100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Pedagogie $6.59   Add to cart

Summary

Samenvatting Pedagogie

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting vindt u alle informatie over het vak pedagogie. het gaat van basisomschrijving van pedagogie, opvoedingsproblemen, positief opvoedingklimaat, de theorie van Nagy tot de niet - klassieke gezinstypes. De samenvatting bevat zowel informatie vanuit het boek (Blokwijzer Pedagogie - ...

[Show more]

Preview 4 out of 54  pages

  • May 17, 2021
  • 54
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
PEDAGOGIE

HOOFDSTUK 1: BASISOMSCHRIJVING


1. DEFINITIE OPVOEDEN
• Opvoeden is een complex fenomeen dat verweven is met vele andere aspecten van het dagelijkse leven.
Opvoeden doe je onbewust. De kern bestaat van het opvoeden bestaat uit de veelvuldige interacties
tussen een kind en een opvoeder.
• Opvoeden is het samenleven tussen ouders en kinderen
• We kijken niet enkel naar het individu maar naar het individu in zijn context
• Functionele versus intentionele opvoeding
- Functionele opvoeding/ impliciete sturing
§ Voor 80% van de tijd zijn ouders vooral onbewust aan het samenleven met hun kinderen en
doordat samenleven beïnvloeden ze hun kind
- Intentionele opvoeding/ expliciete sturing
§ Voor 20% van de tijd ben je je kind expliciet aan het opvoeden, je bent je kind bewust aan het
sturen
§ Bv: wanneer kinderen ergens gaan spelen op voorhand zeggen dat ze beleefd moeten zijn
• Opvoeden complex? => je kan wel in die 20% bewust aan iets gaan werken, maar wanneer ouders iets
voorhebben bv: er lukt iets niet en ze worden lastig dan zullen de kinderen dat ook meekrijgen (onbewust).
Deze twee puntjes moet je proberen mee te krijgen wanneer je aan opvoeding/gezinnen proberen te
werken. Het is belangrijk dat ouders achteraf reflecteren over wat ze gedaan hebben.
• Wie voedt op? => In dit vak gaat het enkel over opvoeder schap. Het beïnvloeden van volwassenen naar
kinderen toe. Deze vraag is een belangrijke vraag om te weten wanneer het fout loopt in de opvoeding,
met wie gaan wij aan de slag om een situatie die niet meer vanzelfsprekend is om die terug recht te
trekken.
• Definitie van Hellinckx
- Hellinckx zegt dat een opvoeder iemand is die gedurende een langere tijd quasi dagelijks met een
kind samenleeft en zich verantwoordelijk weet/voelt voor de toekomst van het kind.
- Opvoeding als een complementair en circulair proces.
• Toepassing
- Is een babysitter een opvoeder? => volgens de definitie van Hellinckx niet, we zijn niet dagelijks bij die
kinderen, we zijn enkel die avond verantwoordelijk voor de kinderen en oefenen enkel die avond
invloed uit op de kinderen.
- Is een leerkracht een opvoeder? => ja
- Is een pleegouder een opvoeder? => ja
- Is een geïnterneerde biologische vader een opvoeder? => => volgens de definitie van Hellinckx niet
• Volgens Hellinckx is opvoeden:
- Complementair
§ We kijken niet enkel naar het individu maar naar het individu in zijn context
§ Je kan niet naar opvoeding kijken zonder zowel de ouders te bestuderen als het kind zelf, je hebt
geen opvoeding als je zowel kind als ouderzijde gaat bekijken
§ Het is heel belangrijk om naar beide partijen te kijken, je kan geen uitspraak doen over het ene
zonder het andere stuk ook te bekijken.
- Circulair
§ Staat voor die continue wisselwerking tussen ouders en kinderen.
Bv: een kind staat met zijn mama aan het rood licht en dat kind wil overstreken en loopt het
straat op, de moeder reageert nogal lastig
§ Interdependente asymmetrie => beiden beïnvloeden
elkaar, maar het evenwicht hierin is anders. Als het kind
zich goed ontwikkelt en de opvoeder het opvoeden als
een vanzelfsprekend beleeft, verloopt het opvoeden op

, een goede manier => Complementair en circulair staan voor het TRANSACTIONEEL kader van
sameroff
- Multifactorieel
§ Invloed van buitenaf => de omgeving + tijdsgeest
§ Verschillende beïnvloedende factoren:
o Interventies van ouders
o Kind is actief
o Het leefklimaat: de opvoedingscontext

• Als het kind zich goed ontwikkelt en de opvoeder het opvoeden als vanzelfsprekend beleefd => verloopt
het opvoeden op een goede manier
• 2 soorten opvoeding:
- Functionele opvoeding of impliciete sturing
§ Dagelijkse omgang tussen ouders en kinderen, de intuïtieve en vanzelfsprekende manier waarop
ouders en kinderen samenleven en op elkaar reageren.
§ Onbewust oefenen ouders tijdens deze dagelijkse omgang een grote invloed uit op hun
kinderen. Ze zijn een model voor hun kind
§ Bv: als ouders agressief reageren wanneer het hen niet meezit, moeten ze niet verwonderd zijn
als hun kind ook agressief gaat reageren wanneer iets niet direct lukt => onbewuste of niet –
bedoelde beïnvloeding
- Intentionele opvoeding of expliciete sturing
§ Meer nadrukkelijke vorm van sturen
§ Het optreden van de ouders is er dan bewust op gericht het gedrag of de ontwikkeling van het
kind in een bepaalde richting te sturen.
§ De invloed van de impliciete dagelijkse omgang tussen ouders en kinderen mogen niet worden
onderschat.


2. OPVOEDING ALS WETENSCHAP
• Opvoeden is te vergelijkend met een systeem.
• In een opvoedingssysteem noemen we een cluster van opvoedingsfactoren een opvoedingsvariabele. Als
belangrijkste variabelen in een opvoedingssituatie onderkennen we:
- De opvoedeling, het kind
- De opvoeder, de ouder
- De opvoedingscontext
• De manier waarop de verschillende variabelen zich tot elkaar verhouden en elkaar beïnvloeden =>
opvoedingsmodel


2.1. HET KIND
• Een kind kan zijn ouders beïnvloeden, een kind heeft een aandeel in hoe de opvoeding loopt.
• Kinderen bepalen zelfs als ze heel klein zijn door hun eigenheid mee de context/opvoeding
• Wat voor, tijdens of na de geboorte gebeurt met een kind heeft soms ook invloed bij de opvoeding. (Pre -,
peri – en postnatale invloeden)
• Neurobiologische invloeden en pre, peri en postnatale invloeden hebben een invloed op de ontwikkeling
van het kind. dit alles komt tot uiting in de temperamentverschillen bij kinderen.
• Temperamentkenmerken zijn gericht op de in aanleg meegegeven vitaliteit. Het temperament van iemand
verwijst naar hoe zijn of haar emotionele huishouding in elkaar zit en naar hoe actief of passief iemand is.

• Volgende factoren vormen het temperament:
- Genetische factoren: een kind komt niet op de wereld als
een leeg blad =>een gedeelte van ons later gedragsrepertorium
is van bij de geboorte al in onze genen aanwezig temperamentkenmerken
- Neurobiologische invloeden
- Pre -, peri – en postnatale invloeden
- Ook kunnen fysieke kenmerken van een kind zoals het geslacht de opvoeding bepalen

,• Verschillende vormen van temperament:
- Kinderen met een moeilijk temperament (10%) => kinderen die veel huilen, moeilijk slapen en eten,
onregelmatige stoelgang, reageren afwerend en moeilijk op nieuwe indrukken of situaties en krijgen
driftbuien bij frustraties
- Kinderen met een makkelijk temperament (40%) => kinderen die positief reageren, huilen minder,
passen zich gemakkelijker aan en hebben een regelmatige stoelgang
- Langzame starters (15%) => vormen een combinatie van beide groepen. Biologische functies zijn
regelmatiger dan de eerste groep, reageren mild maar wel negatief op nieuwe situaties en prikkels,
trekken zich bij nieuwe contacten snel terug en kunnen zich moeilijk aanpassen. Afwachtende
kinderen.
- De restende groep (35%) valt niet in te delen

• Naast de temperementkenmerken zijn er ook fysieke kenmerken:
- De fysieke kenmerken van een kind hebben onder andere impact op de opvoedingsrelatie en
opvoedingssituatie.
- Fysieke kenmerken zijn gericht op de lichamelijke conditie => klein of dik, geslacht, leeftijd…


2.2. DE OPVOEDER OF OUDER
• De opvoeder en de pedagogische vaardigheden van de ouders worden mee beïnvloed door:
- Persoonlijkheidskenmerken van de opvoeder/ouder
§ Ouders hebben ook hun temperament en hun persoonlijkheid. Studies tonen aan dat
persoonlijkheidseigenschappen van ouders om verschillende redenen wegen op de opvoeding
en op het gedrag van kinderen => persoonlijkheidskarakeristieken worden in zekere mate
overgeërfd en gaan een belangrijke rol spelen in de manier waarop ouders met hun kinderen
omgaan. Ook psychische stoornissen van ouders hebben een invloed op de wijze waarop ze hun
kind opvoeden.
§ Persoonlijkheidskenmerken/temperament: belang van tijd om verandering door te brengen
§ Leeftijd: ouders op tienerleeftijd of later speelt een rol
§ Gezondheid (fysiek en mentaal)

- Opvoedingsgeschiedenis van de opvoeder/ouder
§ Indirecte invloed (bv: je zelf een heel controleachtige moeder hebt gehad kan je dit je
persoonlijkheid mee gevormd hebben en de opvoeding van je eigen kinderen mee beïnvloeden)
§ Directie invloed (bv: mijn mama stopte me altijd onder in bed, dus ik ga dit ook doen)
§ Pedagogisch besef (Baartman) => hieronder wordt verstaan hoe ouders betekenis geven aan het
gedrag van hun kind en hoe zij eigen handelen hiernaar richten en vormgeven
§ Belangenconflicten: het belang van het kind versus het belang van de ouder. bv: als je zelf tekort
hebt gehad als kind, heb je een grote kans dat je ook moeilijk hebt bij het opvoeden van je eigen
kind. Jouw belangen aan de kant zetten voor je kind kun je vaak pas als je dat van thuis hebt
meegekregen.

, 2.3. DE OPVOEDINGSCONTEXT

• We onderscheiden in deze variabele de volgende kenmerken: de subsysteem – en gezinskenmerken en de
materiele en sociale context waarbinnen een gezin leeft


2.3.1. SUBSYSTEEMKENMERKEN EN GEZINSKENMERKEN
• Hellinckx beschouwt het opvoedingsproces als een uitkomst van het cybernetisch samenspel van deze kind
– en ouderkenmerken met de subsysteemkenmerken en de algemene gezinskenmerken en de context van
het gezin. Onder subsysteemkenmerken verstaat hij de partnerrelatie en de siblinggroep. Met algemene
gezinskenmerken bedoelt hij de gezinsorganisatie, de gezinsscultuur en de gezinsdynamiek.
• Deze aspecten zijn minder direct grijpbaar voor pedagogische hulpverlening, maar ze zijn wel belangrijk
om hun interactie met het opvoedingsgebeuren te expliceren.
• Subsysteemkenmerken:
- Partnerrelatie
§ De kwaliteit van de partnerrelatie speelt een rol bij het opvoeden. Een slechte partnerrelatie
leidt vaak tot isolement van een van de ouders. Uit onderzoek blijkt dat de partnerrelatie niet
direct het opvoeden beïnvloedt, mar wel het algemene welbevinden van de ouders kan
aangetast worden en op die manier het opvoeden kom bemoeilijken. Een goede partnerrelatie
versterkt de draagkracht van het gezin
- Siblings:
§ De interacties tussen de broers en zussen
- Heeft invloed op het opvoeden van het kind

• Algemene gezinskenmerken => het gezin is een netwerk van interacties. Binnen dit geheel kunnen we drie
verschillende niveaus onderscheiden: gezinsorganisatie, gezinscultuur en de gezinsdynamiek.
- De gezinsorganisatie = hieronder verstaan we de
interactieprocessen in het gezin en de gezinsstructuur.
§ Afgrenzingsprocessen = de regels die in het gezin gelden
met betrekking tot wie wel of niet aan een bepaalde
interactie mag deelnemen en op welke wijze
o Ruimtelijk terrorium: ongeacht van hoe je ook leeft, je
het gevoel als kind moet hebben binnen een gezin ‘dit
is van mij’ en dit wordt gerespecteerd door anderen
(bv: eigen plaats aan tafel, eigen kamer…)
o Psychisch territorium: ruimte om eigen gedachten en
gevoelens te hebben die kunnen afwijken van de rest van het gezin als deze ruimte er is,
zullen dingen soepeler lopen
o Handelingsterrein: bv: mogen voetballen als kind als je dit wil doen
=> 2 gezinstypes: los zand en kluwen gezinnen
=> Los – zand – gezinnen: de grenzen binnen het gezin zijn te star => de leden hebben een
overtrokken gevoel van zelfstandigheid en een gebrek aan samenhorigheid.
=> Kluwengezin: binnen dit gezin zijn de grenzen te vaag. Het verhoogde gevoel van
samenhorigheid gaat ten koste van de autonomie van de individuele gezinsleden

- De gezinscultuur
§ Het kader van opvattingen, expressieve symbolen en waarden, in termen waarvan de
gezinsleden hun situatie, zichzelf en hun onderlinge betrekkingen definiëren, hun gevoelens
uitdrukken en hun meningen geven.
§ Baartman spreekt in dit verband van de “ideële sector” van het gezin.
- De gezinsdynamiek
§ Het gezin is geen statisch systeem
§ Het gezin moet morfogenetische eigenschappen vertonen. Ook hier kan zich echter
systeempathologie voordoen:
o Te veel zelfregulatie => de morfostase is te star, zodat er geen soepele aanpassingen
mogelijk zijn aan onvermijdelijke veranderingen. Op elke verandering wordt gereageerd als

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller camilleooms. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79650 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.59
  • (0)
  Add to cart