Geschiedenis hoofdstuk 5.1!
Hoogste overlegorgaan: Staten-Generaal. Drie standen vertegenwoordigd: adel, geestelijke en
stedelijke burgerij.
17e eeuw Franse koningen streefde naar uitbereiding van hun macht en versterking van centraal
gezag. Vanaf 1614 riepen zij geen vergadering van de Staten-Generaal bijeen, politiek die zij
volhielden tot 1789. Kardinalen Richelieu (onder Lodewijk XIII) en Mazarin (onder Lodewijk XIV)
probeerde macht adel nog op andere manieren te beperken; ambtenarenapparaat uit breiden
(adellijke bestuurders en rechts minder taken hierdoor) en belasting rechtstreeks te heffen (zonder
adel als tussenkomst). Lodewijk XIV in 1661 macht van overleden Mazarin overgenomen, zette
centralisatie door. Hij legde bijvoorbeeld resterende overlegorganen, zoals parlement van Parijs,
steeds vaker zijn wil op (absolutisme).
Absolutisme in vier terreinen: politiek, militair, economisch en religieus. Politiek: koningen namen
alle beslissingen zelf en accepteerde geen tegenspraak. Lodewijk XIV stelde ambtenaren aan die
rechtstreeks aan hem rapporteerden, kondigde nieuwe wetten af en voerde censuur in (openlijke
kritiek moeilijker). Lodewijk XIV besteedde veel aandacht aan opbouw een parlement leger van
beroepssoldaten (goede trainingen, uitrusting en behoorlijk salaris). Lodewijk maakte einde aan
verkopen van rangen aan de adel, voortaan verleend. Dubbel voorbeeld; goed betaald en uitgerust
leger vormde een betrouwbaar instrument in handen van koning, daarmee macht adel inperkte.
Economische kant absolutisme mercantilisme. Moet zorgen voor voldoende reserves ter bekostiging
van Lodewijks buitenlandse avonturen, van leger en alle pracht en praal waarmee Lodewijk zich
omringde. Aanhangers dachten dat rijkdom van het land ten koste zou gaan van ander land. Daarom
grote goud- en zilvervoorraad, de export te bevorderen (geld kwam binnen) en import beperken. In
religieus opzicht streefde Lodewijk naar eenvormigheid. Hij werd ondersteund door hoge katholieke
kerkbestuurders (kardinalen en bisschoppen). Eind 16 e eeuw volgens Edict van Nantes
geloofsvrijheid. 1685 besloot Lodewijk edict te herroepen en ging over tot vervolging, protestanten
vluchten naar protestantse gebieden in Europa (De Nederlandse Republiek). Volgens de leer van het
droit divin (goddelijk recht) was koning plaatsvervanger van God op aarde. Vorst aan niemand
andere verantwoording schuldig dan aan God.
Manieren waarop vorsten macht probeerde te centraliseren in verschillende landen:
Rusland; 17e Rusland absolute monarchie. Van 1613 tot 1917 macht in handen van één familie
(Romanovs). Beperkte zeggenschap adel en geestelijke en schaften vormen lokaal zalfbestuur af. En
trokken militaire en administratieve taken naar zich toe. Leger werd gemoderniseerd, modern en
goed gedrild apparaat. Tsaar Peter de Grote was de stuwende kracht achter deze veranderingen, hij
regeerde tot 1682 tot 1725. Hoopte achterstand West-Europa in te lopen.
Pruisen (staat in Duitse Rijk (1618-1648); Grootmacht, basis groei gelegd door keurvorst Frederik
Willem, regeerde van 1440 tot 1688. Hij moderniseerde het leger ook, tot efficiënt geheel, verdienste
belangrijker dan afkomst. Hetzelfde met ambtenarij. Ambtenarenapparaat en leger steunpilaren
Pruisische vorsten. ‘Soldatenkoning’ Frederik Willen I, regeerde van 1713 tot 1740, leger groeide uit
tot modernste en sterkste van Europa. Hij vernieuwde ook belastingstelsel, leger op tijd en goed
betalen. Er was geloofsvrijheid!
Republiek der Nederlanden; hadden geen vorst aan het hoofd. Hadden zich vrijgevochten van
Spaanse landsheren, omdat zij zich verzetten tegen Spaanse pogingen centralisatie van belastingen
en bestuur en opleggen één geloof. In perioden dat Oranjes stadhouderschap vervulden, veel
invloed. Gold zeker voor Willen III (van 1672 en 1702) toen hij stadhouder was. Slaagde er niet in
koning te worden in Noordelijke Nederlanden. En gezag steden en gewesten te vestigen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cocodekoning. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.