Test Bank for An Introduction to Brain and Behavior 6th Bryan Kolb , Ian Q. Whishaw , G. Campbell Teskey A+ 2024
Brain & Behavior (Chapter 1 & 2)
Complete summary of Brain & Behavior
All for this textbook (20)
Written for
Tilburg University (UVT)
Psychologie
Hersenen En Gedrag
All documents for this subject (57)
Seller
Follow
ambervandepol
Content preview
Hersenen en gedrag 2020/2021
COLLEGE 2 HOOFDSTUK 2 – what is the nervous system’s functional anatomy? 1
COLLEGE 3 HOOFDSTUK 3 – what are the units of nervous system function? 11
COLLEGE 4 HOOFDSTUK 4 – how do neurons transmit information? 18
COLLEGE 5 HOOFDSTUK 5 – how do neurons communicate and adapt? 21
COLLEGE 6 HOOFDSTUK 6 – how do drugs and hormones influence brain and behavior? 27
COLLEGE 7 HOOFDSTUK 7 – how do we study the brain’s structures and functions? 33
COLLEGE 8 HOOFDSTUK 9 – how do we sense, perceive, and see the world? 38
COLLEGE 9 HOOFDSTUK 8 – how does the brain develop and adapt? 45
COLLEGE 10 HOOFDSTUK 10 – how do we hear, speak and make music? 50
COLLEGE 11 HOOFDSTUK 11 – how does the nervous system respond to stimulation and
produce movement? 54
COLLEGE 12 HOOFDSTUK 12 – what causes emotional and motivated behavior? 61
COLLEGE 13 HOOFDSTUK 13 – why do we sleep and dream? 68
COLLEGE 14 HOOFDSTUK 14 – how do we learn and remember? 74
, COLLEGE 2 HOOFDSTUK 2 – what is the nervous system’s
functional anatomy?
De hersenen zijn een orgaan > het is een fysiek object, een levend weefsel.
Gedrag is actie > niet fysiek, wel observeerbaar.
Het lichaam bestaat uit verschillende organen. Deze organen
bestaan weer uit weefsel en dat weefsel bestaat uit cellen.
- De hersenen zijn een orgaan, wat bestaat uit
zenuwweefsel. De cellen in dit weefsel heten
zenuwcellen.
We spreken over het zenuwstelsel:
- Centraal: hersenen en ruggenmerg (in het midden)
- Perifeer: al het andere (buitenkant)
De hersenen zijn een soort opgefrommeld iets en bestaat uit gyri en sulci. De hersenen zijn in de loop
van de tijd harder gegroeid dan de schedel, waardoor de schedel dus geen plek had voor de hersenen.
We hebben een linker en rechter hersenhelft (hemisferen). In de hersenen zitten ook holtes, de
hersenkamers. Dit zijn de ventrikels die gevuld zijn met vocht.
De hersenen zijn onderdeel van het zenuwstelsel. Dit
zenuwstelsel kun je indelen (traditionele manier).
Het zenuwstelsel bestaat uit 2 delen > en centrale
zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel.
- Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de
hersenen en het ruggenmerg.
- Het perifere zenuwstelsel bestaat uit het
somatisch zenuwstelsel en het autonome
zenuwstelsel.
Wat is gedrag? > zeer algemene (onbruikbare) definitie: patronen in de tijd. Bijvoorbeeld: bewegingen,
spraak, houding, maar ook blozen (kleurverandering).
Een simpelere (bruikbare) definitie (niet in het boek): elke vorm van beweging in een levend organisme.
Deze definitie is observeerbaar en meetbaar.
Hersenen en gedrag zijn gerelateerd. Hoe dit precies gerelateerd is gaat over het mind-body probleem.
- Dualistische versus monistische stelsels.
- Spiritualistische versus materialistische stelsels.
Het heeft ook te maken met persoonlijke stellingname en levensovertuigingen. De wetenschap ziet op
dit moment eigenlijk geen onderscheidt tussen mind en body. We gaan ervan uit dat ons gedrag
voortkomt uit de hersenen en niet ingegeven wordt door spirituele zaken.
Nature-nurture debat > evolutie: in de hersenwetenschap nemen we aan dat de mens het product is van
evolutie. Dan moeten we onderscheid maken tussen 2 vormen van ontwikkeling:
- Fylogenetische ontwikkeling: ontwikkeling van hogere diersoorten uit lagere.
1
, - Ontogenetische ontwikkeling: ontwikkeling van de individuele mens uit zaadcel + eicel. De
ontwikkeling van het zijn.
Evolutie gaat over de fylogenetische ontwikkeling. Dit gaat dus over de vraag of we afstammen van de
apen? Het antwoord hierop is nee, maar we hebben wel een gemeenschappelijke voorouder (de
Australopithecus).
De structuur van de hersenen bestaan dus uit gyrus en sulcus.
- Gyrus zijn bochten
- Sulcus zijn groeven
Ook al hebben we het over structuur, dit betekent niet dat de hersenen een statisch orgaan zijn, of dat
je geboren wordt met een stel hersens waar je het de rest van je leven mee moet doen. De hersenen
veranderen in de loop van de tijd. De hersenen veranderen ook onder invloed van je gedrag. Dit noemen
we neurale flexibiliteit ook wel neurale plasticiteit (vervormbaarheid). Neuraal weefsel heeft het
vermogen om te veranderen in reactie op de wereld door de manier waarop het is georganiseerd te
veranderen. Daarnaast veranderen bindingen tussen neuronen voortdurend in reactie op ervaringen.
- Neurologische veranderingen zijn onderdeel van een grotere biologische capaciteit, namelijk >
Fenotypische plasticiteit: het vermogen van een individu om zich te ontwikkelen tot een reeks
fenotypes. Het genotype van een persoon interacteert met de omgeving om zo een specifiek
fenotype te ontwikkelen.
De hersenen zijn bij iedereen ongeveer gelijk, iedereen heeft dezelfde structuren. Toch zijn er per
persoon kleine verschillen. Ook zijn er overeenkomsten met andere dieren > dit heeft te maken met de
fylogenetische ontwikkeling van structuur.
Belangrijkste functies van de hersenen (heel algemeen gesproken):
- Perceptie (waarneming)
- Integratie van informatie (creëer perceptuele wereld)
- Actie (gedrag)
Neuroanatomie terminologie (belangrijk):
- Dorsaal (boven) > kant van de rug. Wordt bij mensen ook
superior genoemd.
- Ventraal (onder) > kant van de buik. Wordt bij mensen ook
inferior genoemd.
- Posterior (achter)
- Anterior (voor)
- Mediaal (midden)
- Lateraal (zijkant)
Bij vogelachtige worden ook nog andere termen gebruikt:
- Rostraal is de kant van de buik
- Caudaal is de kant van de staart.
2
, Je kunt op verschillende manieren een doorsnede maken van de
hersenen:
- Coronale (frontale) doorsnede: je kunt een snede maken van
links naar rechts, waardoor je van vooraf naar de hersenen kunt
kijken (frontaal zicht).
- Horizontale doorsnede: snede waarbij je een stuk van de
bovenkant van de hersenen afhaalt en dus van bovenaf in de
hersenen kunt kijken (dorsaal zicht).
- Sagitale doorsnede: je kunt ook een snede maken van voor naar
achter, waardoor je vanaf de zijkant de hersenen kunt bekijken
(mediaal zicht).
Afferent: een structuur toe (‘input’) > A van nAar. Is sensorische informatie.
Efferent: van een structuur weg (‘output’) > E van Exit.
- Eerst input, dan output.
- Eerst afferent, dan efferent.
- Eerst a dan e (alfabetisch).
De hersenen zijn kwetsbaar en dus zijn ze goed verpakt. Als je van buiten naar binnen gaat, kom je
verschillende structuren tegen:
1. De schedel: hard bot. Bij de geboorte is dit bot nog niet hard, omdat de schedelbotten nog niet
helemaal aan elkaar gegroeid zijn.
2. De Meninges = hersenvliezen.
a. Dura mater (eerste
hersenvlies): net iets
minder hard dan de
schedel. Het harde
hersenvlies.
b. Arachnoïdea
laag/spinnenwebvlies
(tweede hersenvlies):
verbonden aan het Pia
mater met kleine ruimtes
(subarachnoïdale ruimte), waarin de cerebrospinale vloeistof loopt, dit is de vloeistof
die door hersenen en het ruggenmerg loopt.
c. Pia mater (derde hersenvlies): dit ligt tegen de hersenen aan en is bijna net zo zacht als
de hersenen. Het zachte hersenvlies.
Na de schedel en meninges kun je van buitenaf de linker en rechter hersenhelft zien. Je ziet
hersenkwabben. Je ziet de grote hersenen (cerebrum) en kleine hersenen (cerebellum) en de
hersenstam. De buitenste laag van de hersenen noem je de cortex, oftewel schors.
Als je van onder naar boven in de hersenen gaat kom je verschillende structuren tegen. Een heel (te)
algemeen principe is daarbij, hoe hoger een structuur fysiek in de hersenen ligt, des te
‘hoger/complexer’ de functie is.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambervandepol. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.