Van der Velde
Hoofdstuk 2
Semmelweis; onderzoek adv falsificatie en hypotheses ontdekte dat vrouwen tijdens
bevalling ziek werden door studenten die eerst autopsie hadden gedaan
Logisch positivisme; observaties als de basis van kennis, moeten door iedereen herhaald
kunnen worden, zodat ze objectief zijn
Wetenschap bestaat uit combi van feiten en theorieën, zo vorm je hypothese die
getest kan worden
Al het andere is pseudowetenschap
Gebruik van inductie; algemene regel afleiden uit meerdere observaties
Gebruik van deductie; regel toepassen op individuele observatie
Hoofdstuk 3
Popper; historicisme op dogmatische manier redeneren
Inductie werkt niet, aangezien het aantal individuele onderzoeken niet gelijk kan
staan aan de generalisatie
Falsificatie; combinatie van logisch redeneren en kritisch denken
theorie moet zo opgesteld worden dat het gefalsificeerd kan worden, anders geen
empirische waarde
Reacties op Popper;
Quine-Dehem thesis; falsificatie van een theorie kan op verschillende manieren worden
geïnterpreteerd
Post-positivisme; een theorie kan niet volledig gebaseerd zijn op observaties, een theorie
hoeft niet verworpen te worden door falsificatie maar kan ook verder ontwikkelen
Geavanceerde falsificatie; falsificatie is te strikt, omdat de achtergrond van de theorie buiten
beschouwing wordt gelaten
Hoofdstuk 4
Kuhn;
Paradigma; bepaald hoe onderzoek zou moeten worden uitgevoerd, beschrijven wat
wetenschappelijk onderzoek is
- Eerste fase; pre-wetenschappelijk onderzoek nog geen echt onderzoek
- Tweede fase; normal science onderzoek wordt dagelijks gedaan, met gebruik van
anomalie verder ontwikkelen, kan evt tot wetenschappelijke crisis leiden
- Fase drie; wetenschappelijke crisis te veel anomalieën, basis van onderzoek wordt
in twijfel getrokken
- Fase vier; wetenschappelijke revolutie paradigma wisseling
ontstaan relativisme, omdat er geen eenzijdige manier van onderzoek doen is
Feyerabend; rationaliteit is afhankelijk van de omstandigheden, geen verschil tussen
wetenschap en pseudowetenschap
Geen eenduidige manier van onderzoek doen
, Hoofdstuk 5
Lakatos;
Elk Research Program heeft een kern en een beschermlaag
Kern veranderd niet, in beschermlaag vormen hypothesen, aanpassen door nieuw
onderzoek
kern is beschermd voor falsificatie, maar ene RP kan wel verkozen worden over de ander,
dit is afhankelijk van de positieve heuristiek
RP moet ontstaat vanuit programma zelf, niet door externe factoren of ideeën
alles kan in principe gefalsificeerd worden
Hoofdstuk 6
Door deductief redeneren kan een conclusie worden getrokken op basis van twee stellingen,
bepalen of het waar of onwaar is
Syllogismen; vorm van deductie, bestaand uit vooronderstellingen
Venndiagram; overlappende cirkels die elk een categorie van een syllogisme voorstellen, als
element in het overlappende gedeelte staat, is het syllogisme juist
Verschil tussen waar en valide!
Propositionele logica; wordt niet gekeken naar woorden zoals ‘altijd’ of ‘soms’, maar naar de
waarde van de veronderstellingen en hoe deze met elkaar verbonden zijn
Waarheidstabellen; vorm van propositionele logica waarin de stellingen schematisch staat
weergegeven
Critical thinking
Hoofdstuk 1
Kritisch denken; het denken over nadenken, gebruik van logica om te bepalen of een
bewering waar is, of een redenering klopt, of je een verband kunt maken, evalueren van
beweringen om zo tot de juiste conclusie te komen
op basis van rationaliteit evalueren
overtuiging, wanneer je tot een conclusie komt
bewering; overtuiging die in verklarende zin gebruikt wordt
- Beweringen; iets zeggen of schrijven om info over te brengen, waar of onwaar,
subjectief of objectief
relativisme; idee dat de waarheid van dingen gerelateerd is aan cultuur
moreel subjectivisme; moreel beoordelen van iets als goed of fout is subjectief
- Kwesties; vragen, of een bewering waar is of niet
- Argumenten; reden die wordt gegeven om te bewijzen dat een bewering waar is,
bestaat uit premisse en conclusie
premisse; bewering om te bewijzen dat andere bewering waar is, of deze goed is
of niet, hangt af of hij de conclusie van het argument ondersteunt, dus relevant en
waar
verklaring; geen argument oorzaak voor verschijnsel
overtuigingen; geen argument technieken om iemand over te halen
Cognitieve biases; beïnvloeden de manier waarop info verwerkt wordt
- Overtuigingsbias; neiging om een beredenering op basis van de geloofwaardigheid
van de conclusie te beoordelen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrtheruyter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.63. You're not tied to anything after your purchase.