,Hoofdstuk 4; Afweer/ontsteking
4.1 Afweer
Micro-organismen komen drie vormen van afweer tegen:
1. Lokale barrières aan het lichaamsoppervlak huid, trilharen (luchtwegen),
zuur milieu (maagzuur, vagina), volledig en krachtig plassen (blaas en urethra
vrijhouden van bacteriën), commensale flora (onschuldige bacteriën);
2. Fagocytose (aspecifieke ‘pacmans’/veelvraten) = schakelen veel soorten
micro-organismen uit. Granulocyten en monocyten/macrofagen fagocyteren
micro-organismen en zijn snel en niet kieskeurig;
3. Immunoglobulinen (specifieke afweereiwitten) = lymfocyten, die per stuk of
kloon één soort antigeen aanvallen. Antigenen reageren op indringers
(bacteriën en virussen), en abnormale lichaamscellen (kankercellen of cellen
met een virus erin).
Lymfocyten circuleren via bloed en lymfe door het lichaam en kunnen uit de
bloedvaten treden om micro-organismen en beschadigde weefsels op te
ruimen. Ze reageren op een indringer of onbekende stof met een
immuunrespons.
T-lymfocyten:
- T-helpercellen stimuleren de immuunrespons;
- T-suppressors onderdrukken de immuunrespons ;
- T-geheugencellen worden gemaakt nadat het lichaam voor het eerst in
contact is gekomen met een bepaalde ziekteverwekker.
B-lymfocyten: produceren klonen (plasmacellen) die dezelfde immunoglobulinen
(antistoffen) produceren zodra ze een antigeen opmerken. Immunoglobulinen
kunnen samen met complement (een ander eiwit) ongewenste cellen doden. B-
lymfocyten maken ook geheugencellen aan.
T-helpercellen stimuleren de immuunrespons door de productie van nakomelingen
van de B-lymfocyten te versnellen.
Bij agranulocytose (zeer laag aantal granulocyten) is de aspecifieke weerstand
afgenomen.
Vier vormen van specifieke immuniteit:
1. Natuurlijke passieve immuniteit = de baby ontvangt immunoglobulinen van de
moeder via placenta of borstvoeding (beschermt een paar maanden tegen
ziekten waar de moeder al immunoglobulinen tegen heeft gevormd).
2. Kunstmatige passieve immuniteit = patiënt krijgt immunoglobulinen ingespoten
(beschermt onmiddellijk, maar helpt een paar maanden).
3. Natuurlijke actieve immuniteit = patiënt komt in contact met levende
ziekteverwekkers.
4. Kunstmatige actieve immuniteit = vaccinatie (herhaald contact met (delen van)
dood of verzwakt micro-organisme). Het beschermt jarenlang.
4.2 Ontsteking
Ontsteking = reactie op een schadelijke prikkel.
, Het lichaam reageert op allerlei schadelijke prikkels met lokale en algemene
ontstekingsverschijnselen.
Ontstekingen kunnen worden ingedeeld in infecties en steriele ontstekingen.
Oorzaken/risicofactoren infecties:
- Micro-organismen of wormen in of op het lichaam.
Infecties komen door een wisselwerking van micro-organismen en afweer.
Aerogene bestemming = besmetting via de lucht.
(Faeco)orale besmetting = besmetting door inname van ontlasting (toiletgebruik).
Seksuele besmetting = besmetting door seks zonder condoom.
Hematogene besmetting = besmetting via gebruikte naalden of operatiemesjes.
Cutane besmetting = besmetting via intacte, droge huid.
Steriele ontstekingen zijn reacties op:
- Mechanisch letsel (vallen, verkeersongelukken);
- Fysische schade (hitte, kou straling);
- Chemische schade (alcohol, stoffen in rook);
- Allergenen (penicilline, jodiumverbindingen);
- Auto-immuniteit (afweer tegen eigen weefsel) = verlopen meestal chronisch
(perioden met veel en perioden met weinig klachten) en worden behandeld
met corticosteroïden (onderdrukken alle afweerreacties, zodat pijn en zwelling
verminderen).
Vijf lokale ontstekingsverschijnselen:
1. Roodheid = rubor;
2. Warmte = calor;
3. Zwelling = tumor;
4. Pijn = dolor;
5. Functieverlies = functio laesa.
Roodheid en warmte komen door vaatverwijding. Meer bloed is nodig om
weefselschade op te ruimen en te herstellen.
Zwelling komt doordat de capillairen extra permeabel (meer doorlaatbaar) worden.
Pijn komt doordat vrije zenuwuiteinden onder invloed van prostaglandinen meer
prikkels doorgeven naar de hersenen. Ook heeft pijn een leereffect.
Functieverlies kan een gevolg van zwelling, pijn en weefselschade zijn.
Ook worden trombocyten (bloedplaatjes) geprikkeld en stollingsfactoren
(stollingseiwitten) geactiveerd door weefselschade en ontstoken vaatjes.
Algemene ontstekingsverschijnselen (bij een flinke ontsteking):
- Moeheid;
- Malaise (onwel gevoel);
- Verhoging of koorts (versnelt afweerreacties);
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LiannedeVries1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.