Dit probleem gaat over:
De begrippen eigendom, bezit en houderschap
De overdracht van roerende zaken
De literatuur is:
W.H.M. Reehuis, Zwaartepunten van het vermogensrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2020, H2 (m.u.v. 2.2), H3.1 t/m 3.5 (m.u.v. nr. 63), H5, H6 en H8.1 t/m 8.2.3
Hijma en M.M. Olth...
W.h.m. reehuis, zwaartepunten van het vermogensrecht, deventer: wolters kluwer 2020, h2 (m.u.v. 2.2)
May 3, 2021
13
2020/2021
Summary
Subjects
privaatrecht probleem 6
eigendom
bezit en houderschap
eigendomgoederen recht
goederen recht
compendium nederlans vermogensrecht
overdracht van roerende zaken
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Rechtsgeleerdheid
Inleiding Privaatrecht
All documents for this subject (102)
Seller
Follow
florinebriet
Reviews received
Content preview
Probleem 6 IPR Florine
Literatuur:
1. Wat is eigendom? 207-208, 211-218, H2.
2. Wat is het verschil tussen eigenaar zijn van een zaak en de macht hebben over een zaak? 168-
172, H5.
3. Wanneer gaat de eigendom van roerende zaken (zoals speelgoed) over? 100-105, 108-112,
114-116a, 125-127, 173-177, H3, H6, H8.
1. Wat is eigendom?
Art 5:1 lid 1 BW: Eigendom is het meest omvattende recht wat een
persoon op een zaak kan hebben.
Hieruit blijken twee kenmerken:
1. Eigendom is per definitie een volledig recht.
2. Eigendom kan slechts bestaan op zaken, en dus nooit op vermogensrechten.
(Deze omschrijving geeft niet aan wat de inhoud van het eigendomsrecht is want dit wordt
gekarakteriseerd door de aan de eigenaar toekomende bevoegdheden.)
Het eigendomsecht rust op een gehele zaak, incl. haar bestanddelen Art 5:3 BW. Wat
bestanddelen zijn volgt uit art 3:4 BW. (Het zijn onzelfstandige zaak delen.) Als een bestanddeel
voordat het onderdeel van de zaak werd, geen eigendom van de eigenaar was, leidt art 5:3 BW tot
eigendomsverkrijging door natrekking.
Art 5:1 lid 2 BW: Rechten en beperkingen
De eigenaar van een zaak heeft het recht om een zaak – met uitsluiting van anderen – te gebruiken
(art 5:1 lid 2 BW), daarvan de vruchten te trekken (art 5:1 lid 3 BW) en daarover op de meest
volstrekte wijze te beschikken (art 3:81 en 3:83 BW).
De eigenaar van een zaak kan een ander dus van het genot van de zaak uitsluiten of het juist
toestaan. En hij is ook met uitsluiting van anderen bevoegd over een zaak te beschikken of het
beschikkingsrecht juist door een ander te laten uit oefenen. Eigendomsrecht bevat dus een positief
en een negatief element:
Positieve bevoegdheden: De eigenaar is bevoegd tot gebruik, genot en beschikking.
Negatieve bevoegdheden: De eigenaar hoeft niet van anderen te dulden dat zij handelingen
uitvoeren waartoe alleen hij op grond van zijn eigendomsrecht bevoegd is. (exclusief karakter).
Maar de eigenaar kan ook beperkt worden in zijn gebruik van een zaak. Een aantal beperkingen zijn:
- Door rechten van anderen:
a. Beperkte rechten (bijv. vruchtgebruik, pand, erfdienstbaarheid).
b. Persoonlijke rechten (bijv. huur en pacht)
- Door de wet:
A. Wetten in formele zin
1. In de Grondwet: onteigening (art 14 Gw).
2. In het Burgerlijk Wetboek: (met name in titel 5.3 en 5.4)
- Beperkingen van de positieve bevoegdheden: bijv. art. 37, 39 , 42 en 50 uit boek 5
BW.
- Beperkingen van de negatieve bevoegdheden: bijv. art 23, 54, 56, 57, 58 van boek 5
en art 168 en 212 van boek 6 BW, (in deze gevallen is de ander verplicht tot
schadeloosstelling door de wet of op grond van de ongerechtvaardigde verrijking).
, 3. Buiten het BW: als bepaalde bevoegdheden met betrekking tot een zaak aan de overheid
worden toegekend.
B. Voorschriften van lagere wetgevers
De bevoegdheidsbeperking is geldig wanneer het lagere voorschrift:
1. Algemene regels inhoud/een wimz is.
2. De eigenaar het genot niet geheel beperkt.
3. De eigenaar niet een uitdrukkelijk door de wet toegekende bevoegdheid ontneemt.
4. De beschikkingsbevoegdheid niet beperkt.
- Door het ongeschreven recht:
a. Regels van ongeschreven publiekrecht
b. Regels van ongeschreven privaatrecht Strijd met het hetgeen volgens het ongeschreven
recht in het maatschappelijk verkeer betaamd (net als in art 6:162 lid 2 BW). Voorbeelden
hiervan zijn hinder en misbruik van bevoegdheden.
Hinder – art 5:37 BW:
Dit onrechtmatig handelen heeft vaak vermindering van het genot, dat de eigenaar van een naburig
erf van zijn onroerende zaak heeft, tot gevolg. Hinder kent 2 functies:
1. De offensieve functie (beperkt de positieve bevoegdheden): De eigenaar is niet bevoegd zijn zaak
op zodanige wijze te gebruiken dat dit ongeoorloofde hinder voor de eigenaars van naburige
erven oplevert.
2. De defensieve functie (nadere invulling van de negatieve bevoegdheden): De eigenaar behoeft
geen hinder te dulden die het gebruik of genot van zijn zaak vermindert.
Niet alle hinder is onrechtmatig in de zin van art 6:162 lid 2 BW. Of het onrechtmatig is hangt af van:
- de aard, ernst en duur van zowel de hinder als de toegebrachte schade
- de verder omstandigheden van het geval: bijv. (1) het gewicht van de met de activiteit gediende
belangen, (2) mogelijkheid en bereidheid om maatregelen ter voorkoming van de schade te
nemen, (3) de vraag of de hinder al bestond toen de benadeelde zich ter plaatse vestigde en (4)
andere plaatselijke omstandigheden.
De hinder kan niet gerechtvaardigd worden door:
a. Het feit dat de eigenaar een door de wet toegekende bevoegdheid uitoefent.
b. Het feit dat men een voor de gedraging verplichte milieu- of bouwvergunning heeft.
c. Het feit dat door de gedraging zwaar wegende maatschappelijke belangen worden gediend.
Misbruik van eigenaarsbevoegdheden – art 3:13 BW:
Er is sprake van misbruik wanneer de eigenaar zijn bevoegdheden gebruikt op een manier zoals
omschreven in art 3:13 lid 2 BW. Ook misbruik heeft 2 functies:
1. Het beperkt de eigenaar in de hem toegekende positieve bevoegdheden. Bijv. een eigenaar is
niet meer bevoegd een gebouw op zijn grond te zetten wanneer het bedoelt is om een ander te
schaden.
2. Het beperkt de eigenaar in de hem toegekende negatieve bevoegdheden. De eigenaar moet
dulden dat andere handelingen verrichten waartoe alleen hij bevoegd is wanneer het verbieden
van deze handelingen in strijd zou zijn met art 3:13 BW.
Als door misbruik van bevoegdheid schade word toegebracht zal de eigenaar op grond van art 6:162
BW aansprakelijk zijn.
Verschil misbruik van eigenaarsbevoegdheden en ongeoorloofde hinder:
Hinder = aantasting van de positie van de ander, e benadeelde wordt getroffen in het genot of
gebruik van zijn eigen zaak.
Misbruik van eigenaarsbevoegdheid = vorm van eigendomsuitoefening, waarbij de benadeelde wordt
getroffen in het toevallige genot of gebruik dat hij heeft van andermans zaak. (levert marginale
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller florinebriet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.