Ars Aequi Handboeken - Kernbegrippen van de Algemene wet bestuursrecht
Inleiding bestuursrecht samenvatting waarbij de vereisten en de uitleg van de 3 begrippen (belanghebbende, besluit & bestuursorgaan) duidelijk zijn uitgelegd.
Waarom is het zijn van een bestuursorgaan van belang?
- De Awb is alleen van toepassing op het handelen van een bestuursorgaan
- Geen bestuursorgaan = geen besluit in de zin van art. 1: 3 Awb.
- Geen besluit = geen bestuursrechtelijke bescherming (bezwaar, beroep).
Als je een orgaan van een publiekrechtelijke rechtspersoon bent, ben je een a-
orgaan. Een a-orgaan is een orgaan van een rechtspersoon die krachtens
publiekrecht is ingesteld. De rechtspersoon krachtens publiekrecht zelf is dus nooit een
bestuursorgaan.
A- bestuursorganen: vereisten
Art. 1:1 lid 1 sub a Awb:
- orgaan van een
- rechtspersoon die
- krachtens publiekrecht is ingesteld.
Publiekrechtelijk rechtspersoon = nooit een orgaan
Het bureau is geen bestuursorgaan. Het bureau krijgt in artikel 281 rechtspersoonlijkheid
toebedeeld. Het bureau is dus een publiekrechtelijke rechtspersoon. Dat zijn zelf nooit
organen.
Rechtspersoon krachtens publiekrecht?
● Rechtspersoonlijkheid op grond van de wet
● Art. 2: 1 Bw:
- lid 1: De Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, alsmede
alle lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is
verleend, bezitten rechtspersoonlijkheid. (Openbare lichamen= aantal
organen dat gezamenlijk een gemeenschapsverband vormt)
- Lid 2: Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is
opgedragen, bezitten slechts rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of
krachtens de wet bepaalde volgt. (Rechtspersonen sui generis)
➔ Bv: Advocatenwet artikel 17 lid 3 bepaalt dat de NOVA
rechtspersoonlijkheid bezit en dus een publiekrechtelijke
rechtspersoon is.
Organen
● Eigen taken en bevoegdheden, die blijken uit de wet
1
, ● De organen die zich bezighouden met bestuur van de Staat, de provincie, gemeente
en de waterschappen (art. 2:1 lid 1 Bw) → de organen die zich bezighouden met
publiekrechtelijke rechtspersonen.
Publiekrechtelijke rechtspersonen - bestuursorganen
- Staat: Ministers en staatssecretarissen
- Provincie: GS, PS, Commissaris van de Koning
- Gemeente: College van B&W, gemeenteraad, burgemeester
- Waterschap: College van Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf
● Organen van andere publiekrechtelijke rechtspersonen
- sociale verzekeringsbank (art. 3(2) SUWI, Raad van bestuur)
Uitzonderingen: art. 1:1 lid 2 Awb.
Artikel 2:1 lid 2: Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen,
bezitten slechts rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde
volgt. (Rechtspersonen sui generis)
→ Is in een specifieke wet bepaalt dat Nederlandse orde van advocaten
rechtspersoonlijkheid bezit? Is de NOVA zelf rechtspersoon krachtens publiekrecht? In de
advocatenwet artikel 17 lid 3 bepaalt dat de NOVA rechtspersoonlijkheid bezit en dus een
publiekrechtelijke rechtspersoon is.
Privaatrechtelijke rechtspersonen → staan alleen in art. 2:3 BW! Limitatief!
B- bestuursorganen
● Particuliere instellingen (zoals stichtingen en NV’s) waaraan een deel van de
overheidstaak is opgedragen
● Zijn met ‘enig openbaar gezag bekleed’, (art. 1:1 lid 1 sub b Awb) d.w.z: voor een
deel van hun activiteiten bevoegd eenzijdig rechten en plichten voor een ander in het
leven te roepen of bindend vast te stellen → Bevoegd zijn!
● Dit is: anders dan een a- bestuursorgaan, een materieel criterium
Art. 1:1 lid 1 sub b Awb → een ander persoon of college & met enig openbaar gezag
bekleed
Twee soorten B- bestuursorganen (wettelijk & buitenwettelijk)
1. B- bestuursorganen die hun bevoegdheden uitoefenen op basis van enig wettelijk
voorschrift (bv: Stichting Fonds voor de podiumkunsten)
2. B- bestuursorganen die een ‘publieke taak’ vervullen en onder bepaalde
voorwaarden besluiten nemen zonder dat die bevoegdheid daartoe bij de wet is
toegekend. → Alleen bij organen van privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke
uitkeringen of geld waardeerbare voorzieningen aan derden strekken.
➔ financieel vereiste
➔ inhoudelijk vereiste
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isapeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.