Duidelijke samenvatting van het vak onderwijspsychologie. Dit is een samenvatting van het boek: 'interventies in het onderwijs: leerproblemen' en het boek: 'effectiever leren met leer strategieën'.
Ik heb voor dit vak ook mindmaps beschikbaar. Ook gebundeld te verkrijgen!
Dyslexie:
Leerstoornis specifiek voor lezen en spellen met een neurologische basis, die wordt veroorzaakt door cognitieve
verwerkingsstoornissen op het raakvlak van fonologische en orthografische taalverwerking. Deze stoornis
beperkt in ernstige mate een normale educatieve ontwikkeling, die op grond van overige cognitieve
vaardigheden geïndiceerd zou zijn,
Bij leesproblemen hoeft niet altijd sprake te zijn van dyslexie, alternatieve problemen kunnen daaraan ten
grondslag liggen (inadequaat onderwijs, tweetaligheid, ADHD).
Vroeger werd de diagnose gesteld wanneer er sprake was van een aanzienlijk verschil tussen actuele
leesprestaties en het leesniveau dat op grond van intelligentie verwacht mag worden. De problemen mochten
niet toe geschreven kunnen worden aan andere cognitieve of fysieke beperkingen (ADHD, problemen met
gezichtsvermogen/gehoor). Dit wordt niet langer als kenmerkend criterium gezien omdat dyslectici op elk
intellectueel niveau evenveel moeite hebben met fonologische taken.
Kinderen met dyslexie hebben moeite met:
het oproepen en manipuleren van spraakklanken
hebben een laag benoemtempo
hebben moeite met het aanleren van koppelingen tussen klanken en letters of lettercombinaties.
De mate van problemen hangt af van de taal (de ‘O’ heeft in het Engels bijv. veel meer klanken).
Een verstoring in de (audiovisuele) integratie van letters en klanken zou het kernprobleem van dyslexie
zijn. Mensen met dyslexie zijn in staat om klank-tekenkoppelingen aan te leren, maar dit wordt
onvoldoende geautomatiseerd.
Kenmerken en gevolgen:
Kan gepaard gaan met het talige aspect van rekenen (verhaalsommen). Ook kan het begrijpend lezen
belemmeren. Op de middelbare school kunnen moeilijkheden ontstaan met vreemde talen en het studerend
lezen.
Als gevolg van leesproblematiek kunnen er sociaal-emotionele en motivationele problemen ontwikkelen (meer
stress, angst, faalangst, laag zelfbeeld, depressieve gevoelens). Dat leidt weer tot het vermijden van lezen en
schrijven wat de ontwikkeling verder verhindert. Dyslexie is geassocieerd met verhoogde kans op vroegtijdig
schoolverlaten en een lager opleidingsniveau dan men op grond van andere competenties verwacht.
Diagnostiek:
2004 protocollen ontwikkeld voor leesproblemen & dyslexie in onderwijs.
2011 herziening door Expertisecentrum Nederlands.
m.b.v. protocollen bezit Nederland een uniek traject van signalering en begeleiding in het onderwijs t/m
diagnostiek en behandeling in de zorg. Proces signalering en doorverwijzing
Signalering leesproblemen in het onderwijs:
Masterplan Dyslexie lees- en spellingsproblemen in het onderwijs beperken door het onderwijsveld te
informeren en adviseren over vroege, eenduidige signalering van leesproblemen en dyslexie, en adequate
begeleiding van leerlingen op zowel klassikaal als individueel niveau.
,Voor de signalering van dyslexie kan niet worden uitgegaan van 1 test- of
momentopname, het leerproces moet in aanmerking worden genomen.
Response to Instruction-benadering RTI instructie wordt aangepast zodra
de leesontwikkeling stagneert (instructie kan in frequentie en duur
toenemen).
Continuüm van zorg hierin staan criteria voor effectief georganiseerd
onderwijs in o.a. leesvaardigheid.
Leerlingvolgsysteem helpt bij nauwlettend in de gaten houden van de
vorderingen in lees- en spellingsvaardigheden. Op verschillende momenten
wordt getoetst en vergeleken met anderen (denk aan AVI kaarten).
Observeren kan tijdens de les of tijdens het maken van toetsen.
Door nauwgezet volgen en het aanpassen van instructies zullen
leesproblemen dikwijls al vroeg worden gesignaleerd. Soms komen
leesproblemen pas aan het licht tijdens het voortgezet onderwijs omdat dan
de complexiteit van woorden en zinnen toeneemt of bij het leren van
vreemde talen. Soms zijn problemen niet onderkend in het basisonderwijs
of hebben deze leerlingen hun problemen gecamoufleerd met
compenserende strategieën. Na signaleren van mogelijke dyslexie in het
onderwijs wordt er doorverwezen naar de zorg voor uitgebreide diagnostiek
en gerichte behandeling.
Diagnostiek van leesproblemen en dyslexie in de zorg:
Binnen differentiaaldiagnostiek kunnen 2 niveaus worden
onderscheiden, het symptoom- en een verklaringsniveau.
Symptoomniveau ernst functionele beperking,
verklaringsniveau verschillende oorzakelijke factoren
worden onderzocht (comorbiditeiten?).
Diagnostiek inclusief beslissingsstappen m.b.t. vergoedings-
regeling ernstige dyslexie
Anamnese:
Voor het stellen van een klinische diagnose is het belangrijk om
de historie en achtergronden zorgvuldig in kaart te brengen. In
de anamnese kan info worden ingewonnen over de volgende
deelgebieden die gerelateerd zijn aan leesproblemen en
dyslexie:
Medisch (bijv. beperking gezichtsvermogen, perifere
gehoorswaarneming, voorkomen dyslexie in familie)
Psychologisch (bijv. gedragsproblemen, sociaal-emotionele
problemen, motivationele problemen)
Onderwijssituatie (al dan niet geboden extra
ondersteuning, overzicht schoolprestaties)
Thuissituatie (bijzonder relevant is meertaligheid, voldoende ondersteuning)
Testafname:
Om in aanmerking te komen voor een vergoeding van zorg moet er sprake zijn van ernstige dyslexie
(leesvaardigheden behoren tot laagste 10%, lezen laagste 16% en spellen laagste 10%).
Fonologische vaardigheden zijn binnen diagnostiek van leesproblemen opgenomen als insluitingscriterium voor
dyslexie. Er worden verschillende manieren onderscheiden waarop het verstoorde fonologisch
verwerkingssysteem tot uitdrukking komt bij dyslexie:
Fonologisch bewustzijn (wat krijg je als je de K klank weghaalt uit balk?)
, Tijdelijk actief houden van fonologische informatie in het kortetermijngeheugen (in omgekeerde volgorde
noemen van een reeks cijfers)
Efficiëntie van activatie van de fonologische vorm van woorden (het snel benoemen van plaatjes van
simpele objecten)
Sterkte van associaties tussen fonologische eenheden en grafische symbolen (snel beoordelen of de klank
die je hoort en de letter die je kort ziet al dan niet overeenkomen).
Algemene intelligentie is geen uitsluitingscriterium, maar is wel van belang om inzicht te krijgen in de vraag of
lees- en spellingsproblemen in de lijn der verwachting liggen geziens iemands capaciteiten. Gezien de
comorbiditeit van dyslexie en ADHD is het te overwegen inzicht te krijgen in executieve functies, aandacht en
gedragsproblemen.
Diagnose en indicatiestelling:
Ernstige enkelvoudige dyslexie kan worden gesteld wanneer uit diagnostisch onderzoek blijkt dat sprake is van:
1. Ernstige achterstanden in lees- of spellingsvaardigheden (in geval van ernstige spellingsachterstanden
bovendien milde leesachterstanden)
2. Ernstige tekorten in de fonologische vaardigheden waardoor deze achterstanden verklaard kunnen worden
(zwakte taalontwikkeling, perceptie of comorbiditeit).
Kinderen met bovenstaande diagnose komen in NL in aanmerking voor vergoede dyslexiebehandeling in een
gespecialiseerde zorginstelling. Kinderen waarbij bovenstaande diagnose niet wordt gesteld, maar er wel
sprake is van dyslexie (niet ernstig genoeg) en/of comorbiditeit, komen niet in aanmerking voor vergoede
specialistische dyslexiezorg. Hulp moet ofwel van school komen, of ouders moeten er zelf voor betalen.
In NL wordt er een dyslexieverklaring opgesteld, geldigheid is onbepaald, mits de verklaring aan de geldende
criteria voldoet.
Mogelijke aanpassingen in het onderwijs:
Interventie bij dyslexie in het onderwijs kent verschillende aspecten, zoals mogelijkheden van aanpak van de
problematiek, dispensatiemogelijkheden, compensatiemogelijkheden en maatregelen om optimaal de
onderwijsloopbaan te volgen.
Bijv. CITO toetsen met auditieve ondersteuning + extra tijd. Voor eindexamens extra tijd + spellingsfouten
worden niet meegerekend. Ter compensatie kunnen bijv. ICT hulpmiddelen worden gebruik, een Daisy-speler
(afluisteren studieboeken met zoekstructuur).
Enkelvoudige dyslexie geldt in principe niet als reden voor doorverwijzing naar speciaal onderwijs. In bepaalde
gevallen kan voor leerlingen met dyslexie leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) op het vmbo geïndiceerd
zijn. Verder kunnen leraren rekening houden met de manier van instructies geven (controleren of die begrepen
zijn en zorg voor overzichtelijke lay-out). Belangrijkste is: leerlingen niet vergelijken, waar nodig pre-instructies
geven, schoolbord niet te snel uitwissen, nooit onverwachte leesbeurten geven.
Begeleiding en interventie in het onderwijs:
1e verantwoordelijkheid voor begeleiding en interventie ligt bij het onderwijs. Zij hebben de plicht om goed
leesonderwijs te bieden en extra ondersteuning passend bij de onderwijsbehoeften. Voordat externe
specialisten worden ingeschakeld moet de (basis)school zorgen voor een goede aanpak, zowel binnen als
buiten de klas (zie figuur bij ‘signaleren leesproblemen in het onderwijs).
Signalering en preventie: het wekken van belangstelling en taalbewustzijn op jonge leeftijd:
Al in de kleutergroepen leren kinderen spelenderwijs een aantal letters herkennen en letter-klank-
koppelingen maken (alfabetisch principe). Leerlingen die tot groep 1 niet/nauwelijks met boeken of
geschreven taal in aanraking zijn gekomen of leerlingen uit een taalarme omgeving moeten in de
kleutergroep extra worden gestimuleerd om hen voor te bereiden op het formele leesonderwijs. Een rijke
taalomgeving is van belang. Voorlezen uit prentenboeken in kleine groepen met voldoende interactie
draagt daaraan bij. Taalbewustzijn kan worden gestimuleerd door taalspelletjes zoals rijmoefeningen,
klankspelletjes (‘welke woorden beginnen met een b?’). bij oefeningen die het foneembewustzijn
stimuleren is het belangrijk ook de geschreven vorm van woorden of klanken te geven zodat de relatie
tussen schrift en gesproken taal tot stand komt. Kennis van letters en klanken kan verder worden
gestimuleerd door bijv. gebruik te maken van abc-boeken met letters en afbeeldingen (B van beer).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindamanders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.