100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Propedeuse Social Work periode 4 Sociologie! $5.42   Add to cart

Summary

Samenvatting Propedeuse Social Work periode 4 Sociologie!

3 reviews
 321 views  31 purchases
  • Course
  • Institution

Een volledige samenvatting van het vak Sociologie 2 van de studie Sociale Studies/Social Work op de fontys te Eindhoven. Bevat samenvattingen van de hoorcolleges & de verplichte literatuur.

Preview 3 out of 21  pages

  • May 19, 2021
  • 21
  • 2020/2021
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: kyasin369 • 11 months ago

review-writer-avatar

By: noasangut • 3 year ago

review-writer-avatar

By: yonisteen • 3 year ago

avatar-seller
Samenvatting sociologie periode
4
Periode 4 – Week 1 – Sociale ongelijkheid – H6 Stratificatie

 Sociale ongelijkheid:

Sociale ongelijkheid gaat over sociale verschillen. Sociale ongelijkheid gaat over de verschillen in
macht en daarmee verbonden sociale privileges.

- Sociale ongelijkheid is een fundamenteel kenmerk van menselijk samenleven.
- Hogere groepen willen ongelijkheid handhaven, lagere groepen willen ongelijkheid
verminderen. Hierbij speelt macht een centrale rol in sociale ongelijkheid.
- Sociale ongelijkheid komt voort uit afhankelijkheidsverhoudingen en machtsverschillen, maar
ook uit economische bindingen en statusverschillen.
- Sociale stratificatie is een specifieke vorm van sociale ongelijkheid. Sociale stratificatie is het
indelen van groepen mensen in maatschappelijke lagen, waartussen een
ongelijkheidsverhouding bestaat. Hierbij wordt sociale ongelijkheid vereenvoudigd door de
maatschappij in slechts enkele sociale klassen te verdelen.

 Macht:
Macht is het vermogen om het gedrag van andere met behulp van sancties te beïnvloeden.
Macht Privileges
Economische macht Materiële beloningen
- Controle over de schaarse goederen en - Beschikking over inkomen.
diensten in de samenleving.
Politieke macht Bevoegdheden en rechten.
- De mogelijkheid hebben om dwang of
geweld te gebruiken.
Affectieve macht Status en respect
- Het vermogen om andere te beïnvloeden - Charismatische vakbondsleider om
en emotioneel aan je te binden. leden te laten staken.
Cognitieve macht Toegang tot kennis en informatie.
- Beschikking van kennis die voor andere
ook belangrijk is.


Statusincongruentie: komt voor wanneer de positie van een individu of groep op de
maatschappelijke ladder niet overeenkomt met de criteria die ze hiervoor nodig hebben.
Hoe zagen de verschillende lagen in de samenleving er vroeger uit?

1. Jagers en verzamelaars samenleving Ieder mens leeft zelfstandig en is
zelfvoorzienend.
2. Agrarische samenleving Hier ontstonden er standen, dit zijn groepen die
zich onderscheiden op status en rechten. Dit is
goed terug te zien in hun levensstijl.
3. Industriële samenleving Hier ontstonden klassen, dit zijn groepen die

1

, zich onderscheiden op economisch gebied. Met
name op gebied van bezit en arbeidspositie.
 6.1 sociale ongelijkheid en sociale stratificatie:
Hoog-laag metafoor: iemand die een ‘hogere’ positie heeft, heeft meer macht, meer
beslissingsvrijheid, meer aanzien en meer voorrechten.
Macht en afhankelijkheid: afhankelijkheid impliceert macht. Iemand die van een anders afhankelijk
is, ondergaat min of meer de dwingende invloed van de ander. Macht is het vermogen om het
gedrag van andere met behulp van sancties te beïnvloeden.
Machtsoverwicht: er is sprake van een machtsoverwicht als de afhankelijkheid eenzijdig is. Persoon A
heeft persoon B meer nodig dan omgekeerd.
Privileges: privileges zijn niet per se waardevol, maar dienen vaak als middelen waarmee mensen
anderen van zich afhankelijk kunnen maken, om zo weer nieuwe privileges te krijgen.
 Sociale stratificatie:
Er is sprake van sociale stratificatie wanneer je mensen indeelt in groepen van hoog naar laag, een
gestructureerde vorm van sociale ongelijkheid. De overstap van de ene laag naar de andere is lastig.
Sociologen richting zich bij stratificatie voornamelijk op gezinnen, families en huishoudens.
Geschiedenis van stratificatie:
1. Het kon ontstaan waar een religieuze groep status en macht verwierf, omdat hun rituele
activiteiten als onmisbaar gezien werden
2. Door uitbreiding van markten en de opkomst van kapitalisme hadden mensen meer bezitten
en kapitaal.
3. Stratificering ging daarbij hand in hand met een beginnende staatsvorming: cognitieve
(priesters) en politieke (krijgers) afhankelijkheden ontstonden door specialisatie, dit leidt tot
macht en privileges. Waardoor uiteindelijk klassen en standen ontstonden.

 6.2 stratificatie in complexe agrarische samenlevingen:
Vroeger was er al veel sprake van sociale ongelijkheid, bijvoorbeeld:
1. Slavernij.
2. Kastensysteem: een verdeling gebaseerd op spiritualiteit en karma.
3. Aristocratie vs. boeren:
a. Rijke kooplieden en bestuurders.
b. Zelfstandige ambachtslieden, kleine handelaren en handwerkslieden.
c. Paupers die onregelmatig of helemaal geen werk hebben.

 6.3 industrialisering en klassenvorming:
Wat zijn de gevolgen van industrialisering?
1. Meer mensen kregen een economische positie die afweek van hun ouders.
2. Waardoor economische ongelijkheid niet meer zo nauw verbonden was met het traditionele
verschillen in status.
3. In plaats van standen ordening kwamen klassenverschillen.
Hierdoor ontstonden er nieuwe klassen: industriële ondernemers en industriearbeiders. Naarmate
bedrijven groter werden, groeide de sociale afstand tussen ondernemers en arbeiders en werd de
onderlinge verhouding steeds meer als fundamentele belangentegenstelling gezien, een

2

, klassentegenstelling. De verschillen werden opvallender en de arbeiders vonden het goed om in
vakbonden actie uit te voeren voor verbetering, dit noemen we klassenbewustzijn.
 Marx & Friedrich Engels
Bourgeoisie: een ander woord voor de burgerij, het is een sociale klasse van mensen in de
middenklasse die hun macht krijgen door hun vermogen, opleiding en werk.
Proletariaat: dit is de arbeidersklasse, dit is de klasse van mensen die voor hun levensonderhoud
afhankelijk zijn van eigen producten die worden verhandeld op de handelsmarkt.
Marx voorspelde dat de klassenstrijd steeds heftiger zou worden, de kloof tussen de bourgeoisie en
het proletariaat werd steeds groter, dit noemen we polarisatie. De polarisatie zou uiteindelijk zorgen
voor een evolutie, tot een klasseloze en socialistische samenleving. De kloof tussen de bourgeoisie en
het proletariaat werd niet groter door 5 ontwikkelingen in de samenleving:
1. Groei van nieuwe middenklassen: door het groeien van ondernemingen en
verschuiving van dienstverlening vond een sterke uitbreiding van de nieuwe middenklasse
plaats. Deze bestond uit;
a. Niet zelfstandige niet handarbeiders (employés)
b. Hoofdarbeiders
2. Verbetering positie van arbeiders: door de groei van de productie kwam de
arbeidersbeweging zelf, dit kwam ook ten goede van de arbeiders. De lonen stegen, de vrije
tijd nam toe en sociale voorzieningen en pensioenregelingen werden vergroot.
3. Verburgerlijking van arbeiders & Vervaging van de klassengrenzen: de materiële
verbetering ging gepaard met verandering van levenswijze, consumptiepatronen, spaar
gewoonten, vrijetijdsbesteding, gezinsleven.
4. Matige opstelling van socialistische partijen en vakbonden: de vakbonden en partijen
gingen zich gematigder opstellen. Ze gingen zich op bredere bevolkingslagen richten.
5. Toenemend belang van opleiding: mensen kwamen steeds meer in grote,
hiërarchisch gestructureerde organisaties te werken, waardoor ze vaak een positie in namen
waarbij opleiding steeds belangrijker werd.
 Pierre Bourdieu:
- Sociale ongelijkheid gaat niet alleen over inkomen, bezit of arbeidspositie maar ook over
status, levensstijl en smaak.
- Klasse verschillen hangen samen met status verschillen.
- Klasse verschillen zijn minder duidelijk en scherp dan vroeger.
Socialistische maatschappij: een maatschappij gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid
en solidariteit.

 6.4 recente ontwikkelingen in sociaaleconomische ongelijkheid:
Wat zijn de oorzaken waardoor sociaaleconomische ongelijkheid zijn toegenomen?
1. De groei van belonings- en salarisverschillen tussen hoger en lager gekwalificeerde
werknemers.
2. Bezuinigingen in het stelsel van sociale zekerheid.
3. Tijdelijke bedrijven die meer geld uitgeven aan zzp’ers.
4. Gebrek aan werkgelegenheid vermindert het vinden van betaald werk.
5. Klassen gebonden verschillen: mensen in lagere standen leven gemiddeld korter dan mensen
uit hogere standen.
6. Verschuivingen in machts- en afhankelijkheidsverhoudingen.
7. Interdependenties op internationaal en nationaal gebied.


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ayonabrandenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.42  31x  sold
  • (3)
  Add to cart