100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting P4. One size fits all? $3.35   Add to cart

Summary

Samenvatting P4. One size fits all?

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Problem 4 (One side fits all?) van blok 3.3 Interculturele pedagogiek. Samenvatting over: - De verschillen tussen autochtonen en migrantengezinnen in de behoefte aan opvoedingsondersteuning - De verschillen tussen autochtonen en migrantengezinnen in het gebruik van opvoedingsondersteuning - ...

[Show more]

Preview 3 out of 23  pages

  • April 14, 2021
  • 23
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
3.3 INTERCULTURELE PEDAGOGIEK




PROBLEEM 4. ONE SIZE FITS ALL?
LITERATUUR
- Bevaart, Mieloo, Jansen, Raat, Donker, Verhulst & Van Oort (2012) – Ethnic
differences in …
- Van den Broek & Kleijnen (2010) – Naar Hollands gebruik? H2. Formele
opvoedondersteuning
- Ince & Van den Berg (2010) – Overzichtsstudie interventies voor
migrantenjeugd. H4.
- Pels, Distelbrik & Postma (2009) – Opvoeding in de migratiecontext. Deel
II, H5 & H6.
- Van Mourik, Crone, Pels & Reis (2016) – Parents’ beliefs about the cause of
parenting …
- Verhulp, Stevens & Vollebergh (2018) – Op zoek naar verklaringen voor de


WELKE VERSCHILLEN ZIJN ER IN DE BEHOEFTES EN HET GEBRUIK VAN ZORG- EN/OF
OPVOEDONDERSTEUNING TUSSEN AUTOCHTONEN EN IMMIGRANTENGEZINNEN?

OPVOEDVRAGEN EN BEHOEFTES VAN IMMIGRANTENOUDERS PELS
Ouders met een migratieachtergrond ervaren volgens veel onderzoek meer
opvoedingsvragen en twijfels. Daarnaast ervaren migrantenouders andere
opvoedproblemen dan autochtone ouders.

DOMEINEN VAN OPVOEDVRAGEN VAN MIGRANTENOUDERS PELS
1. Controle: opvoedvragen gaan over hoeveel controle nodig is in de
Nederlandse samenleving.
- Vragen rondom de controle gaan met name over de pubertijd: hoe
ontstaat normafwijkend gedrag en hoe kunnen ouders dit voorkomen? Hoe
moeten ouders toezicht houden? Hoe moeten zij reageren op problemen?
Hoe zorgen ze dat kinderen genoeg ruimte en vrijheid hebben zoals
gebruikelijk in Nederland maar toch moreel blijft en respect heeft voor
ouderlijk gezag?
- Hoe zijn de eigen verwachtingen en normen te koppelen aan de vrijheid
die jongeren in Nederland gewend zijn?
 Vragen omtrent controle hebben Nederlandse ouders ook, maar bij
migrantenouders worden deze vragen en behoeftes verkleurt en
verzwaard door de culturele verschillen. Er zijn snellere verandering en
minder rolmodellen.

2. Steun: ouders hebben veel vragen over de onderlinge communicatie met
hun kinderen.
- Deze vragen staan vaak in verhouding met de eigen socialisatie van
ouders. Door de eigen hiërarchische opvoeding weten ouders niet hoe zij
responsief en sensitief met kinderen moeten communiceren.

, 3.3 INTERCULTURELE PEDAGOGIEK


- Schaamte bij bepaalde thema’s en gebrek aan kennis, inzicht en
vaardigheden om informatie leeftijdsadequaat over te brengen vergroten
de vragen en problemen.

3. Onderwijsloopbaan: ouders hebben twijfels en zorgen over de
schoolloopbaan doordat in veel gezinnen 1 of meer kinderen niet zonder
doubleren of leerproblemen het onderwijs doorlopen.
- De opvoedingsonzekerheid van ouders richt zich op onbekendheid met
lesmethodes en leerstof en het feit dat zij bij bepaalde vakken het niveau
niet bij kunnen benen.

4. Opvoeden in Nederland: opvoeden in de migratiecontext zorgt voor
extra twijfels en problemen.
- Rolomkering: de kinderen beter zijn in de Nederlandse taal.
- Ouders moeten hun kinderen opvangen bij ervaren uitsluiting en
stigmatisering.

5. Daarnaast is er nog het probleem van de-evaluatie van de eigen
opvoedingscompetenties. De migrantenmoeders zien de Nederlandse
moeders als opvoeding bekwamer, dit komt door de dominante
beeldvorming over goed ouderschap.

Er is een probleem met bridging tussen de leefwereld van migrantenjongens: de
leefwerelden kunnen niet aan elkaar verbonden worden door de twee
leefwerelden.
Bonding is het consolideren van de eigen culturele en religieuze identiteit.
 Bonding lukt ouders, bridging is lastig en gebeurt te weinig.

SOORTEN OPVOEDONDERSTEUNING (FORMEEL -1 E & 2 E LIJNS & INFORMEEL) V/D BROEK
Wanneer ouders vragen of zorgen hebben over de opvoeding en/of ontwikkeling
van kinderen kunnen zij opvoedondersteuning zoeken. Het doel is om de
positieve ontwikkeling van kinderen te optimaliseren.
- Informele ondersteuning: steun vanuit het netwerk, zoals familie, vrienden
en kennissen.
- Formele ondersteuning: professionals, zoals leerkrachten, huisartsen en
pedagogen. In de Centra Jeugd en Gezin (CJG) zijn de instanties van
ondersteuning samengebracht.

 Onderzoek toont dat migrantenouders minder gebruik van formele
opvoedingsondersteuning dan autochtoon Nederlandse ouders. Dit geldt
met name voor Turkse en Marokkaanse Nederlanders en vaker voor
immigranten met slechte taalbeheersing en lage opleiding. Surinaamse en
Antilliaanse ouders zouden wel vaker beroep doen op de formele
ondersteuning en vergelijkbaar zijn met de Nederlandse ouders.

Er kunnen twee soorten formele opvoedingsondersteuning onderscheden
worden:
o Eerstelijnszorgvoorziening (vb. huisarts, leerkracht of oppas) wordt het
vaakst geraadpleegd door ouders (71%).
o Met name autochtoon Nederlandse maken gebruik van
eerstelijnszorg (76% tegenover 55%).
o Tweedelijnszorgvoorziening (Bureau jeugdzorg, medische specialisten,
psychologen en pedagogen) worden aanzienlijk minder vaak geraadpleegd
door ouders.

, 3.3 INTERCULTURELE PEDAGOGIEK


o Migrantenouders maken vaker gebruik van
tweedelijnszorgvoorziening (57% tegenover 42%).

FACTOREN DIE BIJDRAGEN AAN GEBRUIK VAN OPVOEDONDERSTEUNING V/D BROEK
Het gebruik van formele opvoedingsondersteuning hangt samen met de
opvoedbeleving van ouders, de psychosociale problemen van kinderen en
achtergrondkenmerken. Wanneer er gecontroleerd wordt voor deze factoren
blijkt dat Turkse of Marokkaanse ouders alsnog significant minder vaak hulp
zoeken bij de opvoeding dan autochtoon Nederlandse ouders.

1) Opvoedbeleving: ouders die de opvoeding negatiever beleving zullen
eerder beroep doen op de formele opvoedingsondersteuning.
 Niet-westerse migrantenouders hebben gemiddeld een significant
minder positieve opvoedbeleving dan autochtone Nederlanders.

2) Psychosociale problemen: wanneer kinderen psychosociale problemen
vertonen zullen ouders eerder geneigd zijn om gebruik te maken van
formele opvoedondersteuning.
 Psychosociale problematiek komt vaker voor bij niet-westerse
migrantenkinderen en jongeren dan bij autochtoon Nederlandse. Met
name gedragsproblemen en peerproblemen komen vaker voor. Dit is bij
alle niet-westerse groepen, maar Surinaamse en Antilliaanse ouders
gebruiken wel meer zorg dan Turkse en Marokkaanse.

 Niet-westerse migrantenouders ervaren een minder positieve
opvoedingsbeleving en ervaren meer psychosociale problemen bij hun
kinderen. Toch maken zij weinig gebruik van opvoedingsondersteuning,
het verschil tussen de migrantenouders en autochtonen ouders wordt juist
groter wanneer er rekening gehouden wordt met deze variabelen. Deze
discrepantie is met name zichtbaar bij Turkse en Marokkaanse
Nederlanders: de mate waarin problemen voordoen staat niet in
verhouding tot hun relatief lage gebruik van formele
opvoedingsondersteuning.

3) Achtergrondkenmerken:
a. Gezinsvorm: alleenstaande ouders zoeken vaker hulp/advies bij de
opvoeding dan tweeoudergezinnen.
 Niet-westerse migrantenouders zijn significant vaker alleenstaand dan
autochtoon Nederlandse.  Opnieuw maken de Surinaamse en
Antilliaanse alleenstaande ouders meer gebruik van hulp terwijl Turkse
en Marokkaanse alleenstaande ouders niet vaker gebruik maken van
hulp.
b. Opleidingsniveau van ouders: ouders met een hoog
opleidingsniveau gebruiken vaker opvoedingshulp dan laag
opgeleide ouders.
 Turkse en Marokkaanse ouders zijn vaak gemiddeld lager opgeleid en
deze ouders gebruiken het minste de opvoedingsondersteuning.
Wanneer er gecontroleerd wordt voor opleidingsniveau blijven zij het
minst hulp zoeken.
c. Kinderaantal: hoe meer kinderen, hoe vaker er hulp wordt gezocht
bij de opvoeding.
 Ouders met een Turkse/Marokkaanse achtergrond hebben het hoogste
kinderaantal, maar maken het minste gebruik van
opvoedingsondersteuning.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilonagroeneveld. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83507 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.35
  • (0)
  Add to cart