Het genoom is het geheel aan erfelijke informatie in een cel van een organisme. Alle cellen hebben
hetzelfde genoom.
Het DNA in mitochondriën wordt mtDNA genoemd.
Een DNA-molecuul is een nucleïnezuur dat bestaat uit twee keten van aan elkaar gekoppelde
nucleotiden. Nucleïnezuren komen voor in de celkern en het cytoplasma.
Zoals je hierboven ziet heeft desoxyribose 5 C-atomen. De fosfaatgroep zit in een nucleotide
gebonden aan het vijfde C-atoom en de stikstofbase aan het eerste C-atoom.
Bij het aan elkaar koppelen van nucleotiden (polymerisatie), gaat het derde C-atoom van
desoxyribose door een condensatiereactie een binding aan met de fosfaatgroep van de volgende
nucleotide.
Aan het ene uiteinde bevindt zich een fosfaatgroep en aan de andere kant een OH-groep die aan het
derde C-atoom van desoxyribose vastzit. DNA wordt altijd van 3’ 5’ afgelezen en gekopieerd.
De stikstofbasen maken geen deel uit van de keten. Ze steken
aan de zijkant uit.
Door vaste basenparing noemen we de twee
nucleotideketens van een DNA-molecuul complementair.
De basenparing komt tot stand door waterstofbruggen.
In een DNA-molecuul hebben de ketens een helix-structuur.
De ene keten loopt van 3’ 5’ en de andere van 5’ 3’.
, Een DNA-keten is rond een aantal eiwitten gewikkeld, die we
histonen noemen.
Een aantal histonen met het eromheen gewikkelde DNA vormt
een nucleosoom.
Tussen 2 opeenvolgende nucleosomen bevindt zich het
koppelings-DNA.
Door de afwisseling van koppelings-DNA en nucleosomen krijgt
het DNA-molecuul het uiterlijk van een kralenketting.
Bij eukaryoten bestaat maar een klein deel van al het DNA in een cel uit genen.
Het overige DNA codeert niet voor eiwitten en wordt daarom niet-coderend DNA genoemd. Niet
coderend DNA heeft een functie bij de synthese van eiwitten.
De volgorde waarin nucleotiden zijn gerangschikt, noem je sequentie. In deze volgorde kunnen
allerlei variaties voorkomen.
Bijvoorbeeld: Sommige van de genen die verantwoordelijk zijn voor een rode kleur bij tomaten
hebben een andere sequentie van de stikstofbasen dan de genen voor een gele kleur
bij tomaten.
hierdoor worden bij een rode tomaat andere eiwitten gesynthetiseerd dan bij een
gele tomaat.
dat leidt tot een andere samenstelling van kleurstoffen waardoor de ene
tomatensoort rood kleurt en de andere soort geel.
, DNA-replicatie
Basisstof 3
DNA-replicatie begint bij een replicatiepunt. In twee richtingen worden de waterstofbruggen
tussen de basenparen verbroken door het
enzym helicase.
De helixstructuur verdwijnt vervolgens en de
2 strengen van het DNA-molecuul gaan uit
elkaar. Hierdoor ontstaat een replicatiebel
(zie afbeelding).
Bij eukaryote organismen bevat
een DNA-molecuul veel
replicatiestartpunten, een
prokaryoot organisme heeft er
maar 1.
Op de plaats waar de
basenparing is verbroken,
binden speciale eiwitten
(single-strand binding
proteïnen) aan de strengen. Ze
voorkomen dat de
vrijgekomen basen in een
streng van een replicatiebel
opnieuw waterstofbruggen
gaan vormen met de
vrijgekomen basen in de andere streng. Het enzym DNA-polymerase schuift vervolgens
langs de enkelvoudige ketens en bindt dATP, dTTP, dGTP en dCTP uit het kernplasma aan de
vrijgekomen stikstofbasen. Hiervoor wordt de energie gebruikt die vrijkomt door het
afsplitsen van 2 fosfaatgroepen. Er ontstaan dan 2 dubbelstrengs DNA-moleculen die ieder
uit een oude en een nieuwe keten bestaan.
Replicatie (van 3’ 5’) vindt in 2 richtingen plaats.
o In de ene richting kan DNA-polymerase vanaf het replicatiepunt het uit elkaar gaan
van de ketens volgen om de leidende streng te synthetiseren.
o In de andere richting kan de DNA-polymerase steeds maar korte stukjes DNA
synthetiseren, doordat dit achterwaarts moet
gebeuren.
Het enzym DNA-ligase koppelt korte DNA-fragmenten aan
elkaar, waardoor de volgende streng wordt gevormd.
Op plaatsen waar een nieuwe complementaire nucleotideketen langs de oude keten is
gevormd, neemt het DNA weer de helixstructuur aan. Het chromosoom bestaat dan uit 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mettemevis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.