E-Marketing to go (E-Business fundamentals Breda University)
Airlines Websites and Systems - study guide
All for this textbook (3)
Written for
NHTV (NHTV)
Toeristisch Management
E-Business Fundamentals
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
isabelramkema
Reviews received
Content preview
E-Marketing To Go
H1 – Achtergronden van internet...........................................................................................................2
H2 - Vrijheid, blijheid op internet?.........................................................................................................6
H3 – Zoeken en gevonden worden.........................................................................................................8
H4 – Domeinnamen..............................................................................................................................11
H5 – Websites en onderdelen..............................................................................................................12
H6 – Meten en monitoren....................................................................................................................15
H7 – Online promotie...........................................................................................................................16
H8 – Veiligheid, prijsstelling en betalen................................................................................................19
H9 – E-mail en nieuwsbrieven..............................................................................................................22
,H1 – Achtergronden van internet
Veel communicatie vindt plaats via het internet en social media. De eerste computer werd in 1943
uitgevonden om het Duitse berichtenverkeer te ontcijferen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Max
Newman ontworp de eerste computer genaamd de Colossus Mark I. Een jaar later werd de Colossus
Mark II geïntroduceerd. Na de Tweede Wereldoorlog werden deze computers echter vernietigd
vanwege de Koude Oorlog.
Mainframes werden gebruikt bij het ontdekken van de reis naar de maan. Deze computers waren
een beeldscherm met een toetsenbord, zonder harde schijf. Nu keren deze vormen enigszins terug
met de Cloud Computing. In de jaren ’70 ontstonden de eerste computers met een processor.
Hierdoor konden ze zelf handelingen verrichten en werd de computer steeds kleiner. Voor zowel
bedrijven als particulieren werd het hebben van een computer belangrijk. In 1981 werd de eerste pc
op de markt gebracht.
De Tweede Wereldoorlog zorgde voor veel innovaties en technologische ontwikkelingen. Hierdoor
ontstond de ontwikkeling van de eerste computer tijdens de Koude Oorlog. De Sovjet-Unie lanceerde
de eerste kunstmatige satelliet. Als reactie werd door de VS het ARPA opgericht. Door het ARPANET
kon de eerste email verzonden worden. In 1989 werd de basis gelegd voor het world wide web wat
we nu kennen. Dit heette de hypertext.
Website = een collectie van gerelateerde webpagina’s (inclusief content) met een domeinnaam en
gepubliceerd op tenminste één server. Een website kan uit duizenden webpagina’s bestaan. In
Nederland kon iedereen vanaf 1991 gebruik maken van internet.
Roaming betekent het gebruiken van elkaars netwerken. Telecom-aanbieders hebben hier afspraken
over gemaakt.
In Nederland hebben we de beste internetverbinding van Europa. Dit komt door de opkomst van de
mobiele apparatuur en het gebruik van internet. We doen steeds meer online.
Internet = een expanderend wereldwijd infrastructureel netwerk van computers, servers, routers en
andere devices, gebaseerd op algemeen geaccepteerde normen en vastgelegde technieken en
standaarden.
Er zijn meerdere ontwikkelingen in communicatie:
- One-to-many = massamedia, via het internet wordt informatie gecommuniceerd naar
iedereen.
- One-to-few = gesegmenteerde media, door technische ontwikkelingen worden bepaalde
boodschappen alleen naar geselecteerde groepen gestuurd.
- One-to-one = persoonlijke media, door discussieplatforms en profilering kan er één-op-één
gecommuniceerd worden.
- Many-to-many = social media, zowel individuen als bedrijven kunnen hun mening op het
internet delen.
- Few-to-few = social media/internet, er worden privégroepjes gevormd en er ontstaan
gesloten eenheden.
Het internet bestaat uit onderdelen. Er zijn meerdere manieren om informatie via het internet over
te brengen. Hiervoor moet een computer in contact staan. Bekabeling zorgt ervoor dat alle het
dataverkeer in verbinding staat.
, Over het gebruik van internet zijn strikte protocollen (afspraken) gemaakt. Het internet ontwikkeld
zich nog steeds en dat biedt nieuwe mogelijkheden voor de toekomst. Het internet is ook niet van
één iemand, er is geen baas. Wel kan een internetprovider stoppen met het toelaten van een bedrijf.
Het semantische web (Web 3.0) is een tendens waarbij internettoepassingen meer op elkaar zijn
afgestemd, met elkaar kunnen samenwerken of geïntegreerd kunnen worden. Web 1.0 is het web
van statische documenten, web 2.0 is het web met interactie met gebruikers en web 3.0 moet
gebruikers compleet gaan begrijpen.
De structuur van het internet
Internet is een groot netwerk van computers die met elkaar kunnen communiceren. Hoe computers
met elkaar communiceren is vastgelegd in protocollen. Het verzamelprotocol is het TCP/IP.
- Iedere computer en ieder apparaat heeft een uniek IP-adres waarmee het toegang heeft tot
het internet.
- Alle aanbieders van informatie op internet moeten via een adres te vinden zijn, dit is
geregeld via een Domain Name System.
- Alle informatie wordt verstuurd in pakketjes die hun eigen route volgen over het internet. Dit
gaat via tussenstations en na aankomst worden de pakketjes weer samengevoegd.
Routing is de gelaagdheid van internet bij het versturen van de pakketjes met data. De backbone is
de hoofdbekabeling van internet. Hieraan zitten weer netwerken gekoppeld die zorgen voor toegang
tot internet en verbinden complete netwerken met elkaar. De backbone verbindt hoofdverbindingen
met kleinere verbindingen. Binnen bedrijven zijn computers via een LAN (Local Area Network) met
elkaar verbonden. Een peer-to-peer netwerk geeft alle deelnemers toegang tot dezelfde
mogelijkheden. Dit is verschillend van een verkoopproces of communicatieproces. Een client-server
model is permanent beschikbaar en de overheid heeft hier meer grip op.
Netwerkbegrippen:
- Downloadsnelheid = de snelheid waarmee acties worden uitgevoerd. Dit is afhankelijk van
meerdere zaken.
- Bandbreedte = de overdrachtscapaciteit (aantal MB’s) per tijdseenheid van een netwerk.
- Streaming media = de technologie om audio en video rechtstreeks te distribueren.
Softwarebegrippen:
- Software = computerprogramma’s, vaak zijn er licenties nodig om de software te kunnen
gebruiken.
o Systemsoftware = zorgt ervoor dat je netwerk werkt.
o Applicationsoftware = zorgt ervoor dat je bepaalde handelingen kunt uitvoeren.
o Commerciële software = ontwikkeld door één persoon, betalen voor gebruik.
o Freeware en shareware = verspreiding en gebruik van software. Freeware is gratis,
shareware is betaald.
o Open source software = de gehele broncode is vrij beschikbaar, kan door iedereen
aangepast en verbeterd worden.
o Crippleware = bepaalde onderdelen zijn geblokkeerd, bij betaling volledig
beschikbaar.
o Malware = schadelijke software (virussen).
- Hardware = alle tastbare apparatuur
- Bètaversie = software die nog niet helemaal klaar is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelramkema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.