Markering geel of dik gedrukt zijn belangrijke begrippen, worden afbeeldingen gebruikt, er wordt vaak aangegeven wat wel of niet belangrijk is voor op de toets die wij kregen. Het zou kunnen dat sommige dingen dus niet toepasselijk zijn voor een andere opleiding, maar die heb ik er dan wel instaan....
HOOFDSTUK 12 EN13 MITOSE EN MEIOSE
§1 uit het boek (mitose en meiose)
Eencellige organismen planten zich voort door celdeling. Terwijl meercellige organismen afhankelijk zijn van
celdeling voor zowel hun ontwikkeling uit een bevruchte cel als voor hun groei en herstel. Bij zowel pro als
eukaryotencellen is het doel voornamelijk om identiek genetisch materiaal door te geven aan 2 dochtercellen.
Let wel op: Dit is niet wat er gebeurd met meiose, op meiose komen we later terug. De deling van de cellen bij
mitose gebeurt op een bijzonder nauwkeurige manier. De delende cel dupliceert zijn DNA, brengt de twee
kopieën naar de twee uiteinde van de cel en splitst zich vervolgens in 2 dochtercellen.
Het genetisch materiaal (DNA) van een cel - zijn genoom - is verdeeld
over chromosomen. Bij dieren hebben gameten één set chromosomen en
hebben somatische cellen twee sets. Een chromosoom bestaat uit 2 chromatiden.
Cellen verdubbelen hun genetisch materiaal voordat ze zich delen, waarbij elke
dochtercel een kopie van het DNA ontvangt. Voorafgaand aan de celdeling worden
chromosomen gedupliceerd. Elk bestaat dan uit twee identieke zusterchromatiden die over hun lengte zijn
verbonden door zusterchromatide-cohesie en het meest dicht bij elkaar worden gehouden in een vernauwd en
dicht naast elkaar gelegen gebied bij de centromeren. Wanneer deze samenhang wordt verbroken, scheiden de
chromatiden zich tijdens de celdeling en worden ze de chromosomen van de dochtercellen. Eukaryoten
celdeling bestaat uit mitose (deling van de kern) en cytokinese (deling van het cytoplasma).
De overdracht van eigenschappen van generatie op andere generatie wordt erfelijkheid genoemd. Nu is het
ondanks dat je broers of zussen de genen van dezelfde ouders hebben geërfd lang niet zo de eigenschappen
hetzelfde zijn. Iedereen is namelijk uniek door de willekeurige keuze in partner. Hierdoor krijg je een grotere
vorm van genetische variatie. De studie in genetische variatie wordt genetica genoemd.
Genen zijn erfelijke eenheden met een soort van gecodeerde informatie die staat voor bepaalde
eigenschappen. Deze genen erf je van je ouders, hierdoor zie je in families soms bepaalde eigenschappen terug.
Denk aan bijvoorbeeld de haarkleur, oogkleur of misschien wel de vorm van de neus die je terug ziet komen in
de rest van de familie.
Het genetische programma is
geschreven in de taal van DNA, het
polymeer van vier verschillende
nucleotiden, zie in de
afbeelding. Geërfde informatie wordt
doorgegeven in de vorm van de
specifieke sequentie van DNA-
nucleotiden van elk gen. Je hersenen het
woord appel vertalen naar een mentaal beeld van de vrucht, zo vertalen cellen genen in sproeten en andere
kenmerken. DNA bestaat uit twee strengen van nucleotiden die in de vorm van een dubbele helix om elkaar
heen zijn gedraaid. De locus is de plaats waar een specifiek gen zich op een chromosoom bevindt. Je kunt het
dus zo samenvatten:
“ Elk gen in het DNA van een organisme bestaat op een specifieke locus op een bepaald chromosoom. ‘’
Bij geslachtelijke voortplanting heb je sprake van genetische variatie door het overerven van de genen van
zowel je vader als je moeder, maar bij ongeslachtelijke voortplanting is er spraken van een genetisch unieke
nakomelingen door mitose.
, §2 uit het boek (mitose en meiose)
Normale menselijke lichaamscellen zijn diploïde . Ze hebben 46 chromosomen die zijn opgebouwd uit twee sets
van 23 chromosomen, één set van elke ouder. Menselijke diploïde cellen hebben 22 paar homologe
(gelijke) chromosomen die autosoom zijn , en één paar geslachtschromosomen. De laatste paar (de
geslachtschromosomen) bepalen het geslacht van het persoon. XY staat voor man en XX staat voor vrouw.
Bij mensen produceren eierstokken en testikels haploïde gameten (geslachtscellen) door meiose , waarbij elke
gameet een enkele set van 23 chromosomen bevat (n=23). Tijdens de bevruchting komen een eicel en sperma
cel samen en vormen zich tot een diploïde (2n=46) eencellige zygote (bevruchte eicel) , die zich door mitose tot
een meercellig organisme ontwikkelt.
Menselijke cellen
Worden gevormd door mitose Worden gevormd door meiose
diploïde cellen (2n=46) Haploïde cellen (n=23)
Een enkele set van 23
Ze hebben 2
chromosomen
paren van 23
chromosomen.
22 paar homologe
1 paar geslacht-
chromosomen die
schromosomen.
autosoom zijn.
XX (F) XY (M)
Een levenscyclus is een opeenvolging van verschillende stadia van
generatie op generatie in de reproductieve geschiedenis van een
organisme. Van de conceptie (samensmelten van de eicel en het de
spermacel) tot de productie van zijn eigen nakomelingen.
De cellen zelf maken een celcyclus door, tot de celcyclus behoort o.a.
de celdeling, maar ook alle andere gebeurtenissen in het leven van de cel. Tussen de delingen van de cel
bevindt de cel zich in de interfase, hiertoe behoren de volgende fases: de G1 -, de S- en de G2 fases. De cel groeit
tijdens de interfase en verdubbelt het DNA in de S-fase. Na de interfase bevindt zich de mitose en cytokinese
dit wordt de mitotische fase genoemd , de (M)Fase.
In de gehele interfase groeit de cel, door m.b.v. eiwitten meer
cytoplasmatische organellen produceren, zoals
Endoplastmatisch reticulum en mitochondriën.
Zo vinden de volgende gebeurtenissen opeenvolgend plaats:
groeit een cel (G1), blijft groeien terwijl het zijn chromosomen
(S) kopieert, groeit meer naarmate het de voorbereidingen voor
celdeling voltooit (G2), en verdeelt (M).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller semvanwieringen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.