Volledige samenvatting van het boek ' Statistiek voor bedrijfswetenschappen '. Bevat zowel deel 1 (beschrijvende statistiek) als deel 2 (kansrekenen). Let op! Dit document bevat enkel de theorie uit het boek en dus geen oefeningen of oplossingen van werkcolleges.
Samenvatting in het kader van ...
SAMENVATTING STATISTIEK 1
DEEL 1: BESCHRIJVENDE STATISTIEK
[Hoofdstuk 1: Gegevens analyseren van 1 variabele]
(1) VARIABELE
= Een kenmerk van individuen (of voorwerpen) dat kan verschillen bij verschillende individuen (of
voorwerpen).
Classificatie van gegevens
(2) KWALITATIEVE GEGEVENS/VARIABELEN
= Gegevens waarmee niet zinvol gerekend kan worden
Vb. Ligging, parkeerruimte, afwerkingsgraad
2 Categorieën
(2.1) NOMINALE GEGEVENS/VARIABELEN
= Kwalitatieve gegevens die niet zinvol geordend kunnen worden.
(2.2) ORDINALE GEGEVENS/VARIABELEN
= Kwalitatieve gegevens die zinvol geordend kunnen worden.
(3) KWANTITATIEVE GEGEVENS/VARIABELEN
= gegevens die numerieke waarden aannemen waarmee zinvol gerekend kan worden.
Vb. Prijs, aantal slaapkamers, aantal badkamers, oppervlakte, bouwjaar
(4) CODEREN
= Gegevens die in woorden staan omzetten in cijfers
Grafische voorstellingen
(5) FREQUENTIETABEL
= Een tabel waarin weergegeven wordt hoe vaak (frequentie) een bepaalde waarneming voorkomt.
(5.1) ABSOLUTE FREQUENTIE
= Het aantal gegevens (n) in een bepaalde categorie.
Aantal
(5.2) RELATIEVE FREQUENTIE
= Het aantal gegevens (n) in een bepaalde categorie gedeeld door het totaal aantal gegevens.
Percentage
Som relatieve frequenties is altijd 1
(5.3) CUMULATIEVE RELATIEVE FREQUENTIE
= De som van de relatieve frequentie van een waarde en alle voorgaande waarden.
(5.4) RELATIEVE FREQUENTIEDICHTHEID
= De relatieve frequentie gedeeld door de klassenbreedte.
(5.5) MODALE CATEGORIE
= De categorie met het grootste aantal gegevens
(5.6) MODUS
= Het klassenmidden van de modale klasse (of categorie).
1. Cirkeldiagram of taartdiagram
2. Staafdiagram
3. Strookdiagram
1. CIRKELDIAGRAM / TAARTDIAGRAM
Geschikt: Aantal verschillende categorieën/gegevens is klein.
Voordeel: Duidelijke weergave verhouding van elke categorie tot het geheel.
2. STAAFDIAGRAM / NAALDDIAGRAM
Geschikt: Aantal verschillende categorieën is klein of groot.
Voordeel: Duidelijke weergave onderlinge verhouding van de verschillende categorieën.
- Horizontale as: categorieën
- Verticale as: Frequenties (Absoluut of relatief)
3. STROOKDIAGRAM
Geschikt: Aantal verschillende categorieën is klein.
Voordeel: Duidelijke weergave verhouding van elke categorie tot het geheel.
, SAMENVATTING STATISTIEK 1
[Hoofdstuk 1: Gegevens analyseren van 1 variabele]
Grafische voorstelling van kwantitatieve gegevens
1. Staafdiagram
2. Histogram met gelijke klassenbreedtes
3. Histogram met ongelijke klassenbreedtes
1.. STAAFDIAGRAM
Geschikt: Aantal verschillende categorieën is klein of groot.
Voordeel: Duidelijke weergave onderlinge verhouding van de verschillende categorieën.
Horizontale as: categorieën
Verticale as: Frequenties (Absoluut of relatief)
2. HET HISTOGRAM
= een histogram met een totale oppervlakte gelijk aan 1.
Oppervlakte van een rechthoek boven een klasse = relatieve frequentie van de klasse
- Verticale as: de relatieve frequentiedichtheid
- Horizontale as: de categorieën (klassengrenzen)
, SAMENVATTING STATISTIEK 1
[Hoofdstuk 1: Gegevens analyseren van 1 variabele]
3. HISTOGRAM MET GELIJKE KLASSENBREEDTES
(!) verticale as: relatieve frequentie, absolute frequentie of relatieve frequentiedichtheid voor HET
Histogram.
4. HISTOGRAM MET ONGELIJKE KLASSENBREEDTES
(!) Verticale as: relatieve frequentiedichtheid voor HET Histogram
Modale klasse = klasse met de grootste frequentiedichtheid (hoogste).
(!) niet met het grootste aantal gegevens
SYMMETRIE EN SCHEEFHEID
(6) SYMMETRIE
= Een verdeling is symmetrisch als er een veticale lijn bestaat zodanig dat het deel links van deze
verticale lijn ongeveer het spiegelbeeld is van het rechtse gedeelte. (scherm 16)
(7) SCHEEFHEID
= Een asymmetrische verdeling.
(7.1) RECHTSSCHEEF
= de rechterstaart is langer dan de linkerstaart (scherm 17)
(7.2) LINKSSCHEEF
= de linkerstaart is langer dan de rechterstaart (scherm 15)
VERDELINGEN
(8) EENTOPPIG OF UNIMODAAL
= Er is één modus. (scherm 15, scherm 16, scherm 17)
(9) TWEETOPPIG OF BIMODAAL
= Er zijn twee modi. (scherm 18)
(10) MEERTOPPIGE VERDELINGEN
= Er zijn meer dan twee modi. (scherm 19)
(11) UNIFORME VERDELINGEN
= Een discrete kansverdeling met uitkomsten die alle even waarschijnlijk zijn. (scherm 20)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Handelswetenschappen123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.40. You're not tied to anything after your purchase.