Leerdomein: Nederlands
1. Vingerversjes: herhaling
Pagina 4 – 6.
2. Poëtisch prozaverhaal
2.1 Wat?
Verhalen met daarin stijlkenmerken uit de poëzie verwerkt.
- Bevat ook stijlfiguren die taalgevoeligheid bij het kind ontwikkelen.
2.2 Waarom?
Bevatten een motorisch element, climax, monologen, dialogen…
Weergeven van de verschillende gemoedstoestanden van een personage
- Deze bevind zich in een conflictsituatie
Motivatie voor een poëtisch verhaal vinden we bij kind zelf
- Tijdens eerste levensjaar vertoont kind voorliefde voor rijm, ritme, klankspel…
Kenmerken van poëzie
- Veel kinderen zijn niet in contact gekomen met peuter- en bakerrijmpjes
- Makkelijk te onthouden en vlug mee te zeggen
Helpen kinderen gevoelens uit te drukken op een subtiele, klankrijke manier
- Verrijken taalschat en ontwikkelen grotere taalgevoeligheid
2.3 Hoe en wanneer?
Wordt bepaald door BC en behoort tot vertelstof van het RDV
Gegeven bepaald door war er in de klas leeft
Kenmerken van een poëtisch prozaverhaal duidelijk aanwezig zijn:
- Alles wordt gezien vanuit de gevoelens en gewaarwording van een kleuter tegenover een
bepaald item
Angst voor, nieuwsgierigheid voor, verliezen van iets kostbaar…
- Stijlfiguren en stijlkenmerken helpen die gevoelens en gewaarwording uit te beelden.
- Werkt dieper in op kleuters dan een aflevering van het rode draadverhaal
- We brengen het zeer expressief aan omdat het gevoelsgeladen is.
- Vaak herhalen van het verhaal
- Het genre is complex: epiek en poëzie zijn van belang
- Kringgesprekken en het samenstellen van een boekje zijn activiteiten die aansluiten bij
een poëtisch prozaverhaal.
2.4 Doelstellingen
Logische lijn van de intrige kunnen volgen
Plezier beleven aan de kracht van de stijlfiguren en stijlkenmerken
Aandacht voor het verband tussen stijlkenmerken en de gevoelens
Bij kringgesprek stemmingen en gevoelens kunnen terugvinden, verwoorden en bespreken
, Eigen losgewerkte gevoelens tegen over het gebeuren kunnen formuleren
Na enkele herhalingen versregels kunnen aanvullen, meezeggen…
2.5 Enkele gebruikte stijlfiguren
2.5.1 Ritme
Min of meer regelmatige wisseling in toonhoogte, tempo en klemtonen
Stijgende, zingende, stotende… ritmes
Het ritme gaat samen met de gemoedsgesteldheden die worden uitgedrukt
2.5.2 Metrum
Bekom je door te scanderen
Bepaalt en ondersteunt het ritme
Afwisseling tussen beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen
Bestaat uit versvoeten
- Één versvoet bestaat uit één of meerdere onbeklemtoonde lettergrepen
2.5.3 Rijm
Ruimsoorten
- Alliteratie: beginrijm
- Assonantie: klinkerrijm
- Rijk rijm: het tweede rijmwoord is een herhaling van het eerste
- Eindrijm: komt voor op het einde van een versregel
- Kettingrijm: het eindrijm wordt in het eerste rijm van de volgende regel herkomen.
Rijmschema’s
- De schikking die aan de eindrijmen gegeven wordt
Gepaard rijm (aabb)
Gekruiste rijm (abab)
Slagrijm (aaaa)
Gemengde rijm (abcbdbeb…)
Omarmde rijm (abbacddc; baab)
2.5.4 Andere stijlfiguren
Symmetrie
- Aantal verzen heeft dezelfde zinsbouw
Vb.: zou hij lief zijn, zou hij stout zijn?
Repetitio
- Een woord of een woordgroep wordt herhaald
Vb.: Weg, weg, weg allemaal, ik haat dit gedoe.
Anafoor
- Herhaling van beginwoorden in op elkaar volgende verzen
Vb.: Weg met mijn broer en weg met mijn moe
Onomatopee
- De klanknabootsing
Vb.: Tik, tik wie is dat? Buiten, plets, plets, spat de regen omlaag.
2.5.5 Andere kenmerken
Eenvoudige woordenschat met korte zinnen
, Weglaten van alle overtollige epische kenmerken
- Accent op het denken en voelen van het personage ligt
Niet aan situering en beschrijving gedaan
Stijlfiguren helpen ons om wat er in het personage omgaat te begrijpen
Uitdrukking van de gemoedstoestanden van een met de naam genoemd personage (een
kleuter)
- In kleuterpoëzie kruipt achter ook soms in leefwereld van het kind.
2.5.6 Enkele prozaverhalen met stijlkenmerken uit de poëzie
Pagina 10 – 16
3. Het sprookje met vingerpopjes
Bedoeld voor jongste kleuters (peuters en 1ste kleuter)
- Oudste kleuters kunnen dit ook nog fijn vinden
Vingerpopjes zijn klokjes uit natuurlijk hout gesneden
- Ze worden in het gewenste kleur geschilderd
- Ze worden tijdens het spelen in een houder op de schoot geplaatst
Kleuters kunnen ze niet zien
Daarom ook een tafellaken op het tafeltje leggen.
3.1 Enkele voorbeelden
Pagina 17 – 22
4. Dramatiseren met kleuters
4.1 Theoretische achtergrond
Dramatisering: de kleuters in groep ertoe komen in hun spel een menselijke gebeurtenis uit
te beelden onder de vorm van handeling en dialoog en dit ten aanschouwe van een publiek.
Bedoeling dramatiseren tot zijn recht als het regelmatig wordt aangeboden
- Wordt geleidelijk aan aangeleerd
4.2 Doelstellingen
Bevordert de lichamelijke en verbale expressie. Handeling ondersteunt gesproken woord
Inleving is belangrijk.
Sociale aspecten aan bod: leren luisteren, spelen voor anderen…
Geheugen en denken gestimuleerd: inzicht krijgen in samenhang
Gerichte fantasie wordt gestimuleerd
Noot: kinderen die vaak dramatiseren
- Ondervinden dat ze naar een climax toe moeten spelen
- Beseffen vlug dat vrij kunnen handelen en spreken binnen een stramien wordt bepaald
4.3 Stadia
Speel voordien als KO vaak mee in de poppen- of speelhoek
- Kan zo eens een karakter uit het verhaal uitbeelden
- Situaties uit respectieve intriges kunnen worden beleefd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chloedeclercq. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.