In deze samenvatting vind je alle 6 de specialisatielessen die horen bij het vak ontwikkelingspsychologie.
Hoofdstukken die besproken worden zijn: het begin van het leven, de motorische en fysieke ontwikkeling doorheen de levensloop, de taalontwikkeling, onderwijs en de creatief - expressieve ont...
motorische en fysieke ontwikkeling doorheen de levensloop
de creatief expressieve ontwikkeling
Written for
Thomas More Hogeschool (tmhs)
Bachelor Toegepaste Psychologie
Ontwikkelingspsychologie
All documents for this subject (46)
Seller
Follow
camilleooms
Content preview
SPECIALISATIELESSEN ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
SPECIALISATIELES 1: HET BEGIN VAN HET LEVEN
1. ERFELIJKHEID
1.1 GENEN EN CHROMOSOMEN: DE CODE VAN HET LEVEN
• Bij een voortplantingsproces ontstaat er een nieuwe cel => zygote
• De zygote bevat 23 paren (46) chromosomen (1 paar geslachtschromosomen en 22 paar gewone
chromosomen)
• Gameten = voortplantingscellen hebben 23 chromosomenparen, maar doordat de gameten van beide
geslachten versmelten met elkaar worden dit er 46.
• Waarom grotere diversiteit bij mensen?
- Bij de vorming van gemeten in het volwassen lichaam
- Het is toeval welk lid van het paar in de gameet terechtkomt zijn er een stuk of 8 miljoen
verschillende combinaties mogelijk
- Hierdoor kunnen kinderen van dezelfde ouders heel erg verschillen qua karakter of er helemaal
anders uitzien als hun ouders
- Tijdens dit proces kan er ook iets foutlopen, en dan kunnen er chromosoomafwijkingen of
genoommutaties ontstaan
• Chromosoomafwijkingen/ genoommutaties
- De meeste bevruchte eicellen met een genoommutatie/afwijking, zijn niet levensvatbaar
- Genoommutaties/afwijking kan leiden tot bepaalde syndromen zoals:
§ Trisomie 21/ syndroom van down => 3 chromosomen op 21ste paar in plaats van 2 => hebben 1
chromosoom te vele (47 chromosomen)
§ Syndroom van Turner => afwijkend aantal geslachtschromosomen => 1 geslachtchromosoom
(45 chromosomen) + kan alleen bij meisjes voorkomen aangezien de Y er niet is
• Geslachtsbepaling
- Chromosomen vrouw => 22 gelijksoortige paren + XX
- Chromosomen man => 22 gelijksoortige paren + XY
- De vaders bepalen het geslacht
- Embryowet => bevat allerlei bepalingen omtrent onderzoek op embryo’s, behandelingen, maar ook
rond spermadonatie
1.2. GENETISCHE CONSULTATIE EN ERFELIJKHEIDSADVIES
• In sommige gevallen is het mogelijk om beroep te doen op een genetisch adviseur die gespecialiseerd is in
gedragsgenetica
• Gedragsgenetica => onderzoek naar de effecten van erfelijkheid op gedrag
• De genetische adviseur:
- Brengt relatieve bijdrage van genen op gedragskenmerken in kaart bv: intelligentie, criminaliteit…
- Levert inzicht in genetische basis/kwetsbaarheid van of voor bepaalde syndromen bv: spierziekte van
Duchenne
• Prenataal onderzoek => technieken om de gezondheid van een ongeboren kind te beoordelen dit gebeurt
aan de hand van:
- Standaardmodel ongeboren kind:
, § Bloedafname
§ Nekplooimeting tussen 11de en 12de week => geen echte plooi maar ophoping van vocht onder
de huid van de foetus
§ Echografie (3 keer)
§ Waarom echografie? => groei, ligging, geslacht baby, hoeveelheid vruchtwater,
meerlingszwangerschappen, aangeboren afwijkingen
- Bij risico (genetische) aandoeningen gaat de genetisch adviseur:
§ De genetische risico’s in kaart brengen door er familiegeschiedenis aan de soort aandoening te
koppelen
§ Een grondig lichamelijk en chromosomaal onderzoek uitvoeren bij de ouders
§ Eventueel een bijkomend onderzoek tijdens de zwangerschap uitvoeren zoals een bloedtest, de
vlokkentest (vanaf 11de week) of een vruchtwaterpunctie (vanaf 16de week)
§ De vlokkentest en vruchtwaterpunctie zijn invasieve testen
2. DE INTERACTIES TUSSEN ERFELIJKHEID EN OMGEVING
2.1. DE ROL VAN OMGEVING: VAN GENOTYPE NAAR FENOTYPE
• Bijvoorbeeld: obesitas => gewicht is een deel erfelijk bepaald, maar toch hebben sommige met genetische
kwetsbaarheid geen obesitas daarom spreken we van een multifactoriële aandoening (combinatie van
genetische en omgevingsfactoren) => hoe komt dit?
• De meeste eigenschappen kennen multifactoriële overerving = zijn bepaald door combinatie van
genetische en omgevingsfactoren
• Vanaf de conceptie/bevruchting ligt het genetisch vast dat er een ontwikkeling kan plaatsvinden, maar het
fenotype (de waarneembare kenmerken die dan tot uiting gaan komen) die staan onder invloed van de
omgeving
• In welke mate wordt ons gedrag veroorzaakt door genetische factoren en in welke mate door
omgevingsfactoren? => onderzoek naar impact van genen en omgeving (volgende deel)
2.2. EEN ANTWOORD OP HET NATURE – NURTURE – RAADSEL
• Onderzoek gedaan naar de impact van de genen en omgeving
- Onderzoek met dieren
§ Dieren fokken die op specifieke vlakken genetisch gelijk zijn
§ Deze dieren in verschillende omgevingen observeren en omgekeerd
§ Nadeel => generaliseerbaarheid?
- Onderzoek bij mensen
§ Onderzoek bij monozygote tweelingen => Correlationeel onderzoek bij grote groepen
eeneiige tweelingen => meer overeenkomsten tussen tweelingen dan tussen gewone broers
en zussen voor: intelligentie, persoolijkheid, interesses, gebaren, snelheid van spreken…
§ Vergelijkingen van dizygote tweelingen en monozygote tweelingen => indien monozygote
tweelingen meer op elkaar gelijken voor bepaald (gedrag)kenmerk dan dizygote tweelingen:
aanwezig rol genen/omgeving?
§ Adoptiestudies => indien adoptiekind boor bepaald (gedrag)kenmerk, sterk gelijkt op dat van
adoptie – broer/zus: aanwezigheid rol genen/omgeving?
• Epigenetica
- Betekend letterlijk ‘bovenop het DNA’. Nog preciezer gaat het om de markeringen rondom het DNA
die genen aan en uit kan zetten. Die markeringen zelf veranderen en lijken overerfbaar.
, 2.3. KUNNEN GENEN DE OMGEVING BEÏNVLOEDEN? => 3 MANIEREN
• Actieve genotype – omgevingseffecten
- Zichzelf richten op aspecten in omgeving die het meest aansluiten bij de genetisch bepaalde
capaciteiten
• Passieve genotype – omgevingseffecten
- Genen van ouders worden geassocieerd met de omgeving waarin kinderen opgroeien
• Evocatieve genotype – omgevingseffecten
- Situaties waarin de genen van een kind een specifieke omgeving (- reactie) oproepen
3. PRENATALE GROEI EN VERANDERING
• Duur van de zwangerschap is 40 weken => gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie
3.1. DE STADIA VAN DE PRENATALE PERIODE: HET BEGIN VAN DE ONTWIKKELING
• Germinale stadium: van 0 tot 2 weken na conceptie
- Zygote deelt zich gestaag (na 1 week al in 100 – 150 cellen) en neemt in complexiteit toe
- Eerste 5 dagen => verplaatst de bevruchte eicel zich van eileider naar baarmoeder (uterus)
- Tussen dag 5 en 9 => nestelt de bevruchte eicel zich in de wand van de baarmoeder (uterus)
- De deling van een zygote => steeds meer specialistisch
§ Sommige cellen vormen beschermde laag rond de massa
§ Andere cellen vormen de placenta en navelstreng
§ De placenta zorgt voor voeding, voedsel en afvalstoffen
• Embryonale stadium: van 2 tot 8 weken na conceptie
- Het embryonale stadium is een fase met grote veranderingen in de belangrijkste organen en
fundamentele anatomie
- Embryo met 3 kiembladen:
§ Ectoderm => huid, haar, zintuigen, hersenen en ruggenmerg
§ Mesoderm => spieren, botten, bloed en bloedsomloop
§ Endoderm => organen
- De ontwikkeling in het snel:
§ 3 weken => 4mm
§ 8 weken => 3 cm, beginnende ‘menselijke’ vorm
§ 4de week => hart begint te kloppen, longen beginnen te
ontwikkelen
§ 7de week => start vorming van de geslachtsorganen
• Foetale stadium: van 8 weken na conceptie tot geboorte
- Verdere rijping en differentiatie van organen
- Organen beginnen te werken en raken op elkaar afgestemd
- Foetaal gedrag begint zich te ontwikkelen
§ Bewegingen worden voelbaar voor moeder rond 4 maanden
§ Omdraaien, hik, duimzuigen, ogen open en sluiten…
§ Auditieve discriminatie
- Eerste 12 weken => 10% op miskraam, daarna risico kleiner dan 1%
- Miskraam wordt meestal veroorzaakt door genetische afwijkingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller camilleooms. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.