De samenvatting gaat over het hoorcollege van bindweefsel en de uitgeschreven teksten ervan op de USB-stick die je kon kopen. Het gaat over het vak Histologie die in eerste bachelor biomedische wetenschappen gegeven wordt tijdens tweede semester.
Deel 2: Algemene histologie: Bindweefsels
1. Algemene kenmerken
Inleiding: Functies
• Verbindend
• Ondersteunend
• Transport
• Verdediging
• Herstel
Grote variatie door extracellulaire matrix (=intercellulaire matrix)
Oorsprong: ongedifferentieerde mesenchymcellen migreren doorheen lichaam + ter plaatste
differentiëren ze tot de verschillende BWceltypen (nog wel overgangsvormen mogelijk)
à sommige types BW ook afkomstig van beenmergstamcellen
1.1 Extracellulaire matrix
3 onderdelen: grondsubstantie, bindweefselvezels, weefselvloeistof
A. Grondsubstantie
= vormt verbinding tussen cellen + eiwitvezels in BW
Opbouw: proteoglycanen + glycoproteïnen + watermoleculen
• Proteoglycanen: centrale eiwitketens, gebonden met glycosaminoglycanen (GAGs)
o Binding water aan GAG’s (hydrofiel): bepaalt resistentie BW tegen
drukkrachten
o Door hyaluronzuur: proteoglycanen vormen aggregaten à micro-
organismen moeilijker doorheen BW raken
à sommigen produceren hyaluronidase (breekt hyaluronzuur af)
àdoordringbaarheid vergroot
o Gesulfateerde GAG: bevat eiwitkoppeling
o Ongesulfateerde GAG: bevat geen eiwitkoppeling (bv. hyaluronzuur)
1
, • Glycoproteïnen: rol bij interacties tussen cellen + hechting cellen aan extracellulaire
matrix
o Fibronectine: hechting BWvezels aan BWcellen
o Laminine: vasthechting van epitheelcellen aan basale membraan
o Integrines (=matrixreceptoren): binden componenten aan extracellulaire
matrix
§ Verbonden aan cytoskelet
§ Afwisselende koppeling/ontkoppeling componenten met matrix
àcelmigratie
à ontkoppeling door desintegrines
B. Bindweefselvezels
Collageen, elastische vezels
Collageen
Eiwit, veel verschillende types, weinig rekbaar
Verdeling:
Fibrilvormende – netwerkvormende – verankerende collagenen
Synthese:
• Vorming polypeptide-𝛼-ketens thv RER
• Ketens gevlochten tot drievoudige helix: procollageen
• Procollageen naar GA à daar inbouw suikers
• Verder transport naar celmembraan à vrijgesteld door exocytose
• Extracellulair: door procollageenpeptidase eindstukje procollageen afgesplitst à
tropocollageen ontstaat à vormen basis collageen
• Polymerisatie tropocollageen tot collageenfibrillen
Types:
• Type I: meest voorkomend
o tropocollageen moleculen vormen collageenfibrillen (cross-linking +
polymerisatie) à samengevoegd tot collageenvezels à vormen
collageenbundels
o functie: zeer trekvast
• Type II: bestaat uit losse fibrillen die geen vezels vormen (vooral in kraakbeen)
o Functie: biedt weerstand aan inwendige druk
• Type III: tropocollageenmolculen bundelen tot reticuline vezels (reticulaire vezels)
(ondersteunen capillairen, zenuwvezels)
• Type IV: vormt geen fibrillen, eerder dun membraan
o component lamina basalis
o gemaakt door epitheelcellen
o steun, hechting, filtratie
• Type VII: verankeringsfibrillen à hechting epitheel (basaam membr.) aan
onderliggend BW
Aandoeningen:
- Dermatosparaxie: collageendefect, huid heel los van onderliggend BW
- Lathyrisme: neurologische ziekte
2
, Elastische vezels
Bevatten elastine (glycoproteïne) à uitrekbare structuur
Opbouw elastine: desmosine + isodesmosine à zorgen voor gele kleur
• Elastine niet opgebouwd uit aparte fibrillen
• Elastinevezels omgeven door collageen fibrillen (microfibrillen)
Ontstaan:
• Microfibrillen bundelen tot oxytalanvezels
• Afzetting elastine tussen oxytalanvezels à vorming elauninevezels
• Verdere ophoping elastine tot elastische vezel
C. Weefselvloeistof
Weefselvloeistof gebonden aan GAGs van grondsubstantie
Functie: aanvoer voedingsstoffen / afvalsafvalstoffen
Proces:
• Arteriële zijde: H2O met opgeloste stoffen treedt uit bloedbaan à eiwitten blijven
achter (want te groot) à hydrostatische druk hoger in arteriolen à vocht geperst uit
bloedbaan)
• Meer riching capillaire: colloïd osmotische druk stijgt (naarmate bloed meer naar
veneuze richting)
• H2O + opgeloste stoffen terug opgenomen in capillairen
• Hoeveelheid H2O uit bloedbaan groter dan hoeveelheid H2O erin
• Geen vochtopstapeling, want extra vocht afgevoerd door lymfevaten
• Als verstoring: ontstaan oedeem (= aanwezigheid van vocht op plaatsen in het
lichaam waar vocht normaal niet of nauwelijks aanwezig is
Hydrostatische druk
colloïd osmotische druk
venule
arteriole
1.2 Classificatie van bindweefsel
• Bindweefsel in engere zin (strictu sensu)
o Losmazig, dicht regelmatig, dicht onregelamtig
• Bindweefsel met specifieke eigenschappen
o Vetweefsel, elastisch BW, mucoïd BW, reticulair BW, bloed, bloedvormend weefsel
• Steunweefsels: kraakbeen, botweefsel
2. Bindweefsel strictu sensu
Bevat bloedvaten!!
3
,2.1 Bindweefselcellen
Vaste cellen vs. vrije cellen
- Vaste cellen: ontstaat ter plaatste door deling
- Vrije cellen: vaak vervangen, ontstaat uit beenmergstamcellen (via bloedbaan in BW s.s.
terechtkomen)
Gesecreerde materiaal afgezet rondom cel à volledig ingesloten
A. Vaste cellen: fibroblasten en fibrocyten
Fibroblasten
• Maakt alle bestanddelen BW aan
• Verantwoordelijk voor osteoblasten (bot) + chondrocyten (kraakbeen)
• Meer ovalere kern met meer euchromatine
Fibrocyten
• Als cel volledig ingesloten door eigen geproduceerde materiaal à wordt fibrocyt
• Houdt matrix in stand
• ‘rustend’ stadium
à als bv. wond: fibrocyt veranderen naar fibroblast en zo opnieuw matrixmateriaal
aanmaken
• Meer platte, donkere kern met veel heterochromatine
B. Vrije cellen: mestcellen
• Mucosale + bindweefselmestcellen
• Uit beenmergstamcellen
• Rol bij allergische reacties
• Bevatten histamine + heparine
o Histamine: verhoging permeabiliteit bloedvaten
o Heparine: tegengaan bloedstolling
• Aanwezigheid granules
• Activering mestcel door binding antigeen aan immunoglobuline E (IgE)à vrijstelling
secretieproducten (exocytose)
4
, Anafylactische reactie
• Wel sentitisatie nodig (= het gevoelig maken v/h lichaam voor een bepaalde
lichaamsvreemde stof)
• Voorgaand contact antigen
• Pas na meerdere contacten reactie
Vb. latex
Anafylactoïde reactie:
• Geen sentitisatie nodig
• Direct na 1x al reactie
Vb. bijengif
C. Macrofagen
VASTE + VRIJE cellen
• Macrofagen die horen bij mononucelair fagocytosesysteem
o Differentiëren vanuit monocyten (= witte bloedcel)
• Weefselmacrofagen
o Horen tot reticula-endotheliaal systeem
o Lang overleven
o Delen lokaal (niet vanuit monocyten)
Functie: verdediging, afweer: antigeen-presenterende cellen
à kunnen virusdeeltjes afbreken in stukken + presenteren aan opp. cel zodat afweercellen
eraan kunnen
D. Vrije cellen: Plasmacellen
• Ontstaan uit geactiveerde B-lymfocyten
à soms omvormen tot geheugencellen ipv plasmacel
• spaakvormige verdeling van het chromatine in de nucleus.
• Produceren antilichamen + geheugencellen: belangrijk bij eerste-lijns-verdediging
Macrofaag neem virusdeel op + in stukjes aan opp. terug presenteren
o Stukjes herkend door T-helper cellen: produceren stoffen waardoor bepaalde B-
lymfocyten gaan differentiëren tot plasmacellen
o Plasmacellen gaan specfieke antilichamen produceren
o Immunoglobulines complex vormen met antigen + wordt opgeruimd
E. Vrije cellen: leukocyten
= witte bloedcellen, helpen bij afweersysteem
2.2 Indeling van bindweefsel s.s.
A. Losmazig bindweefsel
• Gemakkelijk vervormbaar
• Meest verspreide type
• Veel vrije cellen
• Extracellulaire matrix uit viskeuze gel à door grote aanwezigheid hyaluronzuur in
grondsubstantie
• Lichtmicroscoop: lijkt alsof gaatjes/mazen in zitten
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VFua. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.