Nederland 1515 - 1648
Wie de Nederlanden bezat, bezat tevens het meest verstedelijkte deel van Noord-Europa, het
kruispunt van handelsroutes en een belastingopbrengst waarvan vloten en legers te bekostigen
waren. Hertogen van Bourgondië gingen er daarom naar streven de Nederlanden in bezit te
krijgen. Vooral Filips de Goede had hierbij succes. Door erfenissen en oorlogen werd hij heer van
een groot aantal gewesten.
Filips voerde een centralisatiebeleid in om van al zijn gewesten een eenheid te maken en daardoor
zelf meer macht te krijgen:
- hij verplaatste zijn hof naar het centraal gelegen Brussel
- hij stelde stadhouders als vertegenwoordigers aan
- hij stelde de Staten-Generaal in, die in 1464 voor het eerst vergaderde
Katholieke kerk
Hierna werd Karel V in 1519 keizer van het Duitse Rijk (en de daarbij behorende zeventien
Nederlanden). In zijn regeringsperiode viel West-Europa langzaam uiteen door een verschil over
het geloof. Sommige critici vonden dat de Kerk de Bijbel anders uitlegde dan volgend hen voor de
hand lag en dat de Kerk er gebruiken op na hield die nergens in de Bijbel terug te vinden waren.
Een deel van de critici, zoals Erasmus, wilden alleen misbruiken zoals de a atenhandel
afscha en. Anderen besloten zich volledig van de katholieke kerk af te scheiden en vormden een
eigen beweging: het protestantisme. De hervormers die de grootste aanhang kregen waren Luther
en Calvijn.
Luther had de volgende kritieken op de katholieke kerk:
- de machtsaanspraken en zelfgemaakte wetten en regels waren onterecht
- alleen de Bijbel was richtinggevend. Hij wilde dat iedereen de Bijbel ging lezen in de volkstaal
- men kwam niet in de hemel door goede werken te doen en door de Kerk geld te betalen, maar
door in God te geloven. Door de a atenhandel maakte de Kerk het echter mogelijk om zonden
af te kopen met geld en te betalen voor Gods vergeving
- afscha ng van het pausschap, het celibaat, sacramenten, heiligenverering en kloosterorden
Zijn kritieken vatte hij samen in 95 stellingen, die hij in 1517 op de deur van Wittenberg spijkerde.
De paus gaf daarop een bevel om zijn opvattingen te herroepen. Toen Luther dit weigerde kwam
Karel V in actie: hij daagde Luther voor de Rijksdag van Worms in 1521. Hij weigerde Luther nog
steeds om zijn uitspraken te herroepen ‘hier sta ik, ik kan niet anders’. Karel V stelt daarom het
Edict van Worms op, waarin alle geschriften van Luther worden verboden en waarin hij vogelvrij
wordt verklaard. Luther kreeg echter bescherming van de vorst van Sasken. Deze steun van de
Duitse vorsten kreeg hij, omdat het lutheranisme voor hen erg aantrekkelijk was:
- zij werden het hoofd van de Kerk
- zij konden kloosters sluiten en de bezittingen overnemen
- volgens Luther moesten onderdanen de vorst altijd gehoorzamen
Ook Johannes Calvijn was een belangrijke hervormer. Twee belangrijke verschillen tussen zijn
opvattingen en die van Luther zijn:
- bij lutheranen is de vorst het hoofd van de kerk, bij de calvinisten bestuurt iedere gemeente
zichzelf door een raad van gekozen ouderlingen
- calvinisten mogen tegen hun vorst in verzet komen, als deze handelt tegen ‘Gods gebot’
In 1555 moet Karel erkennen dat hij geen (religieuze) eenheid kon brengen. Hij treed af als keizer,
maar daarvoor tekent hij eerst nog vrede tussen de Schmalkaldische Bond en de rest van zijn rijk.
Bij deze Vrede van Ausburg in 1555 dwongen de Duitse vorsten Karel V de afspraak ‘cuius regio
eius religio’ af: de vorst bepaalde voortaan het geloof in zijn grondgebied. In Nederland werd de
calvinistische Kerk daardoor het belangrijkst.
Het rijk van Karel wordt overgedragen aan Filips II. Karel had echter veel schulden door de
oorlogen opgebouwd, en Filips erfde als het ware een ‘ nanciële teringzooi’. Deze nieuwe vorst
was in de Nederlanden erg impopulair omdat hij nooit meer naar Nederland was teruggekeerd en
in 1559 de landvoogdes Margaretha van Parma hiervoor in de plaats aanstelde.
ff
ffi fl fi fl
, Begin van de Opstand
Twee indirecte oorzaken van de Opstand waren:
- de sterke positie van de stedelijke burgerij in de Nederlanden als gevolg van de opbloei van de
handel en nijverheid. De Bourgondische vorsten hadden van deze welvaart gepro teerd door
het he en van belastingen in ruil voor privileges aan de gewesten.
- het aantal protestanten groeide
Twee directe oorzaken van de Opstand waren:
- Karel V en Filips II gingen de protestanten streng vervolgen
- Karel V en Filips II streven naar centralisatie en het ongedaan maken van privileges
De centrale regering van Karel V begon met de benoeming van de drie Collaterale Raden in 1531.
De Raad van State zette samen met Karel V het regeringsbeleid uit.
De Geheime Raad was belast met de uitvoering van het beleid. Deze raad bestond vooral uit
juristen op wie Karel kon vertrouwen, terwijl in de andere Raden hoge edelen zaten, die vooral op
eigen belang uit waren.
De Raad van Financiën voerde het nanciële beleid uit. Ze regelde ook de bede: een verzoek om
belasting.
Filips II zet het beleid van zijn vader voort en streeft ook naar centralisatie. Hiervoor moeten de
protestanten nog harder aangepakt worden. Filips II laat dit in 1564 weten door middel van de
brieven van Segovia.
In april 1566 bood een groep lagere edelen aan de landvoogdes Margaretha van Parma een
smeekschrift aan met het verzoek de kettervervolgingen te matigen. Ketters waren aanhangers
van opvattingen die tegen de leer van de katholieke kerk ingingen. In 1550 werd de vervolging
strenger met de invoering van de Bloedplakkaten:
- het drukken, schrijven, verspreiden en bezitten van ketterse boeken
- het bijwonen van ketterse bijeenkomsten
- het prediken van het protestantisme
- het huisvesten van ketters
werd allemaal beantwoord met de doodstraf en het in bezit nemen van alle goederen.
Margaretha beloofde de plakkaten minder streng uit te voeren en stuurde het Smeekschrift door
naar Filips II. Hierdoor durfden de calvinisten openlijke acties uit te voeren, zoals het houden van
hagepreken.
In augustus 1566 kwamen kleine groepjes openlijk in verzet tijdens de Beeldenstorm, waar met
geweld heiligenbeelden, schilderijen en andere kostbaarheden uit kerken werden vernield of
verwijderd. Op deze manier werden de kerken ‘gezuiverd’.
Filips gaf de stadhouders de schuld van de Beeldenstorm (zij moesten immers de orde bewaren)
en zond de hertog van Alva naar de Nederlanden. Margaretha nam hierdoor ontslag in 1567 en
Alva werd de nieuwe landvoogd. Alva trad hard op en stelde de Raad van Beroerten (Bloedraad in
1567) in, die iedereen strafte die zich met de Beeldenstorm en andere opstandige activiteiten
hadden bemoeid. Hierdoor neemt hij ook alle bezittingen van Willem van Oranje af.
Het beleid van Alva was de directe oorzaak van de Opstand. Duizenden inwoners, waaronder
Willem van Oranje, waren naar het buitenland gevlucht: van daaruit begon een gewapende strijd
tegen de Spaanse overheersing.
Willem van Oranje wilde echter zijn bezittingen terug en viel in 1568 vanuit het Oosten binnen met
huurlegers. Het werd een Pyrrusoverwinning: er was zoveel verloren dat het eigenlijk geen
overwinning was voor Willem.
Van 1568 tot 1572 is er weinig gevochten: het was enkel een pam ettenoorlog. Willem van Oranje
wilde namelijk eerst de bevolking voor zich winnen, wilde hij kans maken tegen Alva.
De tegenstanders van Alva kwamen vanaf 1572 steeds meer in gewelddadiger verzet, zo keren
ook de watergeuzen zich tegen hem:
Watergeuzen leven van piraterij en maakten oorspronkelijk gebruik van de Engelse havens.
Elizabeth I was echter bang om hierover ruzie te krijgen met Spanje, waardoor de (calvinistische)
watergeuzen niet langer gebruik mochten maken van de Engelse havens.
De watergeuzen vertrokken naar Texel, maar kwamen door tegenwind aan in Den Briel (bezet door
de Spanjaarden). Hier commandeerden ze ‘in naam van Oranje’ om de poort te openen. Ze
mochten echter niet naar binnen, door hun slechte naam. De geuze begonnen daardoor tegen de
ff fi fl fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studiebolletje21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.