58 - HR 7 juni 1957 (Suk/Brittania)
- De rechtsvraag: In hoeverre is de niet-georganiseerde werknemer gebonden ingevolge art.
14 WCAO?
- Overweging: De Hoge Raad overwoog dat blijkens de parlementaire geschiedenis van de wet
de wetgever, in art. 14 een sanctie als in de artikelen 12 en 13 achterwege latende, de beide
gevallen welbewust verschillend heeft geregeld om te voorkomen dat de collectieve
arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou zijn, zodat aan de niet gebonden
werknemer bij overtreding van art. 14 geen recht tegen de werkgever werd toegekend. Art.
14 Wet CAO laat dus, anders dan de art. 9, 12 en 13 Wet CAO, de contractsvrijheid tussen de
individuele werkgever en werknemer intact. Heeft een niet- of anders georganiseerde
werknemer geheel los van de toepasselijke cao met zijn werkgever afgesproken dat hij in
december van elk jaar twee extra maandsalarisen aan loon ontvangt en deze werkgever is
met de vakbonden overeengekomen dat de zogenoemde dertiende maand vanwege de
slechte economische omstandigheden bij inwerkingtreding van de nieuwe cao zal worden
afgeschaft, dan blijft deze werknemer recht op de twee individueel overeengekomen
maandsalarissen behouden.
- Rechtsregel: Indien alleen de werknemer geen lid is van de betrokken vakbond, maar hij wel
de toepasselijkheid van de CAO wenst (art. 14 WCAO), moet de werkgever, voor zover deze
wel lid is van de werkgeversorganisatie die bij de totstandkoming van de CAO was betrokken,
de bepalingen uit de CAO toch verplicht op de arbeidsovereenkomst toepassen. Overigens
kan de werknemer (niet-lid) dit niet zelf afdwingen, maar alleen met behulp van de
betrokken vakbond.
62 - HR 14 januari 2000 (Boonen/Quicken)
- Werknemer verdienden een bepaald salaris waarin volgens de werkgever ook de
overwerkvergoeding in zat (in de arbeidsovereenkomst stond vermeld dat men geen recht
had op overwerkvergoeding), maar de werknemer wilde een vergoeding van de
overwerkuren op grond van de CAO. Hoge Raad: het salarisbeding is een ander beding dan
het overwerkbeding. De arbeidsovereenkomst was in strijd met de CAO betreffende de
overwerkvergoeding. Dus dit deel van de arbeidsovereenkomst is nietig. Men moet elk
beding afzonderlijk toetsen, dus men moet de arbeidsovereenkomst naast de CAO leggen en
beding voor beding gaan vergelijken op strijdigheid. Volgens de Hoge Raad zou het tot een
rare situatie leiden als men het salaris en de overwerkvergoeding samen neemt, want men
zou dan is het de ene maand wel strijdig en de andere maand niet. Men mag dus niet aan
pakketvergelijking doen volgens de Hoge Raad.
65 - HR 20 december 2002 (Bollemeijer/TPG Post B.V.)
- In dit arrest heeft de Hoge Raad aangegeven dat een ongebonden werknemer via de
arbeidsovereenkomst gebonden kan raken aan een afwijking in een CAO van een driekwart
dwingendrechtelijke bepaling, ook al is die CAO niet direct van toepassing op de werknemer.
68 - HR 20 februari 2004 (DSM/Fox)
- Feiten: Het pensioenfonds van DSM hanteert een pensioenreglement waarvan de werkgever
ten behoeve van haar werknemers onder bepaalde voorwaarden het recht op een
pensioenuitkering heeft bedongen. Werknemer Fox aanvaardde dit recht waardoor hij als
partij bij de tussen de werkgever en het pensioenfonds gesloten overeenkomst had te
gelden. De vraag was vervolgens hoe dit pensioenreglement moest worden uitgelegd in de
relatie tussen de werknemer en het pensioenfonds. De werknemer had geen invloed gehad
, op de bewoordingen van het reglement en de overwegingen die aan die bewoordingen ten
grondslag lagen waren voor hem niet kenbaar.
- Rechtsvraag: Hoe kunnen overeenkomsten worden uitgelegd?
- Overweging: “(…) Enerzijds heeft ook bij toepassing van de Haviltexnorm te gelden dat,
indien de inhoud van een overeenkomst in een geschrift is vastgelegd (…) de argumenten voor
een uitleg van dat geschrift naar objectieve maatstaven aan gewicht winnen in de mate
waarin de daarin belichaamde overeenkomst naar haar aard meer is bestemd de
rechtspositie te beïnvloeden van derden die de bedoeling van de contracterende partijen uit
dat geschrift en een eventueel daarbij behorende toelichting niet kunnen kennen en het voor
de opstellers voorzienbare aantal van die derden groter is, terwijl het geschrift ertoe strekt
hun rechtspositie op uniforme wijze te regelen. Anderzijds leidt de CAO-norm niet tot een
louter taalkundige uitleg; in het arrest van de Hoge Raad van 31 mei 2002, (…) [Ziekenhuis De
Heel; PR], is (…) verduidelijkt dat (…) onder meer acht kan worden geslagen op de elders in de
CAO gebruikte formuleringen en op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de
onderscheiden, op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden leiden. In het zojuist
aangehaalde arrest is voorts nog beslist dat ook de bewoordingen van de eventueel bij de
CAO behorende schriftelijke toelichting bij de uitleg van de CAO moeten worden betrokken. In
een latere uitspraak [Buijsman/Motel Akersloot BV; PR] werd geoordeeld dat, indien de
bedoeling van de partijen bij de CAO naar objectieve maatstaven volgt uit de CAO-bepalingen
en de eventueel daarbij behorende schriftelijke toelichting, en dus voor de individuele
werknemers en werkgevers die niet bij de totstandkoming van de overeenkomst betrokken
zijn geweest, kenbaar is, ook daaraan bij de uitleg betekenis kan worden toegekend (…).”
- Rechtsregel: De Hoge Raad oordeelt dat de Haviltex-norm en de CAO-norm tegenover elkaar
staan, maar ze vloeien wel in elkaar over. Het zijn geen twee verschillende normen, maar
twee verschillende uitgangspunten. Afhankelijk van het type van overeenkomst en de
omstandigheden van het geval is een meer of minder grammaticale uitleg geraden. Zowel bij
de Haviltex-norm als bij de CAO-norm moeten de omstandigheden van het geval meespelen
bij de precieze uitleg.
60 - HR 28 januari 1994 (Beenen/Vanduho)
- Feiten: Beenen was in dienst van Vanduho BV. Hij wordt in 1984 ziek totdat hij in 1992 met
pensioen gaat. Het eerste jaar van zijn arbeidsongeschiktheid ontving hij een ZW-uitkering en
vanaf 1985 krijgt hij een WAO-uitkering. In de cao was bepaald dat de
socialeverzekeringsuitkeringen twee jaar lang werden aangevuld tot 100% van het loon.
Zowel Beenen als Vanduho waren niet aangesloten bij een cao-partij. Op het moment dat
Beenen ziek werd was de cao algemeen verbindend verklaard. Na een jaar liep de
algemeenverbindendverklaring af en tijdens het tweede jaar was de cao slechts korte tijd
algemeen verbindend verklaard. Beenen vordert de aanvulling ook voor de perioden dat de
cao niet meer algemeen verbindend verklaard was.
- Rechtsvraag: Heeft een werknemer ook recht op doorbetaling van salaris (of aanvulling van
wegens die arbeidsongeschiktheid genoten uitkeringen) op grond van algemeen verbindend
verklaarde bepalingen van een cao als die bepalingen in de loop van het tijdvak dat hij daar
recht op heeft ophouden algemeen verbindend te zijn?
- Overweging: “3.2 (…)Het middel is gegrond. Indien een werknemer op het tijdstip waarop hij
arbeidsongeschikt is geworden, krachtens algemeen verbindend verklaarde bepalingen van
een CAO tegenover de werkgever recht kan doen gelden op doorbetaling van salaris -of
aanvulling van wegens die arbeidsongeschiktheid genoten uitkeringen -over een in die
bepalingen omschreven tijdvak, wordt het aldus verkregen recht niet aangetast doordat in de
loop van dat tijdvak de bedoelde bepalingen ophouden algemeen verbindend te zijn. (…)”
- Rechtsregel: Een werknemer heeft ook recht op doorbetaling van salaris (of aanvulling van
wegens die arbeidsongeschiktheid genoten uitkeringen) op grond van algemeen verbindend
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jjvh17. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.