2.1 De stralingsbalans van de aarde
- de straling die de aarde ontvangt, wordt door de atmosfeer en het
aardoppervlak verwerkt en weer terug gestraald.
Kortgolvige Inkomend. De energie wordt compact vervoerd. De
straling atmosfeer kan dit niet goed absorberen. Het aardoppervlak
warmt wel op en straalt weer straling uit.
Langgolvige Dit wordt door het aardoppervlak uitgestraald. De energie
Stralingsbalans straling wordt minder compact vervoerd.
- het aardoppervlak straalt veel meer langgolvige uit dan het kortgolvige
ontvangt.
Latente Niet meer dan dat water verdampt
energie
Voelbare Is direct voelbaar als warmte en is dus geen stralingsvorm
warmte meer.
- stralingsbalans is dus het gemiddelde evenwicht van de kortgolvige en
langgolvige straling.
- het broeikaseffect is het absorberen van langgolvige straling in de atmosfeer.
Dit is cruciaal voor ons klimaat
- de atmosfeer bestaat uit: 78% stikstof, 21% zuurstof en 1%
Broeikaseffect waterdamp,methaan en CO2
- doordat de mens extra broeikasgassen aan de atmossfeer toevoegt ontstaat
er het versterkt broeikaseffect.
- niet overal op de wereld is het even warm. In de tropen is het warmer omdat
de zonnestralen loodrecht op het aardoppervlak vallen en dus minder
Ruimtelijke oppervlakte hoeven te verwarmen.
verschillen - Ook is het kouder hoe hoger je in de hoogte gaat, de lucht wordt hier dunner
waardoor je sneller verbrand.
2.2 Wereldwijde luchtstromen
- warme lucht zet uit, waardoor het minder zwaar wordt. Het drukt dus
minder op het aardoppervlak. Hier is sprake van een Lagedrukgebied. De
lucht stijgt makkelijk op
- Hoe hoger het komt hoe minder luchtdruk er is, de lucht koelt af. Omdat
Atmosferische koude lucht minder vochr kan vasthouden, gaat het hier regenen.
Circulatie - de lucht stroomt zijdelings af, de lucht daalt weer. - De lucht is nu koel en
zwaar, het drukt op het aardoppervlak. Hier is Hogedrukgebied.
- aan het aardoppervlak stroomt de lucht deels weer terug naar de evenaar
en een deel naar de polen, hier stijgt het weer op. Er ontstaan nu
lagedrukgebieden met regen en wind, NL.
- De wind waait van H -> L
- je krijgt een afwijking in de luchtstroming omdat de aarde draait.
- Zuidelijk halfrond afwijking naar links
Corioliseffect - Noorderlijk halfrond naar rechts.
- de winden die waaien heten passaten, deze waaien niet altijd omdat de
Passaten en hoogte van de zon varieert.
Moessons - het lagedrukgebied rondom de evenaar de ITCZ, verschuift ook en daarmee
alle hoge en lage drukgebieden.
- als een wind de evenaar passeert draait die van richting die heten
Moessons.
, 2.3 Oceaan- en zeestromen
- wind die over de zee waait, sleurt als het ware ook het zeewater mee.
Daardoor ontstaan zeestromen die hetzelfde partroon hebben als de
Zeestromen luchtstromen.
warm Komt uit een relatief warm gebied, het zorgt voor een warme en
vochtig klimaat.
koud Komt uit een relatief koud gebied, het zorgt voor een extra koud
klimaat. In de subtropen zie je hierdoor veel woestijn. Het koude
zeewater koelt de lucht erboven af waardoor die droog wordt.
De stroming op grote diepte heet termohaliene circulatie -> wordt veroorzaakt
door dichtheisverschillen -> komt door temp.verschillen en zoutgehalte.
Thermohaliene - In atlantische oceaan warm water naar het noordoosten, dit verdampt
circulatie waardoor dit zouter wordt.Vervolgens koelt het af, uiteindelijk zelfs zo sterk
dat een deel bevriest. Maar zout bevriest niet waardoor het nog zouter wordt.
Dit water is erg zwaar enhet gaat zinken. Dit heet ook wel de
diepwaterpomp. Samen met andere diepwaterpompjes is dit de
thermohaliene circulatie.
Alles hierboven wordt samengevat in de term oceanische circulatie. Dit is
erg belangrijk voor de herverdeling van de warmte. Doordat de zonnestralen
recht op de tropen vallen is het daar erg warm, maar door de zee koelt het
Herverdeling van daar weer af, waardoor er temperatuur verschillen ontstaan.
de warmte
2.4 El niño- zuidelijke oscillatie
- Het meest bekende voorbeeld van atmosfeer-oceaaninteracties is ENSO.
- de zuidelijke oscillatie is de voortdurende, min of meer cyclische verandering
in het luchtdrukverschil over de Grote Oceaan tussen Indonesie en Peru. Dit
Zuidelijke wordt meestal weergegeven met een getal.
Oscillatie - Als dit getal positief is, lagedrukgebeid boven Darwin en Hogedruk boven
Tahiti. Dit zijn de normale omstandigheden
- Als dit getal negatief is, ligt er een relatief zwak lagedrukgebid boven Darwin
en sterker lagedrukgebied boven Tahiti. De wind verwakt of verdwijnt zelfs.
- in normale omstandigheden waait er dus rond de evenaar een oostelijke wind
over de Grote Oceaan. Dit zorgt dat er voor de kust van Peru koud
diepzeewater is, dit zit vol voedingstoffen en daarom goed voor de visvangst.
El niño en El Er onstaat ook een hogedrukgebied boven Peru, daarom is er ook een woestijn.
niña - bij Indonesie en Australie ontsaat er het omgekerde, er onstaat hier een
lagedrukgebied met veel regen en dus een tropisch regenwoud.
- Dit heet ook wel El niña
-Onder de El Niño- omstandigheden draait dit systeem om. Het
luchtdrukverschil vermindert en het gaat minder of niet waaien. Er kan geen
koudwater bij Peru opwellen en er valt regen wat kan leiden tot
overstromingen.
- in indonesie gaat het minder regen waardoor er risico is op bosbranden.
- met een regelmaat tussen 2 en 8 jaar wisselt dit systeem tussen de 2. Het is
De cyclus niet waardoor deze permanente instabiliteit wordt veroorzaakt.
- Overaal waar we oceaan vinden beïnvloeden atmosfeer en oceaan elkaar. De
diepwater pomp kan alleen bestaan omdat de atmosfeer warmte en coht
Interacties opneemt, waardoor het zeewater afkoelt en zouter wordt.
tussen atmos en
oceaan elders.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sharondevries1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.