100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Propedeuse Social Work periode 1 Psychologie, Met begrippenlijst! $4.30   Add to cart

Summary

Samenvatting Propedeuse Social Work periode 1 Psychologie, Met begrippenlijst!

2 reviews
 47 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Een volledige samenvatting van het vak Psychologie van de studie Sociale Studies/Social Work op de fontys te Eindhoven. Bevat samenvattingen van de hoorcolleges & de verplichte literatuur. Inclusief een super handige begrippenlijst!

Preview 2 out of 15  pages

  • May 14, 2021
  • 15
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: capawaki • 1 year ago

review-writer-avatar

By: Eda03 • 2 year ago

avatar-seller
Aantekeningen psychologie
periode 1
Hoorcollege 1 de basis:
 Waar gaat psychologie over:

1. Gedachten (intern proces)
2. Gevoel (intern proces)
3. Gedrag (extern proces, en dus waarneembaar)

 Er zijn 6 invalshoeken op gevoel, gedrag en gedrag:

- Biologisch perspectief: volgens het biologisch perspectief kan gedrag verklaard worden door:
1. Erfelijkheid, hierbij hebben wij het over het DNA in de genen.
2. Biologische processen en stofjes, zoals hormonen en neurotransmitters.
- Psychodynamisch perspectief: volgens dit perspectief is de persoonlijkheid ontstaat door de
wijze waarop je psychische structuren zijn gevormd in je kindertijd. Freud was een van eerste
die opgeschreven heeft hoe persoonlijkheid en daarmee gedrag ontstaat. Hij had de
ijsbergtheorie bedacht.
ID: alle basisbehoeftes. Het ID wil al deze eisen vervullen. Dit is
bij kleine kinderen vaak erg aanwezig.
EGO: het ego werkt volgens het realiteitsprincipe. Het EGO
weet dat je niet altijd je zin krijgt en dat je rekening moet
houden met je omgeving. Het ego moet een compromis vinden
tussen de eisen van het ID en de maatschappij.
SUPEREGO: is wat je vanuit je opvoeding hebt geleerd. Onder
andere je normen en waarden.
- Humanistisch perspectief: dit perspectief gaat ervan uit dat mensen gelukkig zijn als zij
gebruik maken van hun talenten, wensen en behoeftes. Bij humanistische therapie is het
doel dat de patiënt ontdekt en ontwikkelt wat zijn behoeftes en talenten zijn. Het is heel erg
op het “IK” gericht.
- Cognitief perspectief: dit perspectief geeft aan dat het gedrag een gevolg is van interne
processen in het brein. Taal en gedachten zorgen voor gedrag. Volgens hen moet je gedrag
niet aanleren, maar de gedachten die aan de basis van het gedrag liggen moet je aanpakken.
- Behavioristisch perspectief: dit perspectief is ervan overtuigd dat gedrag volledig verklaard
kan worden aan de hand van leerprincipes. Als het gedrag wat je vertoont is aangeleerd.
Denk hierbij aan klassiek en operant conditioneren.
- Ontwikkelingsperspectief: dit perspectief maakt veel gebruik van Nature (DNA/aangeboren
aspecten) en Nurture (wat aangeleerd is na de geboorte).
- Sociocultureel perspectief: dit perspectief is van mening dat sociale invloeden grote invloed
heeft op het gedrag. Cultuur en gewoontes geven een groot aandeel aan hoe een mens
gevormd wordt.

, Hoorcollege 2 sensatie en perceptie
 De hersenen ontvangen stimuli uit de buitenwereld nooit rechtstreeks. Ze moeten vertrouwen op
informatie die die afkomstig uit het sensorisch systeem, dat als tussenpersoon fungeert en een
gecodeerde neutrale boodschap doorgeeft waaruit de hersenen hun eigen ervaring moeten
destilleren.
- Er zijn 3 kenmerken die alle zintuigen met elkaar gemeen hebben: Transductie, sensorische
adaptie en drempels. Deze kenmerken bepalen welke stimuli in sensaties worden omgezet,
wat de kwaliteit en het effect van die sensaties zal zijn en of ze tot ons bewustzijn zullen
doordringen.
- Transductie: neuronen kunnen geen licht of geluidsgolven doorgeven. Alle informatie die in
de zintuigen opgevangen worden, wordt door neuronen in de vorm van neurale impulsen
naar de hersenen verstuurd. Het proces waarbij fysische energie wordt omgezet in neurale
impulsen noemen we transductie. Transductie begint op het moment dat een sensorisch
neuron een fysische stimulus opvangt. Als de stimulus de het bijpassende zintuig bereikt
activeert het de gespecialiseerde neuronen in dat zintuig, de receptoren. Deze zetten
hun prikkeling om in een zenuwimpuls. In de zintuigen wordt een Pr gecodeerd tot neurale
impuls, dit gaat via een sensorische baan via de thalamus naar gespecialiseerde sensorische
verwerkingscentra in de hersenen.
- Bij alle zintuigen is het de taak van de sensorische receptoren om de informatie van een
stimulus om te zetten in elektrochemische signalen. Deze neurale impulsen zijn de enige taal
die de hersenen begrijpen.
- Sensorische adaptie: wil zeggen dat zintuigen steeds minder gevoelig worden naarmate een
stimulus langer aanhoudt (tikken van klok).
- Drempels, de grenzen van sensatie: er zijn twee drempels. De absolute drempel is de
hoeveelheid stimulatie nodig is voordat de stimulus wordt opgemerkt. In de praktijk houdt
men aan dat de stimulus de helft van het aantal pogingen moet worden opgemerkt. De
verschildrempel is het kleinst mogelijke verschil waarbij de stimulus nog de helft van het
aantal pogingen wordt opgemerkt dit wordt afgekort door
- JWV: het juist waarneembare verschil.
- Bottom up: bij bottom-up verwerking zijn bepaalde stimuli bepalend voor het interpreteren
van het geheel.
- Top down: doelen, verwachtingen en ervaringen sturen de perceptie van objecten of
ervaringen. Veel details krijg je niet mee omdat je maar naar 1 detail op zoek bent. Top-down
en bottom-up verwerking gebruik je vaak samen. Het is de prioriteit die je stelt wat maakt
welke het meest dominant is.
- Gestalttheorie: de mens is van nature geneigd op geheld te ontdekken in kleine details.
Vanuit deze theorie zijn er 3 wetten die ons perceptie sturen:
1. Wet van gelijkenis: we ordenen wat overeenkomt.
2. Wet van nabijheid: de drang om te ordenen in groepen.
3. Wet van continuering: de drang om te ordenen in patronen.

Hoorcollege 3 conditioneren
• Klassiek conditioneren:
– Een vorm van leren waarbij een in eerste instantie reflexmatige reactie wordt uitgelokt onder
geconditioneerde omstandigheden. Voorbeeld: een hond creeert speeksel (ongeconditioneerde
respons) wanneer het voedsel ruikt (ongeconditioneerde stimulus) . Als experiment laat je elke

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ayonabrandenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.30  2x  sold
  • (2)
  Add to cart