Aantekeningen Economie VWO-5 onderdeel 6: Risico en informatie
Hoofdstuk 11 Risico en verzekeren
§ 1 Risicoavers gedrag en verzekeren
Let op! In afwijking van het boek geldt het volgende:
Risico is de verwachte schade van een gebeurtenis.
In formule: Risico = kans op een gebeurtenis × schade als gevolg van die
gebeurtenis
Er zijn twee soorten risico’s
Vrijwillige risico’s worden bewust door iemand genomen / zijn wel te
vermijden.
Onvrijwillige risico’s zijn niet te vermijden / worden niet bewust door iemand
genomen.
De grens tussen vrijwillige en onvrijwillige risico’s is in de praktijk niet altijd even scherp te
trekken!
Risicoavers gedrag zien we bij mensen die een hekel hebben aan het nemen van
risico’s.
Risicozoekend gedrag zien we bij mensen die graag bereid zijn om risico’s te nemen.
Risiconeutraal gedrag zien we bij mensen die onverschillig staan tegenover het
nemen van risico’s.
Verwachte opbrengst is de verwachte ontvangst van een bepaalde ‘transactie’.
Verwachte winst is de verwachte opbrengst van een bepaalde transactie minus de
kosten ervan.
In onderstaande tabel zijn drie verschillende loterijen weergegeven:
Loteri Prijs Uitbetaling Uitbetaling Verwachte Verwachte Mogelijke Risico
j per bij kop bij munt opbrengst winst schade
lot
A € 20 € 24 € 16 € 20 €0 €4 €2
B € 20 € 40 €0 € 20 €0 € 20 € 10
C € 20 € 60 €0 € 30 € 10 € 20 € 10
In alle drie gevallen bestaat de loterij uit het gooien van een euromunt. De uitbetaling
verschilt per loterij. Als ´kop´ boven komt betaalt loterij A € 24 uit, als ´munt´ boven
komt betaalt loterij A € 16 uit.
De verwachte opbrengst van loterij A is (0,5 × € 24 + 0,5 × € 16 =) € 20.
De verwachte winst van loterij A is (€ 20 – € 20 =) € 0.
De mogelijke schade van loterij A is (€ 20 – € 16 =) € 4.
Het risico van loterij A is (0,5 × € 4 =) € 2
Loterijen B en C werken op soortgelijke wijze.
, Iemand die risicoavers is, zal bij twee opties met dezelfde verwachte winst, kiezen
voor de optie met het laagste risico. Dus is loterij A voor deze persoon aantrekkelijker
dan loterij B.
Iemand die risicozoekend is, zal bij twee opties met dezelfde verwachte winst, juist
kiezen voor de optie met het hoogste risico. Deze persoon verkiest loterij B boven
loterij A.
Iemand die risiconeutraal is, heeft bij twee opties met dezelfde verwachte winst
geen voorkeur ondanks het verschil in risico. Deze persoon vindt loterij A en B even
aantrekkelijk.
Iemand die verstandig is, zal bij twee opties met hetzelfde risico, kiezen voor de optie
met de hoogste verwachte winst. Dus is loterij C voor deze persoon aantrekkelijker
dan loterij B.
De mate waarin iemand risicoavers is, bepaalt of hij eerder kiest voor loterij A of
loterij C.
Verzekeren is het afdekken van een risico dat de verzekerde niet kan of niet wil
dragen.
De verzekeringspremie is de prijs die de verzekerde moet betalen aan de
verzekeraar om een risico af te dekken. Kortweg: de prijs van een verzekering.
Een verzekeringsmaatschappij is een verzekeraar.
Een verzekeringsnemer is een verzekerde.
Stel dat uit onderzoek blijkt dat ieder jaar één op de tien fietsen wordt gestolen.
Fietsers lopen daardoor een onvrijwillig risico. De aanschaf van een nieuwe fiets kost €
600.
De schadelast kan worden gespreid als een grote groep fietsers zich verzekert tegen
diefstal.
In onderstaande tabel zijn twee situaties weergegeven: een fiets wel of niet
verzekeren tegen diefstal:
Fiets Jaarpremie Uitbetaling Mogelijke Verwachte Risico
bij diefstal schade kosten
Niet €0 €0 € 600 € 60 € 60
verzekeren
Wel € 60 € 600 €0 € 60 €0
verzekeren
Niet verzekeren leidt tot een bedrag aan verwachte kosten van € 60 (= 0,9 × € 0 + 0,1 ×
€ 600). Het risico van niet verzekeren is eveneens € 60 (= 0,1 × € 600).
Bij wel verzekeren zijn de kosten altijd € 60 (= de verzekeringspremie), maar loop je
geen risico.
Iemand die risicoavers is, kiest voor wel verzekeren in plaats van niet verzekeren als de
(verwachte) kosten bij beide opties gelijk zijn, maar het risico bij wel verzekeren kleiner
is.
Formule: Totale opbrengst (TO) = verzekeringspremie × aantal
verzekeringsnemers
Formule:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller poelmila. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.15. You're not tied to anything after your purchase.