100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Histologie samenvatting kraakbeen+bot $4.34   Add to cart

Summary

Histologie samenvatting kraakbeen+bot

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

De samenvatting gaat over het hoorcollege van kraabeen, bot en de uitgeschreven teksten ervan op de USB-stick die je kon kopen. Het gaat over het vak Histologie die in eerste bachelor biomedische wetenschappen gegeven wordt tijdens tweede semester.

Last document update: 2 year ago

Preview 5 out of 10  pages

  • April 12, 2021
  • January 22, 2022
  • 10
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Deel 2: Algemene histologie: Bindweefsels (kraakbeen, bot)
1. Kraakbeen
kraakbeen groeit soms verder tot botweefsel à soms ook niet omdat flexibele versteviging
noodzakelijk is (bv. luchtpijp)

Functies:
• weerstand tegen trek- en drukkrachten
• schokdemper
• ondersteuning
• als smeersel in bv. gewrichten

Algemene opbouw: kraakbeencelen + extracellulaire matrix

1.1 Extracellulaire kraakbeenmatrix
Kraakbeenmatrix moet vorm behouden + veerkracht hebben
à samenwerking van BWvezels, grondsubstantie en weefselvloeistof zorgen hiervoor

• BWvezels (eiwitvezels): collageen type II (fibrillen) + elastische vezels
• Grondsubstantie: proteoglycanen + glycoproteïnen
o Proteoglycanen: uit GAGs die covalent gebonden zijn aan centrale as eiwit
§ Eiwitketens via verbindingseiwitten gebonden aan
hyaluronzuurmoelculen à vorming aggrecanen
§ Zijketens van GAG’s elektrostatisch gebonden aan collagene vezels
à door tussenverbindingen stevige matrix
o Glycoproteïnen: kraakbeen maakt chrondronectine aan
= kraakbeenmatrixeiwit dat chondrocyten hecht aan collageen type II
• Weefselvloeistof: 75% water gebonden aan KB matrix

Veerkracht matrix komt door:
• Elektrostatische verbindingen tussen collageenvezels en de GAG-zijketens
• Vasthouden van water door negatief geladen GAG-zijketens van proteoglycanen à
schokbreker effect
• Buigzaamheid + onderlinge verschuifbaarheid collagene fibrillen
• Door weefselvloeitsof




1

,1.2 Kraakbeencellen: opgebouwd uit chondroblasten en chondrocyten
Chondroblasten:
• maken extracellulaire matrix aan à matrixcomponenten rondom zichzelf afzetten
• uitgebreid RER, GA
• terugvinden aan periferie kraakbeenstuk à kunnen bijdragen tot diktegroei
• lacunes (met kraakbeencellen) nog onvolledig
• starten ook met productie grondsubstantie + collageen II

Chrondrocyten:
• matrixcomponenten rondom zichzelf afzetten zodat volledig ingesloten
• kunnen nog delen, herdelen
à dochtercellen als isogene groepjes (want cellen kunnen niet door matrix migreren
omdat ingesloten)
à 1 isogeen groepjes uit eenzelfde stamcel
• kraakbeencellen in lacunes
• territoriale matrix, celhof= gebied rondom chondrocyten dat rijker is aan GAGs en
armer aan collageen

1.3 Perichondrium
Kraakbeen bevat GEEN bloedvaten, lymfevaten à is dus volledig afhankelijk van omgeving voor
aan/afvoer stoffen à daarom overal rondom kraakbeen is perichondrium
= kapsel van dicht bindweefsel
• Bevat bloedvaten: stoffen vanuit bloedbaan, doorheen BW, weefselvloeistof kraakbeen
• Van belang voor groei kraakbeen
• Stevige buitenste vezelrijke laag + binnenste (tegen kraakbeen) celrijke (chondrogene)
laag
• Uitzondering gewrichtskraakbeen + vezelig kraakbeen!!
à niet omgeven door perichondrium
o Gewrichtskraakbeen= hyalien kraakbeen dat gewrichtsopp. aflijnt
o Synoviale vocht in gewrichtsruimte zorgt voor aanvoer stoffen


1.4 Histogenese, groei, degeneratie en regeneratie
Chondrificatie= chondrogenese= vorming nieuw kraakbeen

• Kraakbeen ontstaat doordat mesenchymcellen gaan ophopen op bepaalde plaatsen
(die plaats is het chondrificatiecentrum)
• Mesenchymcellen differentiëren tot chondroblasten
• Chondroblasten maken kraakbeenmatrix aan rondom zich
• Chondrocyten ontstaan als de chondroblasten vast zitten in eigen matrix (in lacunes)

Kraakbeen kan op 2 manieren in grootte toenemen:
• Interstitiële groei: deling chrondocyten à verdere afzetting matrix
• Appositionele groei: chondroblasten zetten matrix af à worden chondrocyten

Kraakbeenmatrix kan verkalken
• Tijdens ontwikkeling bot (vervanging kraakbeen door bot) is dit normaal
• Kan ook betekenen: beschadiging kraakbeen (want geen diffusie meer plaatsvinden
à kraakbeencellen sterven af door gebrek aan O2 en voedingsstoffen)


2

,1.5 Indeling kraakbeentypen
Indeling o.b.v. organisatie + type BWvezels
A. Hyalien kraakbeen
• Matrix uit collageen type II
• Fibrillen in LM niet zichtbaar omdat zo fijn (typische collageen type II) zijn dat ze
wegvallen door grondsubstantie
• Meest voorkomende kraakbeentype

B. Elastisch kraakbeen
• Vormt stevige, buigzame, vervormbare structuur
• In matrix: collageen type II fibrillen + elastische BWvezels
• Isogene groepen dichter bij elkaar, minder matrixmateriaal ertussen
Vb. gehoorschelp, epiglottis

C. Vezelig kraakbeen
• Bestand tegen grote trekkrachten
• Matrix: collageen type I à liggen parallel in bundels à bepalen zo richting waarin
chrondorcyten (die delen) zich oriënteren
• Isogene groepen in rijen parallel aan collageenbundels
Vb. tussenwervelschijven (annulus fibrosus)




2. Bot
2.1 Algemeen
A. Soorten botten
Compact bot:
• dicht opeengeplakt botweefsel
• Meestal rond 1 grote centrale (merg)holte gelegen

Spongieus bot
• Grote hoeveelheid dunne botbalkjes (trabeculae) met ertussen kleine open ruimten
(mergholten)

à Holtes van beide types gevuld met rood of geel beenmerg
(rood: werkt als reservemateriaal bij bloedcelvorming)

B. Botmatrix
• Verkalking, mineralisatie: in matrix slaan calcium en fosfaat neer à belangrijk voor
stevigheid botmatrix
• Opslagplaats voor mineralen (zoals bv. Ca en P)



3

, • Kan continu opgebroken/afgebroken worden à rol bij homeostase1 mineralen in bloed

C. Soorten botcellen
• Osteoblasten: botopbouwende cellen
• Osteocyten: volwassen botcellen
• Osteoclasten: bot afbrekende cellen

D. Opbouw lang pijpbeen
• Diafyse= cilindervormige centrale gedeelte (bestaat uit
laagje compact bot dat grote holte omgeeft)
• Geel beenmerg: opvulling grote centrale holte
• Periost(eum): beenvlies dat bot omvat
• Endost(eum): beenvlies meer naar holte toe
• Epifysen: aan beide uiteinden, maken deel uit
van gewrichten
à uit spongieus bot
à hyalien gewrichtskraakbeen
• Rood beenmerg: in mergholten in spongieus bot
• Epifysaire groeischijven= grens tussen diafyse en epifyse
in lange pijpbeenderen
à bestaan uit hyalien kraakbeen

2.2 Extracellulaire botmatrix
• Stevigheid + hardheid: door opbouw botmatrix uit organische + anorganische
componenten
o Organisch: Ca en P, collageen type I
o Anorganisch: Na en Mg à zorgen voor verkalking bot
• Opbouw: BWvezels + amorfe2 grondsubstantie (net zoals BW en kraakbeen)
• Uit collageen type I
• Organische component botweefsel afgezet door botcellen als osteoïd (= niet-verkalkte
matrix)
• Mineralisatie/verkalking: door afzetting calcium en fosfaat (à hardheid bot)
à afzetting onder vorm van hydroxy-apatiet kristallen
o Organische glycoproteïnen belangrijk voor botmineralisatie
o Kristallen in EM te zien als kleine zwarte naaldjes
o Als te weinig calciumionen en fosfaationen à botten verliezen stevigheid

2.3 Botcellen: osteoblasten, osteocyten, osteoclasten
A. Osteoblasten
= botopbouwende cellen
• Aanmaken osteoïd (voornamelijk collageen type I)
• Uitgebreid RER en GA
• Liggen in aaneengesloten rijen aan het botopp. à osteoblastenzoom
• differentiëren vanuit osteoprogenitorcellen (=voorlopercellen die ontstaan zijn uit
mesenchymcellen)
• gepolariseerd: cellen in 1 cellaag liggen, allemaal langs zelfde zijde osteoïd afzetten
à als polariteit verliezen, dan zich volledig omsluiten met matrix à osteocyten worden

1
Homeostase = inwendig milieu organismen is in evenwicht
2
Amorf = vaste stof zonder kristallijne structuur
4

, • kunnen in inactieve vorm voorkomen als ‘rustende botrandcellen’
• rol bij botafbraak + via indirecte hormonale werking ook op osteoclasten

B. Osteoocyten
= volwassen botcellen à functie: behoud, vervanging botmatrix
• Osteoblasten ingesloten door extracellulaire matrix à osteocyten
• Produceren glycosaminoglycanen à bezetten als laagje de wanden van lacunes en
canaliculi
• Diffusie niet mogelijk, want botmatrix verkalkt à oplossing!!
o Osteocyten bevatten uitlopers à maken gap junctions (nexusverbinding)
o Maken zo contact met naburige osteocyten (en osteoblasten)
à voedings- + afvalstoffen vervoeren (doorheen de vloeistof, maar het zijn de
bloedvaten die het naar mergholten brengen)
à uitlopers verlopen in canaliculi (kleine kanaaltjes) die met lacunes en
mergholten 1 geheel vormen met vloeistof erin
à diffusie kan plaatsvinden!!
o Vloeistof in canaliculi bewegen door contracties oestocyt-uitlopers
• Als osteocyten sterven, dan omliggend ebotmatrix afgebroken

C. Osteoclasten
= bot afbrekende cellen
• Botmatrix afbreken om ionen (vooral Ca) vrij te kunnen stellen
à samenspel osteoclasten + osteoblasten regelen concentratie ionen in bloed
• Ontstaan in beenmerg door fusie van monocyten tot veelkernige reuzencellen
à vorming osteoclasten staat onder invloed van osteoblasten + beenmergcellen
• Proces botafbraak:
o Osteoclast hecht vast aan botmatrix (door bindingseiwitten) tot
subosteoclastcompartiment à afsluitende zone gevormd (sealing zone)
à liggen tegen botranden in een uitholling van weggevreten matrix = lacune
van Howship
o Deel osteoclast dat naar compartiment geordend is, vergroot à ‘ruffled border’
ontstaat
o Bot afgebroken door zure vesikels in osteoclast à in subosteoclastcompartiment
worden lysosomale enzymen gesecreerd à daling pH veroorzaken à matrix
wordt verteerd
o Osteoclasten bevatten receptoren voor calcitonine (= hormoon dat botafbraak
remt) voor als genoeg Ca in bloed is




Ob= osteoblast
Ocl= osteoclast
Ot= osteoïd
*= osteocyt


5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VFua. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.34
  • (0)
  Add to cart