De Geo bovenbouw Globalisering leeropdrachtenboek vwo
Voor mijn Aardrijkskundetoets over (onder andere) Globalisering H1 heb ik deze samenvatting gemaakt. Voor de toets had ik afgerond een 8. Ik hoop jullie zo ook op weg te helpen naar mooie resultaten!
Succes alvast :)
Paragraaf 1.1 De wereld indelen
Global village = mondiaal dorp; de wereld nu door de wereldwijde sociale
netwerken & door economische, politieke en culturele banden tussen landen.
De toenemende vervlechting in de wereld = globalisering.
Globaliseringsindex = de mate van globalisering in een land. Fase van
globaliseringsproces)
Op grond van overeenkomsten tussen bewoners en gebieden kan de wereld
worden ingedeeld in:
Cultuurgebieden: regio's met een gemeenschappelijke cultuur. Grenzen
tussen cultuurgebieden zijn niet scherp; heeft te maken met de vele
cultuurelementen: taal, religie, gewoonten, waarden en normen, kunst en
technologie. Macroregio's.
De bevolking in de cultuurgebieden delen samen een geschiedenis; niet
volledig homogeen; gaandeweg eigen culturele identiteit ontwikkeld.
Belangrijkste cultuurelementen: taal en religie. Soms taalverschil tussen
volken zo groot dat communicatie alleen via een derde taal mogelijk is:
lingua franca (taal van vroegere koloniale overheerser bv). Religie bepaalt
vaak de normen en waarden; invloed op de politiek.
Democratische gehalte: spreiding van de politieke macht. Kun je meten
aan de hand van democratie-index: getal tussen 0 en 10 waarin
kenmerken van democratie in zijn verwerkt zoals het omgaan met
mensenrechten.
Welvaart; kun je meten aan de hand van het BBP/inw Bruto Binnenlands
Product per inwoner) (alle goederen en diensten die in een land worden
geproduceerd) of het BRP/inw Bruto Regionaal product met inwoner)
Globalisering 1
, wanneer je het bbp bekijkt voor een groter of kleiner gebied dan een land.
Hou bij berekeningen met BBP in achterhoofd:
Informele sector; wordt niet meegerekend in het BBP. Veel mensen in
ontwikkelingslanden werken in de informele sector.
Zelfvoorziening; wordt niet meegenomen in het BBP
Koopkracht; er bestaan prijsverschillen tussen landen.
Regionale ongelijkheid; wordt door landelijk gemiddelde BBP
verborgen.
Sociale ongelijkheid; grote (onrechtvaardige) inkomensverschillen;
wordt verborgen in BBP.
Beroepsbevolking; naarmate het (economische) ontwikkelingspeil
toeneemt in een land, veranderd de samenstelling van de
beroepsbevolking; vooral het aandeel in de landbouw/primaire sector.
Bevolkingsdichtheid; bevolkingsspreiding heeft te maken met
aantrekkelijkheid van gebieden; in steden relatief de meeste mensen;
urbanisatiegraad / verstedelijkingsgraad is wereldwijd 50%; welvarende
regio's zijn meestal sterker verstedelijkt. Echter is het
verstedelijkingstempo in arme macrogebieden hoger.
Paragraaf 1.2 Scheidslijnen in Europa
Scherpe grens tussen Azië en Europa ontbreekt wat betreft natuurlijke grens
en cultuurgrens. Meningen over oostgrens Europa zijn verdeeld.
Indo-Europese talen Indo-Germaanse talen) vormen taalfamilie van ca. 400
talen. Worden voornamelijk gesproken in Europa en Zuidelijk Azië. Deze Indo-
Europese talen verspreidden zich door migratie en eeuwenoude contacten over
de rest van Europa die elk een eigen vorm kreeg door de al gangbare taal in die
gebieden, hieruit volgden: de Romaanse, Baltisch-Slavische en Germaanse
taal. Er is discussie over waar de cultuurhaard ligt van deze Indo-Europese
talen: Anatolië Turkije) / Kurgan Ten noorden van Kaspische Zee).
Diffusie = Verspreiding van een verschijnsel van gebied tot gebied (ruimtelijke
diffusie) of binnen bevolkingsgroepen (sociale diffusie).
Globalisering 2
, Door de wijd verbreide taalfamilie in Eurazië is een tweedeling met taal als
indicator onmogelijk.
Europa kent een verleden aan processen van staatkundige verbrokkelingen. Bij
het ontbreken staatkundige stabiliteit spelen geopolitieke, culturele en
economische factoren een rol:
Geopolitiek: deze term wordt gebruikt om machtsverhoudingen tussen
(groepen) landen te beschrijven. VB = tot jaren '80 had SU veel geopolitieke
invloed, daarna verminderde deze omdat landen zich afkeerden tegen
Rusland en aansluiting zochten bij het westen → verandering
machtsverhoudingen. In het heden probeert Rusland zijn invloed in
Oekraïne te behouden waarbij ze de Krim en andere gebieden aan de
oostgrens bezetten.
Cultureel: culturele verschillen zorgden voor instabiliteit. Bij heterogene
bevolking proberen staten natievorming → wanneer volken daar niet mee
eens zijn, kan regionalisme opkomen: het streven naar een vorm van
zelfbestuur of eigen soevereine staat. Als zo'n volk dat voor elkaar krijgt, is
er sprake van separatisme. VB = Catalonië.
Economisch: inkomensverschillen, economische groeiverschillen
(ontwikkelingspeil) kunnen zorgen voor scheidslijnen. VB = Catalonië, zij
zijn gemiddeld rijker dan Spanje. Ook kunnen landen zich economisch
achtergesteld voelen.
Blokvorming = Organisatie van landen, vooral op economisch / politiek gebied.
VB = EU, 's werelds grootste handelsblok. De EU kent een snelle uitbreiding in
de afgelopen 30 jaar → de globalisering in dit samenwerkingsverband is sterk
toegenomen.
Na Koude Oorlog voegde veel Midden en Oost Europese landen zich toe
door de veranderende geopolitieke verhoudingen.
EU is uitgebreid naar politiek, migratie, financiën en veiligheid. Echter nam
laatste decennia de verdeeldheid onder EU-staten toe.
Lidmaatschap GR onder druk door enorme financiële problemen en
vluchtelingenstroom. In Europese landen groeit laatste jaren weerstand
Globalisering 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chiaravanderlaarse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.