Kenmerkende aspecten:
- Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle
terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en
sociale verhoudingen.
- Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk
bestuur op eigentijdste verlichte wijze vorm te geven (verlicht
absolutisme)
- De democratische revoluties in de westerse landen met als gevolg
discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
- Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van
plantagekolonies en de daarmee verbonden trans-Atlantische
slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme.
, §1 De Verlichting
Volgens Smith streven mensen altijd hun eigen voordeel na, dit is natuurlijk,
rationeel gedrag. Eigenbelang is een onzichtbare hand die steeds meer welvaart
voor iedereen brengt. Dit gebeurd via de wet van vraag en aanbod.
De overheid moet zich niet bemoeien met de handel en nijverheid. Iedereen moet
vrij zijn om rationeel het eigenbelang na te streven. Rationeel denken en vrijheid
leiden tot een betere wereld. Dit idee van Smith is typerend voor de verlichting in
de tijd van pruiken en revoluties.
De verlichting komt voort uit de wetenschappelijke revolutie (17 e eeuw). Toen experimenten, logisch
denken en onderzoek hierdoor het optimisme om met het verstand alles te begrijpen en wereld te
verbeteren. In de 18e eeuw: alles kritisch onderzoeken (godsdienst, natuur, politiek, sociale
verhoudingen en economie). Verlicht denken maakt een eind aan de ‘duistere’ tijd. Rationalisme
leidt tot vooruitgang. Kennis en rede waren superieur aan traditie en geloof.
Immanuel Kant vond dat er niet genoeg vrijheid was. Mensen moesten volgens hem mondig worden
en hun verstand gebruiken (‘durf te denken’).
In de 17e eeuw verlichting in Engeland en Nederland: vrijheid en boeken mochten worden gedrukt. In
de 18e eeuw in Parijs, Frans voertaal westerse wereld en wereldstad. 1751 d’Alembert en Diderot
Encyclopédie. Ze wilden de hele wereld kennis geven over allerlei onderwerpen. Er stonden ook
artikelen in van verlichte denkers.
Er was veel kritiek op godsdienstig fanatisme en intolerantie. Voltaire was fel tegen bijgeloof en
intolerantie, die van de katholieke kerk kwamen. Het idee dat God zich de hele tijd met de wereld
bemoeit was volgens Voltaire in strijd met de rede en de wetten van de natuur. Voltaire was een deïst:
God had de wereld gemaakt maar greep niet meer in. Alles verliep door vaste, logische natuurwetten.
Mens moest logisch rederneren en zijn verstand gebruiken.
John Locke stelde dat koningen en regeringen macht niet hadden ontvangen van God, maar van
burgers. Die hebben hun rechten aan de overheid gegeven om te helpen. De overheid moest de
natuurlijke rechten van de burgers beschermen (mensenrechten). De overheid moest zich net zo goed
aan de wet houden. Burgers mochten koning en regering vervangen als ze wilden.
Montesquieu was tegen het despotisme. Wanneer 1 persoon de macht had leidde dit tot
machtsmisbruik en onderdrukking. Montesquieu stelde de driemachtenleer in: parlement stelde
wetten vast, regering voerde wetten uit en onafhankelijke rechters controleren de naleven van de
wetten. Volgens hem was het beste stelsel een mengeling van monarchie, aristocratie en democratie.
Jean-Jacques Rousseau werkte het idee van volkssoevereiniteit uit. Regeringen moesten de algemene
wil uitvoeren: burgers stelden sociaal contract op waarbij ze hun soevereiniteit aan de
volksvergadering overdroegen.
Rousseau wees de aristocratische gedragsregels en voorrechten af. Onnatuurlijke sociale verhoudingen
bedierven de goedheid die van nature in ieder mens zat. In Europa gingen vrijheid en gelijkheid
verloren toen eigendom ontstond. Sociale en politieke hervormingen konden het verbeteren. Rousseau
dacht dat de samenleving maakbaar was.
§2 Het ancien régime
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miloujongbloed. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.