Centraal zenuwstelsel en perifeer zenuwstelsel
Het perifeer zenuwstelsel vormt de verbinding tussen het centraal zenuwstelsel en de
spieren en zintuigen. Het zorgt ervoor dat informatie van de organen, zintuigen en spieren bij
het centraal zenuwstelsel komt en dat de commando’s van het centraal zenuwstelsel de
omgekeerde weg kunnen afleggen.
Anatomie
Het zenuwstelsel bestaat uit een centraal en een perifeer deel. De hersenen en het ruggenmerg
vormen samen het centraal zenuwstelsel. De zenuwen die van het centraal zenuwstelsel
uitgaan, vormen het perifeer zenuwstelsel. Hiertoe behoren de ruggenmergzenuwen en twaalf
paar hersenzenuwen. De ruggenmergzenuwen verbinden het centraal zenuwstelsel met de
organen in het lichaam, zoals de spieren, de huid en de ingewanden. De hersenzenuwen hebben
ieder een eigen functie. De functies van de verschillende hersenzenuwen worden in de tabel
‘Functies van de hersenzenuwen’ eenvoudig beschreven.
FUNCTIES VAN DE HERSENZENUWEN
Hersenzenuw Gaat naar Functie
reukzenuw (nervus de neus zintuiglijke functie: ruiken
olfactorius)
oogzenuw (nervus de ogen zintuiglijke functie: zien
opticus)
oogspierzenuw (nervus de ogen stelt ons in staat de ogen te bewegen
oculomotorius)
katrolzenuw (nervus de ogen regelt de beneden- en bovenwaartse
trochlearis) oogbewegingen
drielingzenuw (nervus de kauwspieren en het gelaat bestuurt de kauwspieren en verzorgt
trigeminus) het gevoel van het gelaat
afvoerderzenuw (nervus de oogspieren zorgt voor de zijwaartse oogbeweging
abducens)
aangezichtszenuw het gelaat, de smaakvezels in bestuurt alle spieren van het gelaat,
(nervus facialis) de tong en autonome vezels zorgt voor de smaakprikkels in de tong
voor speeksel- en traanklieren en voor de secretie van de speeksel-
en traanklieren
achtste hersenzenuw de oren en het zorgt voor het gehoor en het
(nervus stato-acusticus) evenwichtsorgaan evenwicht
, tongkeelzenuw (nervus de keel zorgt voor het slikken en het gevoel in
glossopharyngeus) de keelholte
zwervende zenuw de spieren van het zorgt voor het spreken, slikken en de
(nervus vagus) strottenhoofd en de meeste bewegingen van de huig, en het
ingewanden gevoel van de ingewanden en geeft
deze autonome impulsen
bijloperzenuw (nervus de hals bestuurt spieren in de hals
accessorius)
ondertongzenuw de tong bestuurt de spieren van de tong,
(nervus hypoglossus) belangrijk bij eten en spreken
De hersenen
De hersenen bestaan uit drie verschillende delen:
1. de grote hersenen
2. de kleine hersenen (cerebellum)
3. de hersenstam
Figuur 1 De hersenen.
1. grote hersenen
2. balk
3. tussenhersenen
4. hersenstam
5. ruggenmerg
6. kleine hersenen
De grote hersenen vormen het grootste deel van de hersenen. Een groeve in het midden
verdeelt de grote hersenen in twee gelijke delen: een linker- en een rechterhelft. De
hersenschors is de buitenste laag van de grote hersenen en bevat miljoenen zenuwcellen. Op de
schors bevinden zich zogenaamde schorsvelden, die verschillende functies hebben.
, De belangrijkste schorsvelden zijn de volgende:
het motorisch centrum, dat zich in het voorhoofd bevindt;
het motorisch spraakcentrum, dat zich ook in het voorhoofd bevindt;
het gevoelscentrum, dat zich op het achterste gedeelte van de schors bevindt;
het gehoorcentrum, dat zich op het slaapgedeelte van de schors bevindt;
het smaak- en reukcentrum, dat zich op de slaap bevindt;
het sensorische taalcentrum, dat zich ook op de slaap bevindt. Hierdoor begrijpen we wat
er tegen ons gezegd wordt;
het gezichtscentrum, dat zich in het achterhoofd bevindt. Hier komen de prikkels van het
oog terecht.
Als iemand een hersenbloeding of -infarct heeft gehad, kun je aan de uitvalsverschijnselen zien
waar de bloeding waarschijnlijk heeft plaatsgevonden. Wanneer er een bloeding of infarct in de
hersenen heeft plaatsgevonden, is dit zichtbaar op een CT-scan. Je kunt dan de plaats bepalen
waar de stoornis zich in de hersenen bevindt.
Het cerebellum bevindt zich onder het achterste deel van de grote hersenen. De kleine
hersenen regelen de coördinatie van de willekeurige bewegingen.
De hersenstam is een deel van de hersenen dat als een staafvormig deel aan de onderzijde van
de grote en de kleine hersenen ligt. De hersenstam vormt een verbinding tussen de grote
hersenen, de kleine hersenen en het ruggenmerg. Alle hersenzenuwen ontspringen in de
hersenstam.
De hersenstam heeft twee functies:
1. een reflexfunctie
2. een verbindende functie
Fysiologie
Fysiologisch gezien kun je het zenuwstelsel indelen in een willekeurig deel (animaal
zenuwstelsel) en een onwillekeurig deel (autonoom zenuwstelsel). Het willekeurige deel zorgt
voor de spierbewegingen die iemand wil maken. Als je bijvoorbeeld loopt of je hand beweegt, dan
gebeurt dit dankzij het willekeurig zenuwstelsel.
Maar activiteiten als het opnemen van voedsel in de darmen of het kloppen van je hart staan niet
onder invloed van de wil. Ze gebeuren onwillekeurig, dankzij het autonome zenuwstelsel.
Het autonome en het willekeurige zenuwstelsel zijn geen aparte zenuwstelsels, los van het
perifere en het centrale zenuwstelsel. Er bevinden zich niet vier verschillende zenuwstelsels in je
lichaam. Het gaat hier gewoon om twee manieren om het zenuwstelsel te beschrijven: een
anatomische en een fysiologische indeling. Een zenuw kan daarom tegelijkertijd tot het autonome
zenuwstelsel en het centraal zenuwstelsel behoren. Maar een zenuw kan ook tot het autonome
zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel behoren, alle combinaties zijn mogelijk.
Mevrouw Hendriksen, 58 jaar, is opgenomen op de afdeling Gynaecologie. Terwijl ze naar het
toilet loopt, merkt ze opeens dat ze niet meer normaal kan lopen. Ze loopt alsof ze dronken is. Ze
roept een van de verpleegkundigen die langsloopt om hulp. Deze denkt aan een stoornis in de
kleine hersenen en roept de arts. De arts onderzoekt mevrouw Hendriksen door haar een stuk te
laten lopen, en ziet dat ze niet recht kan lopen. Er wordt een CT-scan gemaakt, waarop een
bloeding in de kleine hersenen is te zien.
De neuroloog wordt in consult gevraagd en deze besluit mevrouw Hendriksen over te plaatsen
naar de afdeling Neurologie.
In de tabel ‘Zorgvrager met een hersenbloeding’ wordt dit verder uitgewerkt.
ZORGVRAGER MET EEN HERSENBLOEDING
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ikraamxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for £6.42. You're not tied to anything after your purchase.