100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting PB2802: Inleiding in de wetenschappelijke methode £8.56   Add to cart

Summary

Samenvatting PB2802: Inleiding in de wetenschappelijke methode

 4 views  0 purchase
  • Module
  • Institution

In dit document is alle stof samengevat die wordt getoetst bij de module 'Inleiding in de wetenschappelijke methode'. Elke taak is uitgewerkt. De leerdoelen zijn de verschillende kopjes, met daaronder de uitwerking.

Preview 4 out of 33  pages

  • January 20, 2024
  • 33
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Inleiding in de wetenschappelijke methode

Inhoud
Taak 0 ................................................................................................................................... 2
Taak 1 ................................................................................................................................... 4
Taak 2 ................................................................................................................................... 8
Taak 3 ..................................................................................................................................11
Taak 4 ..................................................................................................................................15
Taak 5 ..................................................................................................................................17
Taak 6 ..................................................................................................................................21
Taak 7 ..................................................................................................................................24
Taak 8 ..................................................................................................................................28
Taak 9 ..................................................................................................................................30

,Taak 0
Geef een definitie van kennis in termen van een ware en gerechtvaardigde opvatting.
Een gangbare manier om kennis te definiëren is aan de hand van een aantal (noodzakelijke)
kenmerken. Vaak worden er drie kenmerken gekoppeld aan het concept kennis: 1) het is een
opvatting, 2) de opvatting moet waar zijn, en 3) er moet een rechtvaardiging bestaan voor de
opvatting. Als een opvatting waar is en ik heb een rechtvaardiging ervoor, dan kan de opvatting
‘kennis’ genoemd worden.
Stel bijvoorbeeld dat ik de opvatting heb dat er een ‘paard in de wei staat’. Deze opvatting is 'waar'
als het paard daadwerkelijk in de wei staat. Deze opvatting is gerechtvaardigd als ik gegronde
reden(en) heb om deze opvatting te hebben (ik heb het met mijn eigen ogen gezien, of verschillende
onafhankelijke waarnemers hebben mij verteld dat het paard er staat). Kortom, als mijn opvatting
waar is en ik heb een rechtvaardiging ervoor, dan kan de opvatting ‘kennis’ genoemd worden.
Omschrijf het verschil tussen kennis en een mening.
Een ander soort opvatting, meningen, worden vaak gekenmerkt door gebrekkige rechtvaardiging
voor de opvatting. Het belangrijkste element dat een mening kenmerkt, is dat er geen noodzaak is
om er een sterke rechtvaardiging voor te geven. Om van kennis te spreken, moet er echter wel een
goede rechtvaardiging bestaan voor de opvatting.
Benoem welke vier methoden om tot opvattingen te komen er zijn volgens Peirce. Herken en
formuleer zelf voorbeelden van elk van deze methoden.
Peirce betoogde dat wetenschappelijk onderzoek de beste methode is om van twijfel af te komen,
maar ook dat er, naast wetenschap, alternatieve methoden zijn. Andere methoden om wankelingen
in je opvattingen te voorkomen of op te lossen waren volgens hem: volharden en vermijden,
autoriteit en de a-priori-methode.
- Methode van volharden en vermijden: De methode van volharden en vermijden houdt niets
anders in dan dat we alle situaties en personen die twijfel in ons kunnen oproepen, uit de weg
gaan.
- Voorbeeld: Wanneer iemand zich afzondert van sociaal contact en televisie, internet en krant
buiten de deur houdt, dan is het in principe mogelijk een leven te leiden zonder ooit je
overtuigingen te hoeven veranderen. Of dat praktisch wenselijk is, is een andere vraag. Een
meer herkenbaar voorbeeld van deze methode betreft mogelijke interacties op de
werkvloer, zoals wanneer die ene collega eigenlijk geen interesse heeft om nieuwe
suggesties voor een bepaalde aanpak of procedure te horen.
- Methode van autoriteit: opvattingen 'fixeren' door een beroep op autoriteit te doen. Bij deze
vorm van fixatie leggen wij de verantwoordelijkheid voor de vorming van onze overtuigingen dus
deels bij de mensen om ons heen. Dat is vaak een pragmatische strategie, zeker in het primair en
secundair onderwijs, maar het is niet de methode van een wetenschapper.
- Voorbeeld: Zo heb ik op televisie wel vier professoren en artsen gehoord die beweren dat
sporten gezond is. Daarom ben ik dus overtuigd van deze opvatting. Ook in de opvoeding en
in het primair en secundair onderwijs worden opvattingen (al dan niet bewust) gevormd met
de methode van autoriteit.
- A-priori-methode: Wanneer het niet mogelijk is om twijfel te voorkomen door blootstelling aan
informatie via (teksten van) andere personen, die mogelijk de autoriteit waarop ik mij beroep in
twijfel trekken, dan biedt de a-priori-methode een verdere uitweg. Een eenvoudige manier om
de a-priori-methode te begrijpen is in termen van smaak. Sommige opvattingen bezitten
eigenschappen die hen aantrekkelijk maakt ('dat klinkt logisch', of 'wat een geruststellend idee')
of lijken anderszins goed aan te sluiten bij bepaalde voorkeuren en opvattingen die we hebben.
- Voorbeeld: Het idee van het kind als een 'tabula rasa' (een onbeschreven blad) kan voor
sommigen simpelweg een prettigere opvatting zijn dan een sterke nativisme (de opvatting
dat eigenschappen in bepaalde mate aangeboren zijn), omdat de tabula-rasa-opvatting een

, relatief belangrijke rol voor ouders suggereert in de ontwikkeling van een kind. Wanneer je
een overtuiging laat afhangen van dergelijke voorkeuren, dan pas je de a-priori-methode toe.
- Wetenschappelijke methode: Tot slot benoemt Peirce, onder het mom van 'the truth is out
there', de wetenschappelijke methode als de relatief beste (let wel: niet per se makkelijkste)
methode om twijfel over onze opvattingen te verminderen. Onze opvattingen bestaan volgens
hem onafhankelijk van de werkelijkheid. Om onze opvattingen meer in lijn met deze
werkelijkheid te krijgen, kunnen we actief zoeken naar empirische (waarneembare) gegevens om
onze opvattingen te toetsen. Dat verzamelen van nieuwe gegevens over de wereld, om zo
opvattingen te vormen welke meer stroken met de werkelijkheid, is de essentie van wetenschap,
aldus Peirce.
Niet: deze wetenschapper zegt ……., wel: zelf naar data en gegevens kijken

Omschrijf wat het verschil is tussen fundamenteel en toegepast onderzoek, en herken dit
onderscheid in concrete voorbeelden van dergelijk onderzoek + de doelen van toegepast en
fundamenteel onderzoek.
Hoewel fundamenteel en toegepast onderzoek als aparte wetenschapsbeoefening worden
neergezet, is het belangrijk te beseffen dat deze onderzoek vormen met elkaar in samenspel zijn.
Weten hoe kan een goed beginpunt van fundamenteel onderzoek zijn, gericht op weten dat.
Fundamenteel onderzoek: “Weten dat…” Onderzoek waarbij het verkrijgen van kennis een doel op
zich is wordt aangeduid als fundamenteel onderzoek. Theorievormend.
Doel:
• Systematisch beschrijven van de werkelijkheid.
• Het verklaren waarom dingen zijn zoals ze zijn.
Toegepast onderzoek : “Weten hoe…” Onderzoek gericht op het toepassen van kennis om bepaalde
problemen op te lossen, de maatschappij te verbeteren of nieuwe technologieën te ontwikkelen.
Doel:
• Voorspellen van bepaalde gebeurtenissen of fenomenen.
• Het uitoefenen van controle op bepaalde gebeurtenissen of fenomenen.
• (Toetsen van fundamenteel onderzoek “klopt het ook in deze situatie?”)
Leg uit wat het verschil is tussen descriptieve en normatieve
uitspraken.
Het is belangrijk om in het denken over de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek onderscheid
tussen descriptief en normatief uit elkaar te houden. Ongeacht van wat je er zelf over denkt.
Descriptieve uitspraken: “wat is”
Voorbeelden van descriptieve 'wat is'-beweringen zijn: 'sporters leven langer', 'rokers leven korter',
en 'een IQ van negentig is beneden gemiddeld'.

Normatieve uitspraken: “wat wenselijk is”
Voorbeelden van normatieve 'wat wenselijk is'-beweringen zijn: 'je moet voldoende sporten, want
dat is gezond', 'je moet niet roken, want dat is ongezond', en 'een IQ van negentig is niet zo goed,
want dat is beneden gemiddeld'. In deze laatste serie wordt dus een normatief oordeel gekoppeld
aan een descriptieve uitspraak.
- Sommigen vinden dat wetenschap zich enkel met descriptieve uitspraken bezig moet houden
zonder normatieve oordelen. Het normatieve oordelen zou meer een taak zijn van filosofen.
- Anderen vinden dat het onvermijdelijk is en dat wetenschappelijke uitkomsten bepaalde
normatieve implicaties hebben.
- Hoe weet je of het echt met elkaar te maken heeft? Causaliteit is niet altijd bewezen in
onderzoek. Wellicht spelen andere factoren een rol.

, Taak 1
Schets op hoofdlijnen een tijdlijn van de wetenschapsgeschiedenis en plaats daarin de volgende
tijdvakken met hun hoofdkenmerken: oude Grieken, Romeinse Rijk, middeleeuwen,
wetenschappelijke revolutie, Verlichting en moderne tijd
Plaats op diezelfde tijdlijn de volgende filosofen met een korte schets van hun benadering en hun
belangrijkste ideeën: Socrates, Plato, Aristoteles, Francis Bacon, René Descartes, John Locke,
George Berkeley, David Hume, Immanuel Kant en Charles
Peirce.
Oude Grieken:
Socrates (scepticist): Het enige wat hij zeker weet is dat hij niets weet. Zekere kennis is onbereikbaar
(scepticisme). Kritisch over het gebruik van waarneming als kennis omdat iedereen vanuit een ander
perspectief naar dingen kijkt.
Plato (rationalist): Vindt empirie (waarneming) onbetrouwbaar in plaats daarvan moeten we met ons
ratio de werkelijkheid achterhalen (rationalisme). De Wereld van de Ideeën: door reïncarnatie bij
geboorte in ons genesteld, wereld van de ware kennis, niet te bereiken voor onze zintuigen. Kennis
moet door herinnering worden teruggebracht in ons verstand, we leren niets nieuws, we leren allen
maar wat al in ons aanwezig is. Van algemeen principe naar specifieke redenering (deductie) ->
syllogisme: majorpremisse, minorpremisse en conclusie. Majorpremissie bevat algemene kennis,
minorpremissie bevat kennis die de majorpremisse met een specifieke instantie verbindt. Door
majorpremisse toe te passen op minorpremisse plegen we deductie en komen we tot een conclusie
over de specifieke instantie waar we mee te maken hebben. Voorbeeld: 1. Alle mensen zijn sterfelijk
2. Stefan is een mens 3. Dus, Stefan is sterfelijk. Rationalisme gaat uit van de waarheid van de
majorpremisse.
Aristoteles (empirist): Empirie (waarneming) is een goede bron van kennis, gaat ervanuit dat we
geboren worden als tabula rasa (blanco kleitablet). Observaties->algemene opvattingen (inductieve
redenering).
Wetenschappelijke revolutie:
Francis Bacon (empirist*): zijn doel is het verbeteren van de menselijke conditie. Hij is een empirist,
maar minder radicaal als Aristoteles. We zijn geen tabula rasa, de kennis die wij opdoen via onze
zintuigen raakt fundamenteel vertekend. Vertekeningen worden veroorzaakt door ‘idolen’. ‘Idolen’
zijn verankerd in onze geest en zorgen ervoor dat we niet onbevooroordeeld naar de wereld kunnen
kijken. Idolen zijn dus vooroordelen in ons denken. Bacon verdeelt de idolen over 4 categorieën:
idola tribus (zaken die eigen zijn aan de mens zoals het te snel trekken van conclusies, fysiologische
beperking van onze zintuigen, successen vergroten en mislukkingen negeren etc.), idola specus
(persoonlijke eigenaardigheden die het resultaat zijn van opvoeding, gewoontevorming of
toevalligheden in onze ontwikkeling), idola fori (vertekeningen die ontstaan door verwarrend
taalgebruik) en idola theatri (idolen die bestaan uit de oude filosofische systemen zoals het werk van
Aristoteles en de kerkelijke interpretatie daarvan, dit zijn niet meer dan fraaie theaterstukken die we
enkel accepteren op basis van autoriteit). Om onbevangen kennis te verkrijgen via waarneming
moeten deze idolen afgeworpen worden. De idola theatri zijn makkelijk te vermijden, maar de
andere idolen zijn moeilijker te vermijden. Om de andere idolen te vermijden moeten we alert zijn op
onze fouten, zorgvuldig observeren en nauwkeurig redeneren om te voorkomen dat we toegeven
aan onze neigingen, gewoonten en taalspelletjes.
*In de basis is Bacon een empirist, maar hij is minder radicaal dan bijvoorbeeld Aristoteles. Volgens
Bacon moet een wetenschapper zich gedragen als een bij en niet als een spin. Hij moet niet uitsluitend
empiristisch of rationalistisch te werk gaan, maar moet het combineren.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinegrootn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for £8.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy revision notes and other study material for 14 years now

Start selling
£8.56
  • (0)
  Add to cart