100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Economie PTA + Examen samenvatting $7.24   Add to cart

Summary

Economie PTA + Examen samenvatting

 19 views  3 purchases
  • Course
  • Level

In deze samenvatting worden de volgende boekjes behandeld: Speltheorie, Risicio en Rendement, Heden Verleden Toekomst, Economische groei, Markt en Overheid, en Vraag en Aanbod. De boekjes zijn van Praktische Economie. Deze samenvatting geld zowel voor meerdere PTA's en het CE! Er staat geen schaars...

[Show more]

Preview 4 out of 35  pages

  • May 14, 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Economie samenvatting


Risico en rendement
Hoofdstuk 1
Het bestaan van een risico beïnvloedt de economie. Mensen maken voortdurend keuzes over de
manier waarop ze hun schaarse middelen gebruiken. Maar al die verschillende manieren brengen
risico’s met zich mee. Een risico is gelijk aan de verwachte schade: de kans op een gebeurtenis
maal de schade als gevolg van die gebeurtenis. (risico = kans op schade x schade)

De omvang van een risico wordt beïnvloedt door twee onderdelen waaruit risico bestaat:
- de kans op een gebeurtenis;
- en de schade als gevolg van die gebeurtenis

Risico’s zijn meestal niet precies bekend; ze moeten worden ingeschat. Hoe meer informatie, hoe
beter het risico kan worden ingeschat

Er zijn twee soorten risico’s
Vrijwillige risico’s = risico dat bewust wordt genomen

En onvrijwillige risico’s = risico dat niet kan worden vermeden



Mensen hebben een verschillende voorkeur voor risico’s. Toch houden de meeste mensen niet van
risico’s: ze zijn risicoavers.

De verwachte opbrengst, deze opbrengst is gelijk aan wat je gemiddeld genomen zou verdienen als
je heel vaak aan de loterij mee doet.

De verwachte opbrengst: gemiddelde opbrengst – gemiddelde kosten



Hoofdstuk 2
Bij onvrijwillige risico’s is het handig om het risico te verzekeren.

Totale risico = verwachte schade van een gehele groep
= kans op schade x schade x aantal mensen

Verzekeringspremie

Als iemand uit een groep schade oploopt, wordt dat betaald met het opgehaalde bedrag. Daarbij
betaalt iedereen evenveel en betaalt iedereen mee. Het bedrag dat iedereen betaalt heeft een
speciale naam: verzekeringspremie, kortweg premie
Premie = waarde van het risico

Nadat iedereen de premie heeft betaald, is iedereen verzekerd. Iemand die zich verzekerd loopt
geen risico meer, de kans op schade is niet verdwenen. Maar als de schade zich voordoet, wordt die
betaald uit eerder betaalde premies. De mogelijke schade is dus wel verdwenen.

Een risicoavers persoon zal zich altijd verzekeren

De markt van verzekeraars
Verzekeringen worden aangeboden door verzekeringsmaatschappijen, kortweg verzekeraars

De schades die een verzekering dekt staan in de verzekeringspolis, kortweg verzekering. Een
verzekering is een contract tussen de aanbieder, de verzekeraar en de vrager, de
verzekeringsnemer

,Een verzekeraar biedt allen verzekeringen aan waar hij geen verlies op lijdt.
TO = premie x aantal verzekeringsnemer
De totale kosten van een verzekeraar zijn gelijk aan de optelsom van alle uitgekeerde schades plus
de overige kosten die een verzekeraar moet maken om zijn onderneming te kunnen voeren.
TK: verwachte schade per verzekeringsnemer x aantal verzekeringsnemers
Of
TK: risico verzekeringsnemer x aantal verzekeringsnemers

Om geen verlies te lijden moet voor een verzekeraar gelden:

TO ≥ TK

Een verzekeraar kent de gemiddelde kans op een schade. Deze gemiddelde kans is gebaseerd op
het gedrag van veel consumenten.

Een verzekeraar heeft een informatieachterstand. Hij kent alleen de gemiddelde kans op schade.
Daarom kent een verzekeraar alleen het gemiddelde risico.

Is de verzekeringsnemer slordig? De verzekeraar weet dat niet, de verzekeringsnemer wel. Dit
verschil noemen we informatieasymmetrie: de verzekeringsnemer heeft meer informatie over
het te verzekeren risico dan de verzekeraar.

Omdat risico’s verschillen tussen verzekeringsnemers, zal een verzekeraar winst maken op de ene
verzekeringsnemer en verlies maken op een andere verzekeringsnemer. Dat is het wezen van
verzekeren: risicospreiding over een hele groep.

Door asymmetrische informatie ontstaan er voor de verzekeraar twee andere problemen:
- averechtse selectie en moral hazard

Averechtse selectie: verschijnsel waarbij mensen met een groot risico zich wel verzekeren en
mensen met een klein risico dat niet doen

Moral hazard: ontstaat als mensen die zich verzekerd hebben roekelozer gaan gedragen. (moreel
wangedrag)

Premieverhoging
Vanwege averechtse selectie sluiten vooral mensen met een hoog risico een verzekering af.

Als verzekerden zich meer roekeloos gaan gedragen, moet een verzekeraar vaker een schade
vergoeden.

Zowel averechtste selectie en moral hazard zorgt ervoor dat een verzekeraar zijn premies moet
verhogen om geen verlies te lijden. Maar de vraag naar verzekeringen daalt als de premie stijgt.

Een verzekeraar heeft vier andere mogelijkheden om averechtse selectie en moral hazard te
verminderen:
 Het verminderen van informatieasymmetrie
 Premiedifferentiatie: als je je goed gedraagt of minder risico neemt betaal je minder premie
 Bonus-malussysteem: heb je geen schade, dan krijg je een bonus. Meld je wel schade dan
krijg je een malus = straf
 Eigen risico: als je schade meldt gaat dit eerst van je eigen risico af. (een deel van de
schade moet de verzekerde zelf betalen)

Als het om onvrijwillige risico’s gaat wordt premiedifferentiatie als onrechtvaardig ervaren. Om
mensen met een laag risico zich ook te laten verzekeren kan de overheid de verzekering verplicht
stellen. Op deze manier dwingt de overheid solidariteit af tussen mensen met een verschillend
risico. Deze verplichte verzekeringen zijn volksverzekeringen

,Conjunctuur & Economisch beleid

Hoofdstuk 1

In de economie wisselen goede tijden en slechte tijden elkaar telkens af
Om de beweging van de economie inzichtelijk te maken, bekijken we de reële economische
groei: de procentuele verandering van jaar tot jaar van het reële bruto binnenlands product

Deze conjunctuurlijn vertoont een slingerbeweging: de conjunctuurbeweging

Trendmatigegroei: gemiddelde economische groei over een langere periode. Ook wel
langetermijngroeipad genoemd

Als de conjunctuurlijn boven de trendmatige groei ligt, is er sprake van hoogconjunctuur. De
economie beleeft een periode van laagconjunctuur als de trendmatige groei hoger ligt dan de
conjunctuurlijn

Als de economie twee kwartalen achter elkaar krimpt, spreek je van economische recessie. Als
de economische drie kwartalen of meer achter elkaar krimpt, spreek je van een economische
depressie.

De conjunctuur beweging heeft drie kenmerken:
 De beweging is onregelmatig en niet te voorspellen
 De meeste macro-economische variabelen vertonen dezelfde conjunctuurbeweging
 De beweging voorloopt tegengesteld aan het aantal werklozen


De tak van de economische wetenschap die zich hiermee bezighoudt is de econometrie.
Econometristen meten de economie

Om de conjunctuur op de korte termijn te voorspellen, wordt gebruik gemaakt van
conjunctuurindicatoren. : procyclische macro- economische variabele waarvan de waarde eerder
bekend is dan die van het bbp

Macro-economische variabelen die hetzelfde patroon vertonen als de conjunctuurlijn zijn
procyclish: hun verandering door de tijd volgt de conjunctuurbeweging

Macro-economische variabelen die een tegengesteld patroon vertonen met de conjunctuurlijn zijn
anticyclisch: hun vergadering door de tijd is tegengesteld aan de conjunctuurbeweging.

Als mensen ontslagen worden is dat niet hun keuze, ze worden onvrijwillig werkloos. Als mensen
zelf ontslag nemen, kiezen ze voor werkeloosheid. Ze worden vrijwillig werkeloos. In een periode
van laagconjunctuur neemt vooral de onvrijwillige werkeloosheid toe

Een stijgende werkeloosheid heeft twee gevolgen voor de begroting van de overheid
- ten eerste moet de overheid meer uitkeringen verstrekken. Daardoor stijgen de overheidsuitgaven
- een tweede gevolg voor de begroting van de overheid is dat er bij stijgende werkeloosheid minder
loonbelasting binnenkomt. Hierdoor dalen de overheidsinkomsten. Door beide effecten
verslechteren de overheidsfinanciën. De kans op een financieringstekort neemt hierdoor toe.

De mate waarin een conjunctuurbeweging zich voorplant van land tot land is afhankelijk van het
type wisselkoers: de prijs van de ene valuta uitgedrukt in de andere valuta. De wisselkoers wordt

, beïnvloedt door vraag en aanbod van beide muntsoorten. De wisselkoers euro/dollar wordt
bijvoorbeeld beïnvloedt door vraag en aanbod van euro’s en dollars. Daarom spreek je over vraag
en aanbod van euro’s in ruil voor dollars.

De euro/dollar-wisselkoers is een voorbeeld van een variabele wisselkoers of zwevende
wisselkoers. = vrij variërende wisselkoers die bepaald wordt door de vrije werking van vraag en
aanbod. -> vraag en aanbod zijn vrij om de wisselkoers te bepalen; er bestaan geen grenzen
waarbinnen de wisselkoers zich moet bewegen.

Tegenover een variabele wisselkoers staat een vaste wisselkoers
Vaste wisselkoers = niet vrij variërende wisselkoers, maar door de centrale bank vastgesteld.

De stijging van een wisselkoers als gevolg van vraag en aanbod heeft een speciale naam:
appreciatie.

Depreciatie: waardedaling van een valuta ten opzichte van een andere valuta.

Formule wisselkoers:

1 euro = wisselkoers euro/dollar x 1 dollar


Hoofdstuk 2

De conjunctuurbeweging gaat over de hele beweging. Om de conjunctuurbeweging te verklaren
moet je kijken naar de geaggregeerde vraag en het geaggregeerd aanbod.
- geaggregeerde vraag = totale vraag van alle vragers van alle markten in een economie in een
land samen
- geaggregeerd aanbod = totale aanbod van alle aanbieders van alle markten in een economie in
een land samen, is ook wel het netto binnenlands product.

Wat een economie kan voortbrengen, wordt bepaald door de beschikbare productiefactoren en de
manier waarop deze gebruikt worden. Als alle productiefactoren zo goed mogelijk worden benut,
brengt een economie voort wat ze maximaal kan voortbrengen: de natuurlijke
productieomvang.
Dit geaggregeerde aanbod op de lange termijn is niet afhankelijk van het prijsniveau; de lange
termijn geaggregeerde-aanbodlijn (LGTA lijn) verloopt verticaal.

Door verbeterde productietechnologie kunnen ondernemingen meer voortbrengen met de inzet van
dezelfde productiefactoren. Daardoor stijgt de natuurlijke productieomvang; door technologische
vooruitgang kan de LGTA-lijn naar rechts verschuiven.

Tegenover het geaggregeerde aanbod staat de geaggregeerde vraag. Hoe hoger de prijs hoe lager
de gevraagde hoeveelheid (volgens wetmatigheid). De lijn loopt dan ook schuin.

Het macro-economische evenwicht (economisch evenwicht van een economie als geheel) op de
lange termijn bestaat uit een prijsniveau (P) en het lange termijngeaggregeerde aanbod waarbij alle
productiefactoren optimaal benut worden. het langetermijngroeipad (= ontwikkeling van het
macro-economisch evenwicht op de lange termijn) is de opeenvolging van macro-economische
evenwichten gedreven door technologische ontwikkelingen.

Op de meeste markten kost het tijd voordat prijzen zich hebben aangepast aan veranderingen in
vraag en aanbod. Er is sprake van prijsrigiditeit. Oftwel prijsstarheid.

Aanbieders zijn sneller geneigd hun prijzen aan te passen als ze dat goed kunnen onderbouwen.
Dat is het geval bij kostenstijging.
Aanbieders zijn minder snel geneigd hun prijzen aan te passen in reactie op verandering van de
vraag, en dan vooral bij vraagtoename.

1. De belangrijkste reden voor prijsrigiditeit is een sociale norm: de verstandhouding tussen
aanbieders en hun klanten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SamenvattingenvanZoe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.24  3x  sold
  • (0)
  Add to cart