Hierin vindt je de samenvatting over de les over de leenwoorden; hierin zit dan ook spreekwoorden, de soorten leenwoorden, waarom we leenwoorden gebruiken en woordenschat die ik moest kennen. Het gaat ook over argumenteren; het gaat over een mening of feit, soorten argumenten en stellingen.
Nederlands:
Les 15:
Spreekwoorden en zegswijzen:
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. -> Oostwest thuis best.
Spreken is zilver, zwijgen is goud. -> Soms is het beter om te zwijgen over wat je gezien of
gehoord hebt.
Zoals de ouden zongen, zo piepen de jongen. -> Kinderen lijken op hun ouders.
Elk huisje heeft zijn kruisje. -> Iedereen heeft zijn/haar eigen problemen.
Met de gebakken peren zitten. -> 1) In de problemen zitten. 2) Dat iemand zwanger is.
De pot verwijt de ketel dat die zwart ziet. -> Je beschuldigt iemand van iets dat jouw fout is.
De één zijn dood is de ander zijn brood. -> De één zijn ongeluk betekent de ander zijn geluk.
De beste stuurlui staan aan wal. -> Het is makkelijk kritiek te geven als je het zelf niet moet
uitvoeren.
Alle wegen leiden naar Rome. -> Er zijn verschillende manieren om tot één oplossing te
komen.
Nieuwe woorden:
De taal evolueert en ontwikkelt zich spontaan -> taalevolutie.
De veranderingen in de woordenschat vallen het meest op.
- Woorden verdwijnen als taalgebruikers deze woorden niet meer gebruiken. Dat kan
zijn omdat het woord ouderwets aanvoelt bv. Lijflust (libido) of omdat het voorwerp
waar ernaar verwijst wordt niet meer bestaat. -> Deze verdwijning is dan ook wel een
lang proces.
- Er komen ook voortdurend nieuwe woorden bij, je hebt dan ook wel nieuwe
woorden nodig voor nieuwe voorwerpen, maatschappelijke verschijnselen of
fenomenen: laptop, klimaatspijbelaar, globalisering, winkelhieren,..
De taal weerspiegelt zo de veranderingen in onze cultuur
Als woorden uit het woordenboek doordat de maatschappij verandert, is het logisch dat er
ook constant woorden bijkomen. Dat kan gebeuren op 3 manieren:
1. Woordschepping (niet vaak voorkomend)
Wanneer woorden uit het niets worden gevormd heet dit schepping. Dit is bijvoorbeeld
wanneer er een nieuw product op de markt is dat erg populair wordt, zo populair dat het
woord wordt opgenomen in het woordenboek. Vb.: skypen, googelen, …
, 2. Via neologismen
Ieder jaar komen er duizenden nieuwe woorden, neologismen, bij. Onder neologismen
worden niet alleen nieuwgevormde woorden verstaan (samenstellingen, afleidingen &
samengestelde afleidingen), maar ook al bestaande woorden met een nieuwe betekenis.
Veel neologismen zijn minder nieuw dan ze lijken, omdat meestal twee al bestaande
woorden worden samengevoegd in een nieuwe samenstelling.
Een stuk van nieuwe woorden komt in het ANW, een woordenboek van moderne
Nederlands. Niet alle woorden opgenomen in het woordenboek omdat ze niet lang worden
gebruikt, zoals jegging ‘jeanslegging’.
3. Via ontlening:
De overgrote meerderheid van nieuwe woorden in onze taal komt er door ontlening.
Als we in het Nederlands een woord overnemen uit een andere taal, dan wordt dat woord
soms niet, soms een beetje of soms helemaal aangepast. We maken dan ook een
onderscheid tussen:
a. Oude leenwoorden:
Woorden waarvan je de oorsprong niet meer kan achterhalen.
Vb.: kelder, vader, ...
b. Bastaardwoorden:
Woorden waarvan zijn aangepast aan onze taal (in spelling, uitspraak of
woordbouw), maar waar we de oorsprong kunnen achterhalen.
Vb.: downloaden, beamen, basketbal, ...
c. Vreemde woorden:
Woorden die onveranderd worden overgenomen in het Nederlands.
Vb.: online, chauffage, pizza, …
d. Barbarismen:
De woorden en uitdrukkingen die we rechtstreeks uit een andere taal gehaald
hebben noemen we barbarismen.
Op barbarismen wordt vaak negatief gereageerd. Ze zijn in strijd met de regels
van onze taal en dat we vaak de vreemde oorsprong van de woorden niet
herkennen dat ze als correct Nederlands beschouwd worden.
Hierdoor worden ‘barbarismen’ ook wel leenvertalingen genoemd zodat er geen
negatieve connotatie is.
Men die de taal zuiver willen houden worden taalpuristen genoemd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller efekanisiklar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.