100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 'WHAT IS THIS THING CALLED KNOWLEDGE?' - DUNCAN PRITCHARD EDITIE 4 $3.44   Add to cart

Summary

Samenvatting 'WHAT IS THIS THING CALLED KNOWLEDGE?' - DUNCAN PRITCHARD EDITIE 4

1 review
 57 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een uitgebreide samenvatting van het boek What is this thing called knowledge van Duncan Pritchard editie 4. Ook voorbeelden uit het boek worden beschreven op bepaalde abstracte begrippen beter te kunnen begrijpen. De samenvatting is aangepast aan de leerstof van de RUG.

Preview 4 out of 44  pages

  • Yes
  • May 8, 2021
  • 44
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: marijewierenga • 1 year ago

avatar-seller
What is this thing called knowledge? Duncan Pritchard – 4e editie 2018

Part 1: What is knowledge?

Chapter 1: Some preliminaries

Types of knowledge
Er zijn ontzettend veel verschillende soorten kennis: Geografische, taalkundige, wiskunde,
esthetische, ethische en wetenschappelijke kennis. Gegeven al deze ontelbare soorten ken nis,
wat, als er al iets is, verbindt al deze soorten kennis dan met elkaar? Dit soort vragen worden
gesteld door mensen die epistemologie studeren; de theorie van kennis.
Kennis in kwestie, wat propositionele kennis wordt genoemd, is kennis waarbij geen sprake is
van ervaring of vertrouwdheid. Een propositie is iets wat beweerd door een zin die zegt dat er
iets aan de hand is, bijvoorbeeld dat de aarde plat is. Ook wordt er in dit boek
bekwaamheidskennis behandeld. Dit is een belangrijke soort kennis die je hebt, bijvoorbeeld
het weten hoe je moet zwemmen, maar je kent geen stellingen over zwemmen. Zogenaamde
vaardigheidskennis komt veel meer voor dan propositionele kennis, omdat alleen mensen
propositionele kennis kunnen bezitten. Dit onderstreept het belang van propositionele kennis,
boven alle andere soorten kennis.

Two basic requirements of knowledge: Truth and Belief
Zowel iedere epistemoloog is het er over eens dat er twee voorwaarden zijn voor het bezitten
van kennis:
- Men gelooft in de relevante propositie
- Die relevante propositie moet waar zijn
Kennis vereist geloof. Geloof in de kwestie is essentieel, aangezien dit succes anders helemaal
niet verdienstelijk is.

Knowing versus merely ‘getting it right’
Er wordt vaak gezegd dat geloof gericht is op waarheid. Als wat men gelooft waar is, dan is er
een match tussen denken wat het geval is en wat het geval daadwerkelijk is. Epistemologen zijn
niet tevreden met het ware geloof als verslag van kennis. Onthoud dat kennis een soort succes
inhoudt. Cruciaal is echter dat successen die alleen aan geluk te danken zijn, nooit aan iemand
toegeschreven worden. Kennis hebben gaat niet uit van geluk. Stel je voor dat iemands
overtuiging een pijl is, gericht op het doelwit, de waarheid. De roos raken is dan louter toeval als
er geen inspanning is geleverd. Om kennis te hebben moet iemand succes echt het resultaat zijn
van iemands inspanningen. Dit betekent dat het vormen van iemands geloof in de manier
waarop men dat doet, gewoonlijk zou moeten leiden tot een waar geloof. De uitdaging voor
epistemologen is dus om uit te leggen wat er moet worden toegevoegd aan geloof om kennis te
vergaren. Wat moet er aan de ware overtuigingen worden toegevoegd om dit idee vast te leggen
dat kennis een succes inhoudt dat verdienstelijk is voor deze persoon, wat betekent dat de ware
overtuiging niet een kwestie van geluk is.
Er zijn ook twijfels over het hele project van definiëren van kennis. Misschien is er gewoon niets
wat alle gevallen van kennis met elkaar verbindt, of misschien is er zo’n essentie aan kennis,
maar is het zo complex dat het een zinloze taak is om ernaar te zoeken. Epistemologie is meer
dan alleen een zoektocht om kennis te definiëren.

Chapter 2: The value of knowledge

Why care about knowledge?
Waarom zouden we ons zorgen maken over het al dan niet hebben van kennis? Is kennis
waardevol en zo ja, waarom? Het belang van deze vraag ligt in het feit dat kennis de primaire
focus is van epistemologische theorievorming. Als kennis niet waardevol is, zou dat ons

,aanleiding moeten geven om ons af te vragen of we ons begrip van de epistemologische
onderneming moeten heroverwegen.

The instrumental of true belief
Men kan alleen weten wat waar is als de waarheid in iemands overtuigingen waardevol lijkt te
zijn. Waarheid in iemands overtuigingen is op zijn minst waardevol in de zin dat, als alle andere
dingen gelijk zijn, echte overtuigingen beter zijn dan valse, omdat het hebben van echte
overtuigingen ons in staat stelt onze doelen te bereiken.
Instrumentele waarde: waarde die toekomt aan iets in het kader van een ander waardevol
doel dat het dient. Wordt gebruikt als middel om een bepaald doel te behalen. Een thermometer
is bijvoorbeeld een belangrijk middel om te ontdekken wat de temperatuur is.
Niet-instrumentele waarde: ze zijn waardevol voor zichzelf, maar ze dienen niet een ander
nuttig doel.
Het probleem ligt bij de clausule ‘alles andere dingen zijn gelijk’, die men op de instrumentele
waarde van geloof legt. Men moet zich deze kwalificatie opleggen omdat het hebben van ware
overtuiging soms niet helpt en in feite iemands doelen belemmert, in dergelijke gevallen zou de
ware overtuiging instrumentele waarde missen. Stel iemands leven hangt ervanaf, en kiest er
voor om over een ravijn te springen, terwijl diegene weet dat er een grote kans bestaat de
overkant niet te halen. Dan lijkt het erop dat iemands valse geloof in capaciteiten beter zou zijn
dan een echt geloof als doel in kwestie moet worden bereikt, de overkant van het ravijn. Dus,
hoewel ware overtuiging over het algemeen instrumenteel is, hoeft dit niet altijd zo te zijn.
We lijken hoogstens in staat een conclusie te kunnen trekken dat sommige ware overtuigingen
instrumentele waarde hebben, maar niet allemaal. Als we willen laten zien dat kennis waardevol
is, moeten we meer doen dan alleen opmerken dat kennis waarheid inhoudt en dat ware
overtuiging instrumenteel waardevol is.
- De problemen die beweren dat alle ware overtuigingen instrumenteel waardevol zijn,
ondermijnen daarom op dezelfde manier het idee dat alle kennis instrumenteel
waardevol is. Er is geen gemakkelijke manier om de stelling te verdedigen dat alle kennis
waardevol moet zijn.
- Zelfs als dit project om waarde van kennis te begrijpen in termen van waarde van ware
overtuiging succesvol zou zijn, zou het nog steeds problematisch zijn omdat het zou
inhouden dat kennis niet waardevoller is dan echt geloof.
Waarom waarderen we kennis dan meer dan louter geloof?

The Value of Knowledge
We kunnen niet simpelweg vanuit de instrumentele waarde van het ware geloof argumenteren
dat alle kennis daarom instrumenteel waardevol moet zijn. We kunnen misschien wel iets
zeggen over de specifieke waarde van kennis die iets minder ambitieus is en die eenvoudig
verklaart waarom we kenners willen zijn i.p.v. mensen met overtuigingen die meestal waar zijn,
maar zonder kennis, of erger, mensen met valse overtuigingen. Als we onze doelen willen
bereiken, willen we kennis hebben die relevant is. Kennis is meer van instrumentele waarde dan
alleen het ware geloof. Stel je wilt naar een bepaald restaurant en je denkt dat je weet waar het
is, maar dit blijkt verkeerd te zijn, dan is er sprake van vals geloof. Als je denkt te weten waar het
is door een kaart te volgen, maar deze kaart blijkt nep te zijn, dan is er sprake van waar geloof,
maar de kaart is nep dus je hebt geen kennis. Je weet namelijk nog steeds niet waar het
restaurant is. Als je daarentegen de overtuiging vormt over waar het restaurant is door naar een
betrouwbare kaart te kijken, en je behaalt je doel, is er sprake van kennis. Het hebben van kennis
kan dus van grotere instrumentele waarde zijn dan louter geloof.

The Statues of Daedalus
Plato vergelijkt kennis met de beelden van de Griekse beeldhouwer Daedalus die zo realistisch
waren dat als mens ze niet aan de grond vastbond ze weglopen. Plato’s punt is dat louter waar
geloof is als een van de ongebonden standbeelden van Daedalus, men zou het heel gemakkelijk
kunnen verliezen. Kennis is verwant aan een vastgebonden beeld, een beeld dat dus niet

,gemakkelijk verloren gaat. Kennis is dus veel stabieler, maar niet volledig stabiel. Kennis kan in
tegenstelling tot louter geloof, niet gemakkelijk worden vergist. Stel, een dokter gaat in het
geheim aan de hand van een muntje een patiënt diagnosticeren. De patiënt gaat een bepaalde
overtuiging vormen. De dokter vond per toeval het goede antwoord. Hier heeft de dokter
eigenlijk geen idee wat hij zegt, en de patiënt gelooft iets wat niet berust op feiten, maar toch
hebben ze beide wel een waar geloof. Als een dokter de patiënt met zorgvuldigheid en ijverig
diagnosticeert, zitten de dokter en de patiënt ook op het rechte pad, maar dan berust het wel op
onderzochte feiten. Kennis is wederom waardevoller dan alleen echt geloof. Echt geloof is
meestal van instrumentele waarde om hiermee doelen te bereiken. Omdat kennis echt geloof
met zich meebrengt kunnen we daarom twee conclusies trekken:
- Ten eerste is die meeste kennis, net zoals ware overtuiging, van instrumentele waarde
- Ten tweede is die kennis van grotere instrumentele waarde dan louter echt geloof.

Is some knowledge non-instrumentally valuable?
We kunnen ons afvragen of de waarde van kennis altijd afhangt van andere goederen. Zijn er
soorten kennis die niet van instrumentele waarde zijn? Je moet hierbij denken aan soorten
kennis die zeer verfijnd zijn, zoals wijsheid. Je zou zeggen dat wijsheid van instrumentele
waarde is omdat het iemand in staat stelt om een productief en vervuld leven te leiden. Wijsheid
lijkt gewoon een goede zaak te zijn, ongeacht tot welke goederen het verder kan leiden. Het is
iets dat op zichzelf goed is. Kennis is op zijn minst grotendeels instrumenteel waardevol, ondat
het ons in staat stelt om onze doelen te bereiken. Het is in dit opzicht waardevoller dan echt
geloof alleen. Bovendien hebben we ook opgemerkt dat sommige soorten kennis niet-
instrumenteel waardevol zijn.

Chapter 3: Defining Knowledge

The Problem of the Criterion
Kennis is lastig te definiëren. Men zou kunnen beginnen door simpelweg te kijken naar de
gevallen waarin men kennis heeft en kunnen overwegen wat in elk geval gemeenschappelijk is.
De gedachte is dat alles wat je hoeft te doen, is bepalen wat gemeenschappelijk is voor elk
paradigma-geval. Je zult dan goed op weg zijn om te onderscheiden wat kennis is. Het probleem
is echter dat als men al niet weet wat kennis is, hoe kan men dan in de eerste plaats gevallen van
kennis correct identificeren? Je kunt niet criteria van kennis vast stellen zonder het begrip
kennis te definiëren. Het probleem kunnen we samenvatten in termen van de volgende twee
claims:
1. Ik kan alleen gevallen van kennis identificeren als ik al weet wat de criteria voor
kennis zijn.
2. Ik kan alleen weten wat de criteria voor kennis is als ik al in staat ben om gevallen
van kennis te identificeren.
We lijken gevangen te zitten in een vicieuze cirkel. Dit lijkt de legitimiteit van het
epistemologische project van het definiëren van kennis ter discussie te stellen.

Methodism and particularism
De hedendaagse focus op dit probleem is te danken aan de Amerikaanse filosoof Roderick
Chisholm (1916-1999). Volgens hem hebben filosofen de neiging om al aan te nemen dat ze door
middel van alleen filosofische reflectie al weten wat de criteria voor kennis zijn. Chisholm noemt
deze houding methodisme. Descartes is een goed voorbeeld van een methodist. Chisholm stelt in
tegenstelling tot het methodisme dat we een andere houding moeten in nemen, wat hij het
particularisme noemt: men zou moeten aannemen dat men bepaalde gevallen van kennis correct
kan identificeren en op basis daarvan voortgaan om te bepalen wat de criteria van kennis zijn.
Voordeel methodisme:
- Het begint niet met aannemen van valsheid van scepticisme (de zorg dat we misschien
helemaal niets weten).

, Probleem:
- Het lijkt ronduit mysterieus hoe we grip moeten krijgen op de criteria voor kennis
zonder een beroep te doen op bepaalde gevallen van kennis.
Veel epistemologen hebben net als Chisholm voor het particularisme gekozen.
Voordeel particularisme:
- Als men in gedachten houdt dat men in dit opzicht iets moet aannemen, is het veel
minder buitensporig te veronderstellen dat we bepaalde gevallen van kennis correct
kunnen identificeren, onafhankelijk van welke kennis dan ook, dan te veronderstellen
dat we kunnen bepalen wat de criteria voor kennis zijn zonder vooraf een beroep te
doen op gevallen van kennis.

Knowledge as Justified True Belief
We hebben al geleerd dat kennis niet zomaar een ware overtuiging kan zijn, maar wat zou dan
een extra component kunnen zijn? Aan Plato wordt toegeschreven dat rechtvaardiging voor
iemands geloof nodig is. Dit wordt ook wel het driedelige verslag van kennis genoemd. Het is
aannemelijk te beweren dat kennis eenvoudigweg een gerechtvaardigde ware overtuiging is, en
hoewel dit niet zo eenvoudig is als een analyse die stelt dat kennis slechts een ware overtuiging
is, is het tamelijk eenvoudig. Zonder problemen zouden we kunnen vaststellen dat dit de criteria
voor kennis waren door alleen te reflecteren.
- Iemand heeft een geldige reden om iets te veronderstellen; justified
- Iemands geloof is ook echt waar; true
- Iemand gelooft zijn eigen veronderstelling volledig; belief

Gettier cases
De filosoof Edmund Gettier illustreerde dat deze klassieke kennistheorie volkomen onhoudbaar
is gebleken. Hij heeft een artikel geschreven met zogenaamde Gettier cases, die
tegenvoorbeelden beschrijven tegen het klassieke verhaal. Gettier liet zien dat je een ware
overtuiging zou kunnen hebben, en toch geen kennis hebt van wat je gelooft, omdat je ware
overtuiging uiteindelijk werd verkregen door geluk.

We zullen een ander voorbeeld gebruiken dan degene die door Gettier zijn aangehaald, maar wel
een die dezelfde algemene structuur heeft. Stel je een man voor, laten we hem John noemen, die
op een ochtend naar beneden komt en ziet dat de tijd op de staande klok in de gang ‘8.20’ zegt.
Op deze basis gaat John geloven dat het 8.20 uur is, en deze overtuiging is waar, aangezien het
8.20 uur is. Bovendien is Johns overtuiging gerechtvaardigd omdat het gebaseerd is op goeie
gronden. John komt vaak rond deze tijd beneden dus hij gelooft de klok. De klok is echter
vierentwintig uur geleden gestopt. Dat John in deze zaak gelooft, is uiteindelijk een kwestie van
geluk. Als John iets eerder of iets later beneden kwam, had hij een vals geloof gevormd.
Kennis is dus niet simpelweg een gerechtvaardigd geloof. Het is cruciaal voor de Gettier cases
dat je een gerechtvaardigde valse overtuiging kunt hebben. Er zijn drie fasen om je eigen Gettier
case op te bouwen.
1. Iemand vormt haar geloof op een manier die haar er gewoonlijk toe zou brengen een
vals geloof te hebben. In bovenstaand voorbeeld is het duidelijk dat het gebruik van een
stilstaande klok om erachter te komen hoe laat het is, gewoonlijk zal resulteren in een
vals geloof.
2. Je voegt wat details toe om er zeker van te zijn dat de overtuiging van deze persoon toch
gerechtvaardigd is. In bovenstaand voorbeeld was dat omdat John altijd rond dat tijdstip
beneden kwam.
3. Je maakt de zaak zo, dat hoewel de manier waarop deze persoon haar overtuiging
vormde normaal gesproken zou hebben geresulteerd in een gerechtvaardigde valse
overtuiging, in dit geval het zo gebeurde dat de overtuiging waar was. In bovenstaand
voorbeeld was de klok precies vierentwintig uur geleden gestopt, dus de klok toont de
juiste tijd aan.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bentevlas. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76462 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44  8x  sold
  • (1)
  Add to cart