lesrooster
o Zelf personeel aanstellen
- Erkenning en financiële steun door overheid
o Er zijn wel eisen rond ET, uitrusting, didactisch materiaal,….
Keuzevrijheid van de ouders: om een school naar keuze te vinden op redelijke afstand van de woonplaats.
c. Onderwijsnetten
Officieel onderwijs: scholen georganiseerd in opdracht van een overheid.
- De Vlaamse regering (Vlaamse gemeenschap)
- De provincies
- De steden en gemeenten
➔ Officieel onderwijs is verplicht tot (levensbeschouwelijke) neutraliteit
Vrij onderwijs: scholen die niet georganiseerd worden door een overheid, maar wel door privé-personen of privé-organisaties
- Confessionele scholen (aan godsdienst gebonden)
- Niet confessionele schole
3 onderwijsnetten, met binnen elk net 1 of meer onderwijskoepels
1) GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (GO)
2) Officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO)
3) Vrij onderwijs (VGO)
GO OGO VGO
Raad van het GO: verenigt alle scholen OVSG: verenigt alle scholen KOV: verenigt alle katholieke scholen
georganiseerd in opdracht van de georganiseerd door een OKO: verenigt vier kleinere koepels
Vlaamse gemeenschap gemeentebestuur *Enkele vrije scholen zijn niet
POV: verenigt alle scholen aangesloten bij een koepel
georganiseerd door een
provinciebestuur
*Vrij onderwijs: scholen georganiseerd
d. Organisatie schooljaar
Duur: 1 september – 31 augustus
Zomervakantie: 1 juli – 31 augustus
Lesweek:
- 28 lestijden van 50 minuten onderwijs en opvoedingsactiviteiten
- Lessen gelijkmatig verspreid over 5 dagen
- Woensdagnamiddag is vrij
4. ONDERWIJSSTRUCTUUR
a. Basisonderwijs
Kleuteronderwijs
- Instapmomenten voor kleuters tussen 2,5 en 3 jaar
- Vanaf 3 jaar geen vaste instapmomenten
- Extra jaar indien niet schoolrijp
Lager onderwijs
- Start meestal op 1 september van het schooljaar
waarin het kind 6 jaar wordt
- Schoolrijpheid
- Taalscreening voor instap (Koala)
- Extra schooljaren mogelijk tot 14 jaar
- Getuigschrift basisonderwijs voor wie de eindtermen
haalt
Buitengewoon basisonderwijs
- Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs
- Toegang enkel mogelijk via een verslag van CLB
- Onderwijs onderverdeeld in types
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noamacario. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £5.61. You're not tied to anything after your purchase.