100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Uitgebreid overzicht Kenmerkende Aspecten Tijdvak 1 t/m 8 geschiedenis $4.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Uitgebreid overzicht Kenmerkende Aspecten Tijdvak 1 t/m 8 geschiedenis

 47 views  1 purchase
  • Course
  • Level

Dit is een uitgebreid overzicht met de belangrijkste punten per kenmerkend aspect op een rijtje van Tijdvak 1 t/m 8.

Preview 2 out of 6  pages

  • June 22, 2021
  • 6
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Tijdvak 1: jagers en boeren, 3000 v. Chr. - Prehistorie.
1. De levenswijze van jagers en verzamelaars.
Jagen - verzamelen - nomaden - weinig bezit - kleine groepen - wonen bij water in tenten en grotten.

2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
- Neolithische Revolutie ontstaat in vruchtbare halve maan.
- Landbouw in W-EU door: weinig landbouwgrond en kolonisten.
- Vaste woonplaats —> meer bezit (en bevolkingstoename) —> statusverschillen en sociale ongelijkheid.
3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
Gevolgen irrigatielandbouw:
- Specialisatie (omdat landbouw genoeg oplevert)
- Uitvinding schrift (om alles te noteren)
- Ontstaan staatsvorming
Overzicht: jagers/verzamelaars —> landbouw —> voedseloverschot door innovaties —> stedelijke gemeenschappen
—> specialisatie —> opkomst handel.

Tijdvak 2: Grieken en Romeinen, 3000 v.Chr - 500 n.Chr. - Oudheid.
4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
- Klassieke kunst: van blijvende waarde, periode: Klassieke oudheid.
- Ontstaan wetenschap: filosofen wereld verklaren rationele manier ipv religie.
- Verschillende staatsvormen:
- monarchie: macht bij 1 legitiem persoon.
- Tirannie: macht bij 1 niet-legitiem persoon.
- Aristocratie: regering van adel (macht aan titel, blijft adel).
- oligarchie: regering van rijken (macht aan geld, kan arm worden).
- democratie: regering door bevolking met stemrecht.
5. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
Romeinen veroveren Griekenland —> zijn onder de indruk van cultuur —> nemen veel over van Grieken —> Grieks-
Romeinse cultuur —>

6. De groei van het romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
—> uitbreiding van RR, cultuur verspreid in Europa.

7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.
- Romeinen: landbouw-stedelijke samenlevingen, imperium.
- Germanen: landbouwsamenlevingen (zelfvoorzienend), losse stammen.
- 3e eeuw: groepen Germanen vallen RR binnen want; goede landbouwgrond en betere welvaart. —> chaos —>
splitsing oost en west.
- 5e en 6e eeuw: volksverhuizingen —> W-RR valt —> veroveringen van de moslims —> O-RR valt.
8. De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.
Joden- en christendom 1e monotheïstische godsdiensten —> christendom in RR geaccepteerd —> arrestatie Jezus
—> volgelingen verspreiden boodschap Jezus —> RR problemen —> christenen vervolgt —> Trajanus beveelt;
christenen niet meer vervolgt —> christendom wordt populair —> groei christendom —> edict v. Milaan = christenen
gelijke rechten —> Constantijn is eerste christelijke keizer —> Theodosius maakt christendom staatsgodsdienst.

Tijdvak 3: monniken en ridders, 500-1000. - Vroege Middeleeuwen.
9. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
Na val RR, christendom nog steeds krachtig.
Reden: Vorsten en geestelijke gebruiken het als middel om eenheid te creëren.
Gevolg: - Adel en christelijke werken samen (op gebied van bestuur, economie en levensbeschouwing).
- Kloosters spelen grotere rol in dagelijks leven en zijn centra van onderwijs en cultuur.

, 10. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
622 uitbreiding van de islam, oorzaken; zwakke aangrenzende rijken en Jihad: verplichting om geloof te verspreiden.
Islamitische verovering: via Spanje Europa in —> Frankische koningen stoppen veroveringen, maar Spanje en
Portugal islamitisch —> Reconquista: strijd van christenen om Spanje te ontworstelen aan islamitische overheersing.

11. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarische-urbane cultuur door een
zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
Door ondergang RR: samenleving van agrarisch-urbaan naar agrarisch-autarkisch. (Want door de val; bestuur, leger,
nijverheid en steden weg. —> geen handel meer:
- Behoefte aan hofstelsel (economisch en sociaal, zorgt voor veiligheid) = boeren bescherming in ruil voor
herendiensten en deel van oogst. Gevolg; adel meer macht, horigen blijven op 1 plek wonen —> iedereen
autarkisch.

12. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
- Door ondergang RR, problemen: wetten opschrijven onmogelijk (want alleen geestelijkheid lezen en schrijven), kan
niet reizen (door slechte infrastructuur, doordat wegen slecht werden onderhouden), geen belasting heffen (want
door verdwijnen handel, verdwijnen geld).
- Oplossing: vorsten zoeken andere manier om hun rijk als geheel te besturen: feodalisme = politiek, vorst (leenheer)
geeft land aan leenman inruil voor trouw. Gevolg: vorsten verzekeren zich van steun en loyaliteit binnen hun rijk.
Zwakte: leenmannen willen macht binnen familie houden —> koning verliest controle over leen. (Want achter naar
achter leenmannen is minder persoonlijk.)
- Karel de Grote bouwde leenstelsel uit: verdeeld rijk in graafschappen, zendgraven controleren, markgraven kregen
land; taak; verdedigen van gebiede tegen invallen.

Tijdvak 4: steden en staten, 1000-1500. - Late Middeleeuwen.
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legt voor het herleven van een agrarische-urbane
samenleving.
Vanaf 1000: agrarische samenleving —> agrarische-urbane samenleving. Oorzaken:
- toename veiligheid (vikingen zijn weg).
- Toename voedselproductie (door drieslagstelsel, halsjuk en ritserploeg).
Gevolgen voedselproductie:
- bevolkingstoename —> ontstaan van steden.
- Toename handel —> ontstaan van steden.
Belangrijkste handelsgebieden: Vlaamse handelsgebieden, noord Italiaanse stadstaten en Hanzesteden.

14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
Opkomst steden —> meer vrijheid.
- boeren trekken naar de stad, en achterblijvende boeren minder horige diensten.
- Veel geld verdient in steden; hoge adel kan belasting vragen want steden lagen in hun gebied. —> in ruil voor
belasting inwoners krijgen stadsrechten. (eigen bestuur, rechtspraak, verdediging, jaarmarkt, tolheffing, gilden)
- Door de opkomst van steden, groeit de macht van de koning/hoge adel tov de leenmannen/lage adel.
15. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het
primaat behoort te hebben.
Door scheiding RR; scheiding tussen West-Europese kerk en de Oostelijke christenen (Grieks-Orthodoxe kerk).
Oosters Schisma = splitsing Grieks-Orthodoxe kerk.
Investituurstrijd = wie geeft de bisschop zijn investituur (macht). Keizer wil graag bloemen omdat hij ze gebruikt als
leenman, want bisschoppen kunnen geen erfgenamen krijgen.
Oplossing: Concordaat v. Worms = paus benoemt bisschoppen, keizer mag ze daarna leenman maken.

16. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten.
- Vanaf 1000 expansie (uitbreiding) W-EU. Mogelijk door; veiligheid, welvaart en eenheid.
- 1095-1291 kruistochten; paus roept op heilige land te bevrijden van de moslims.
- Motieven kruisvaarders; christelijk geloof, aanzien, rijkdom en avontuur.
- Kruistochten naar: heilige land, Spanje/Portugal (reconquista) en slaven en Balten
17. Het begin van staatsvorming en centralisatie.
- Door geldeconomie organisatie landsbestuur makkelijker; belasting heffen, ambtenaren (bestuur uitvoeren),
leenmannen en soldaten in dienst van de koning.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nikkivanvliet. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.35  1x  sold
  • (0)
  Add to cart