,INTRO VAN DIT OPLEIDINGSONDERDEEL
OVERZICHT
1. Gezondheidspsychologie
Dit is een heel praktisch vak met veel praktische tips naast de modellen en theorieën van dit vak.
De gebruikte termen, modellen en theorieën moeten goed gekend worden.
2. Inhoud
Hoofdstuk 1: Wat is gezondheid?
Hoofdstuk 2: Sociale verschillen in ziekte en gezondheid
Hoofdstuk 3: Ongezond gedrag
Hoofdstuk 4: Gezond gedrag
Hoofdstuk 5: Modellen voor het voorspellen van gedrag
Hoofdstuk 6: Gedragsverandering: mechanismen en methoden
Hoofdstuk 7: Preventie van gezondheidsproblemen
Hoofdstuk 8: Stress, gezondheid en ziekte: theorie
Hoofdstuk 9: Pijn
Hoofdstuk 10: Chronisch vermoeidheidssyndroom (me)
Hoofdstuk 11: Slaap
Hoofdstuk 12: Gastcollege (eHealth)
3. Examen
Hierbij komen er kennis, inzichts- en toepassingsvragen. Het is een schriftelijk examen dat
bestaat uit meerkeuze vragen (8/20). Ook zijn er open vragen (12/20). Dit kan gaan op een
meerkeuze toelichting, stellingen, casus…
2
,HOOFDSTUK 1: WAT IS GEZONDHEID
LEERDOELEN BIJ DIT HOOFDSTUK
1. Wat bedoelen we met gezondheid en hechten we allemaal dezelfde betekenis aan dit woord?
2. Elke verschillende opvattingen bestaan er over gezondheid
3. Wat is gezondheidspsychologie
WAT IS GEZONDHEID (VERANDERENDE PERSPECTIEVEN)
1. Relatie tussen lichaam en geest
1.1. Hippocrates (460 – 377 v. Chr.) Lichaam en geest = 1 geheel
Hippocrates was een arts uit de oudheid. Hij zei dat ziekte en gevolg is van een verstoord
evenwicht tussen 4 lichaamssappen (humores) die in ons lichaam circuleren.
- Gele gal
- Slijm
- Bloed
- Zwarte gal
Bij een gezond persoon zijn deze 4 lichaamssappen in balans. Bij een onevenwicht (door
slechte pathogenen) trad er dus een ziekte op. Een variant van dit denken vinden we de
dag van vandaag nog steeds terug in de opvatting dat er een disbalans is in
neurotransmitters bijvoorbeeld. In de tijd van Hippocrates was genezing het opnieuw een
balans brengen in de sappen via aderlaten, vasten, dieet en de geneesmiddelen die men
toen had.
Lichaam en geest zijn volgens Hippocrates geen twee afzonderlijke identiteit. Lichaam en
geest zijn een geheel. Hierdoor dacht men dat de hoeveelheid lichaamssappen in verband
stond met onze persoonlijkheid. Bijvoorbeeld:
- Te veel slijm = Kalm of flegmatisch persoonlijkheid
- Te veel bloed = Optimistische of sanguine persoonlijkheid
- Te veel zwart gal = Droevige persoonlijkheid
- Te veel gele gal = Cholerisch of boosaardige persoonlijkheid
1.2. Galenus (129 – 199 n. Chr.) Lichaam en geest = 1 geheel
Hij ging kijken naar de oorzaak van ziektes, met andere woorden de etiologie. Volgens
Gelanus was de etiologische basis voor alle ziekten, zowel geestelijk als lichamelijk, puur
lichamelijk. Zoals Hippocrates ook al aanhield gaan de 4 belangrijke lichaamssappen onze
persoonlijkheid beïnvloeden en kunnen er hierdoor specifieke ziekten ontstaan. Volgens
Galenus speelt de geest dus geen rol in de etiologie van ziekten.
In de vroege middeleeuwen verloren de theorieën van Gelanus terrein. Dit kwam doordat
er ideeën over gezondheid meer verbonden geraakte met geloof en spiritualiteit. Ziektes
werden gezien als een straf van god of van kwade geesten die de ziel binnendrongen. Er
kwam hierdoor een verbod op wetenschappelijk onderzoek, wat het verkrijgen tot een
inzicht van de werking van het lichaam en de ziekten belemmerde.
Wanneer de Renaissance begon, hield deze religieuze gedachte geen stand meer. Het
individuele denken werd terug belangrijker, het religieuze werd er een perspectief van.
Rond 1600 n. Chr. kwam er een wetenschappelijke revolutie waardoor er een enorme
“boem” is gekomen in theoretische kennis, natuurwetenschappelijk onderzoek maar ook
in de ontwikkeling van de lichamelijke geneeskunde.
3
, 1.3. Descartes (1596 – 1650) Lichaam en geest = 2 aparte gehelen
Hij geloofde dat de ziel de geest verlaat op het moment dat iemand sterft. Ontleding en
autopsie werd hierdoor wel aanvaard door de kerkelijke autoriteit. Descartes ging er dus
vanuit dat lichaam en geest twee afzonderlijke en onafhankelijke entiteiten zijn. Door te
ontleden en autopsies terug uit te voeren, zag men dat ziektes gelokaliseerd kon worden
in menselijke cellen, en niet in het verstoord evenwicht van de lichaamssappen.
Het dualisme (2 afzonderlijke entiteiten voor lichaam en geest) ontwikkelden het idee van
het lichaam als de machine, dit is het mechanistisch standpunt. Net zoals een machine,
bestaat het lichaam uit verschillende onderdelen. Tijdens deze eeuwen werden de
behandelingen ook meer technischer. Ze gaan uit van een biomedisch ziektemodel, dat in
het volgende deel besproken wordt.
2. Biomedische ziektemodel
Als je de oorzaak kan wegnemen van een ziekte, dan zullen de symptomen verdwijnen en
herstelt de gezondheid zich. Men gaat ervan uit dat symptomen die je hebt het gevolg zijn van
een ziekte die zijn oorzaak heeft binnen of buiten het lichaam. Het biomedisch ziektemodel
wordt ook wel reductionistisch genoemd. Het reduceert de geest, het lichaam en het menselijk
gedrag tot lichaamscellen of neurale/biochemische activiteiten. Het verklaard problemen ook
enkel op dit niveau. Het negeert dat verschillende mensen op totaal andere wijzen kunnen
reageren op eenzelfde ziekte.
Bijvoorbeeld:
Iemand die COVID heeft kan geen symptomen hebben en geen behandeling krijgen doordat het
niet erg is. Maar sommige mensen kunnen hier wel zware symptomen van hebben en kunnen er
zelf aan steven.
Het biomedisch ziektemodel gaat dus uit van het volgende:
- Gezondheid = Afwezigheid van ziekten
- Ziekten en symptomen = Hebben een achterliggende fysiologische verklaring
- Genezing = Werkt mechanistisch en rechtlijnig
Maar waarom zijn er dan verschillende reacties van mensen op dezelfde triggers? Ze verschillen
in persoonlijkheid, genetisch materiaal, cognities, lichamelijke bouw, sociale
ondersteuningsnetwerk, culturele aannamen… Dit kan het biomedisch ziektemodel niet
verklaren.
3. Vraagtekens bij dualisme: psychosociale modellen voor gezondheid en ziekte
Men stelde zich vragen over het dualisme en het biomedisch ziektemodel. Enkel de oorzaak van
een ziekte aanpakken is iet voldoende. Hierdoor is er geëvolueerd naar psychosociale modellen
voor gezondheid en ziekten. Deze gaan er echter ook van uit dat veel ziekten een organische
oorzaak hebben, maar deze kunnen individuele reacties veroorzaken.
Wat die reactie is, en hoe individuen hierop reageren, hangt af van de geest of onze psyché.
Deze is hierin van groot belang. Dus er is toch tenminste een bidirectionele relatie in tegen
stelling tot dat dualistisch denken. We zijn geëvolueerd naar een biopsychosociaal ziektemodel.
4
,4. Biopsychosociaal ziektemodel
Het Biopsychosociaal ziektemodel staat voor de geïntegreerde benadering voor het assessment
van biologische (fysiologische), psychologische (gedragsmatig) en sociale (omgevingsfactoren)
factoren die bijdragen aan gezondheid en ziekte.
5. Gedrag, dood en ziekte
Een grote stijging in de levensverwachting zorgde ook voor een verandering in het perspectief
op gezondheid en ziekte. Dit wil zeggen dat er een daling is in de mortaliteit. Dit was mede het
gevolg door de verbetering van de medische technologie, geneesmiddelen, vaccinaties, betere
sanitaire voorzieningen (proper water) …
Ook de oorzaken van overlijden zijn drastisch
veranderd. Mensen vroeger stierven van
andere zaken dan vanwaar wij aan sterven.
Vroeger stierven mensen heel veel van griep
bijvoorbeeld. De dag van vandaag zien we
ademhalingsproblemen, hartberoertes… Wat
opvalt is dat de belangrijkste doodsoorzaken
een belangrijk gedragscomponent hebben.
Roken bijvoorbeeld draagt bij aan
ademhalingsproblemen of kanker bijvoorbeeld.
Dit wil zeggen dat ons gedrag bijdraagt aan
onze gezondheid en onze kansen op overlijden.
INDIVIDUELE, CULTURELE EN LEEFTIJDGERELATEERDE PERCPECTIEVEN OP GEZONDHEID
1. Lekentheorieën over gezondheid: hoe kijken mensen naar gezondheid
1.1. Bauman (1961)
Hij deed onderzoek naar deze lekentheorieën over gezondheid. Zij vroeg hierbij aan
patiënten met een ernstige ziekte: “Wat betekent gezondheid voor u?” Grofweg kunnen
de antwoorden in verschillende categorieën geplaatst worden: .
1) Gezondheid is een overwegend gevoel van welzijn
2) Gezondheid heeft te maken met de afwezigheid van symptomen van ziekten
3) Gezondheid zijn de handelingen waartoe een gezond persoon in staat is
1.2. Benyamini (2003)
Hij stelde dezelfde vraag als Bauman aan een andere leeftijdsgroep. Deze keer aan 500 tal
ouderen. Hierbij zagen we een verschil in antwoorden naargelang hun gezondheid.
Slechte/ redelijke gezondheid: Antwoorden waarin je recente symptomen aanhaalt
Goede gezondheid: Antwoorden met positieve indicatoren
Beide onderzoeken tonen aan dat gezonde individuen hun subjectieve gezondheidsbeoordelingen
meer verbonden zijn met gezondheidsgedrag. Het antwoord hangt dus af van aan wie je het vraagt
en met wie zij zichzelf vergelijken.
Gezondheidsgedrag = Gedrag (ongeachte de gezondheidstoestand) dat bedoeld is om de
gezondheid te beschermen, bevorderen of in stand te houden.
Bijvoorbeeld voldoende lichaamsbeweging, gezond eten…
5
, 1.3. Blaxter: Health en Lifestyle
Hij deed onderzoek bij 9000 mensen. Hij vroeg aan deze mensen wat gezondheid voor
hen betekend. De antwoorden die gegeven werden kunnen ook weer in 6 verschillende
categorieën geplaatst worden:
1) Gezondheid is niet ziek zijn (geen symptomen, geen dokters bezoeken…)
2) Gezondheid is een bezit (sterke familie, snel herstel na ziektes…)
3) Gezondheid is een gedrag (goed verzorgen, veel sport…)
4) Gezondheid is lichamelijke fitheid en vitaliteit
5) Gezondheid als psychosociaal welzijn (mentaal in evenwicht zijn, trots zijn…)
6) Gezondheid als functie (taken kunnen verrichten…)
Er zijn dus veel verschillende perspectieven op gezondheid. Dit is echter een subjectieve
beoordeling die je bekomt door jezelf te vergelijken met anderen. Maar welke
referentiegroep gebruik je hier nu voor? Iemand jonger of ouder? Iemand met ander
beroep? Iemand met betere of slechtere gezondheid?
Gezondheid is dus een relatieve staat van zijn. Dit wil zeggen dat de gezondheid in relatie
is tot een bepaald moment, een ander persoon…
2. Definitie van gezondheid volgens WHO (World Health Organization)
Gezondheid = Een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn (…) niet
alleen de afwezigheid van ziekte en invaliditeit.
Op basis van het WHO worden er verschillende doelstellingen geformuleerd. zoals bijvoorbeeld
het alcoholgebruik dat ze willen minderen tegen een bepaald jaar. Afhankelijk van de regio of
het land worden er beleidsdocumenten opgesteld waarin de doelstellingen aanbod komen.
Hierin zien we vooral een relatie tussen gedrag, leefwijze en gezondheid.
3. Crossculturele perspectieven op gezondheid
Wat een normale gezondheid is, verschilt per cultuur en is afhankelijk van het economisch,
politiek klimaat van het tijdperk.
4. Levensloop en gezondheid
Afhankelijk van onze leeftijd kijken we verschillend op gezondheid:
- > 7 jaar = Kijken naar gezondheid op een magisch niveau
- 8 – 11 jaar = Kijken concreter naar gezondheid (oorzaak en gevolg)
- Vanaf 11 jaar = Hebben fysiologisch inzicht in gezondheid
- Volwassenheid = Hebben psychofysiologisch inzicht in gezondheid
- Ouderen = Kijken positief naar gezondheid
6
,WAT IS GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE
1. Wat is het verband tussen psychologie en gezondheid
Psychologie = Dit is het wetenschappelijk onderzoek naar mentale, psychosociale en
biologische processen en het gedragsmatig functioneren. Dit doen we via
empirische methoden (systematische observatie en zelfrapportage).
1.1. Matarazzo (1980)
Gezondheidspsychologie = Dit is het aggregaat (samennemen) van de specifieke
onderwijskundige, wetenschappelijke en
professionele bijdragen van het vakgebied
psychologie aan de bevordering en het behoud van
de gezondheid, de voorlichting over en de
behandeling van ziekten en de daaraan gerelateerde
disfuncties.
Deze definitie benadrukt de belangrijkste doelstellingen van de gezondheidspsychologie.
Deze zijn begrip ontwikkelen én het vergroten van de volgende biopsychologische
factoren bij de 4 volgende punten:
1) Bevordering en in stand houden van gezondheid
2) Verbeteren van de gezondheidszorg en het gezondheidsbeleid
3) Preventie en behandeling van ziekten
4) Kijken naar oorzaken van ziekten
De gezondheidspsychologie heeft modellen en theorieën overgenomen van andere
disciplines zoals bijvoorbeeld sociale psychologie, klinische psychologie maar ook de
cognitieve psychologie en he behaviorisme. Tegenwoordig wordt het ook vaak
gecombineerd met andere vakgebieden zoals gedragsgeneeskunde, medische sociologie,
gezondheidseconomie enzovoort.
Gezondheidspsychologen maken deel uit van inter- en multidisciplinaire groepen. In een
ziekenhuis bijvoorbeeld werken ze samen met andere specialisten.
Psychosomatische geneeskunde = Geest en lichaam zijn betrokken bij ziekte. Dit was tot
1960 psychoanalytisch van aard. Dit bestaat in deze
vorm niet meer.
Gedragsgeneeskunde = Men kijkt naar klassieke en operante conditionering.
(Bijvoorbeeld graded activity)
Medische psychologie = Eerder van toepassing op het beroep dan op
academisch vakgebied.
Medische sociologie = Gaat kijken naar de band tussen psychologie en
sociologie. Gezondheid en ziekte worden bestudeerd
in relatie tot factoren die ook van invloed zijn op de
persoon.
Klinische psychologie = Houdt zich bezig met de geestelijke gezondheid en
diagnoses en behandeling hiervan.
7
,LEERDOELEN BESPROKEN NA DIT ONDERDEEL
1. Wat bedoelen we met gezondheid en hechten we allemaal dezelfde betekenis aan dit woord?
Gezondheid is moeilijk te definiëren. We hechten niet allemaal dezelfde betekenis aan dit
woord. Gezondheid is een subjectieve beoordeling dat afhangt van met wie je je vergelijkt en of
je in goede of slechte gezondheid bent.
2. Elke verschillende opvattingen bestaan er over gezondheid
Doorheen de tijd zijn er heel wat opvattingen. Dit is ook uitgebreid besproken.
3. Wat is gezondheidspsychologie
Het is belangrijk om goed te onthouden dat we naar verschillende factoren kijken maar dat er 4
belangrijke doelen zijn die hierbij komen kijken.
8
,HOOFDSTUK 2: SOCIALE VERSCHILLEN IN ZIEKTE EN GEZONDHEID
LEERDOELEN BIJ DIT HOOFDSTUK
1. Welke gezondheidsverschillen zijn er in de samenleving?
2. Wat is de invloed van armoede, sociale achterstelling, minderheidsstatus en geslacht op
gezondheid?
3. Wat is de relatie tussen werkstress, werkloosheid en gezondheid?
GEZONDHEIDSVERSCHILLEN
Met gezondheidsverschillen bedoelen we omgevingsfactoren, culturele factoren en sociale factoren.
Ook gaan we kijken naar individuele factoren die gezondheidsverschillen kunnen verklaren. Een
eerste vaststelling is dat welgestelde gemiddeld 5 jaar langer leven. Hierbij gaat het om
groepsgemiddelden op populatieniveau. Het gaat hierbij om een groot aantal verschillende factoren.
1. Bewijs voor gezondheidsverschillen
In België was de levensverwachting bij geboorte 81,3 jaar (gemeten in 2016). Maar dit is niet
overal zo. Dit geeft weer dat er gezondheidsverschillen bestaan tussen verschillende landen.
Opvallend hierbij is dat alle landen waarbij de levensverwachtingen laag liggen, landen zijn die
gesitueerd zijn in Afrika. Europese landen daarentegen hebben de hoogste
levensverwachtingen. In het algemeen kan men concluderen dat mensen uit hoge
inkomenslanden langer leven dan mensen uit lage inkomenslanden. Maar hierop bestaan ook
uitzonderingen.
In de ontwikkelingslanden vindt voor het 5de levensjaar al 1/3 van de sterfgevallen plaats. Voor
de leeftijd van 65 jaar vindt ook al 1/3 plaats. Dit betekent dat er al 2/3 van de bevolking
gestorven is voor 65 jaar. Dit komt door:
- Gebrek aan veilig drinkwater
- Ondervoeding
- Slechte hygiëne
- Slechte beschikbaarheid van gezondheidszorg
Armoede veroorzaakt jaarlijks 12 miljoen sterfgevallen bij kinderen jonger dan 5 jaar. De meest
voorkomende doodsoorzaken hierbij zijn ondervoeding, uitputting, uitdroging, malaria…
9
, 2. Ook onder mensen met een hoge SES komen gezondheidsverschillen voor
Sociaal Economische Status (SES) = Hieronder valt onder andere de opleiding die je
genoten hebt (later beroep) Deze is een sterke
voorspeller van het inkomen dat je in de
toekomst zal hebben. Dit is de belangrijkste
determinant van chronische gezondheidsproblemen.
Hierbij zien we een grafiek die de
levensverwachtingen in jaren
weergeeft. Hoe donkerder groen, hoe
lager het opleidingsniveau. Hierbij zie
je dat hoe hoger het opleidingsniveau
is, hoe hoger de levensverachting is in
jaren. Opleiding speelt hierbij dus een
grote rol.
Bij een lager opleidingsniveau is er een
groter risico op chronische ziektes.
Een uitzondering hierop zijn
allergieën, deze komen het vaakst
voor bij mensen met een hoger
opleidingsniveau.
3. Verklaringen voor ongelijkheid in gezondheid tussen sociaaleconomische groepen
Is het zo dat wanneer je een lage SES hebt dat dit leidt tot een minder goede gezondheid? Is het
een causale relatie? Of is er hierbij sprake van Sociale Drift?
Social drift model = Gezondheidsproblemen zijn hierbij de oorzaak van een lage sociale
economische status.
Sociale veroorzakingsmodel = Een lage sociale economische status is de oorzaak van de
gezondheidsproblemen.
Uit onderzoek blijkt dat dat sociale veroorzakingsmodel het meest voorkomt. Omgekeerd is het
effect minder sterk. Er is dus vooral evidentie voor het sociale veroorzakingsmodel.
3.1. Verschillen in gezondheidsgedrag
We zien dat afhankelijk van de SES mensen zich anders zullen gedragen. Wanneer je tot
een lage SES behoort, zal je op een andere manier eten maken dan mensen die tot een
hoge SES behoort. Mensen uit een lage SES eten vaak ook ongezonder, sporten minder,
roken meer, drinken meer alcohol. Er wordt dus meer schadelijk gedrag gesteld voor de
gezondheid (dubbel nadeel).
3.2. Toegang tot gezondheidszorg
Dit verschilt tussen landen, maar ook binnen landen. Het is in België makkelijk
toegankelijk maar de patiënten moeten beter geïnformeerd worden. Wij dragen hiervoor
ook allemaal bij. We zien ook dat België in de top 5 landen is in de Europa met de beste
toegang tot gezondheidszorg.
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller morganedelaet1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.97. You're not tied to anything after your purchase.