1. REGELING EN HOMEOSTASE
A. Homeostase
Normwaarde= de waarde die een factor in een organisme moet zijn
(bijvoorbeeld lichaamstemperatuur van 37˚).
Dynamisch evenwicht= schommeling van de waarde van een factor rondom
de normwaarde. Dit wordt in stand gehouden door een regelkring.
Homeostase= het in stand houden van een dynamisch evenwicht in het
inwendige milieu van een organisme.
B. Regelkringen
Een regelkring is een systeem dat de waarde van een factor rond een normwaarde
handhaaft.
Een regelkring bestaat uit een sensor, een controlecentrum en de effector
(uitvoerder).
Negatieve terugkoppeling= een remming van het proces/ het
terugbrengen van de waarde richting de norm.
Positieve terugkoppeling= toename van het proces wordt versterkt/
het versterken van het proces, dus verder bij de norm vandaan
brengen.
Bij meercellige organismen hebben de meeste cellen geen direct
contact met het uitwendige milieu doordat ze worden omgeven door
andere cellen. Samen met het bloed vormt de weefselvloeistof het
uitwendige milieu van een organisme. Homeostatische regelkringen
in je lichaam zorgen ervoor dat de omstandig in het inwendige milieu
niet te veel veranderen.
2. HORMONALE REGULATIE
A. Hormonen
Voor homeostase is communicatie tussen cellen nodig. In organismen wordt
informatie tussen cellen overgedragen met signaalmoleculen. Deze
moleculen worden door bepaalde cellen afgegeven en binden aan de
receptoren in het membraan van de andere cellen: doelwitcellen.
Hormonen: de signaalmoleculen die de cellen van hormoonklieren afgeven.
Ze worden afgegeven aan het bloed dat door de hormoonklier stroomt
(endocriene klieren). De afgifte van hormonen door de hormoonklier heet
secretie.
Klieren met een afvoerbuis heten exocriene klieren.
B. Doelwitorganen
Het bloed transporteert hormonen door heel het lichaam. Vanuit de
bloedvaten gaan hormonen via de weefselvloeistof naar all cellen van een
organisme.
De hormonen zijn alleen werkzaam in organen waarvan de cellen receptoren
bezitten waaraan het hormoon zich kan binden.
Een hormoon kan processen in meerdere doelwitorganen regelen. De mate van de
reactie van een doelwitorgaan wordt bepaald door de concentratie van het
hormoon in het bloed (hormoonconcentratie) en door het aantal
hormoonreceptoren voor een bepaald hormoon op de cellen in het doelwitorgaan.
, Hormonen reguleren onder andere geleidelijke processen die uitwerking hebben op
het hele lichaam, zoals de groei en ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting.
C. Hormoonklieren
Het hormoonstelsel:
D. De hypofyse en de hypothalamus
Hypofyse: ligt ongeveer in het midden van je hoofd onder je hersenen en bestaat
uit de hypofysevoorkwab en de hypofyseachterkwab. De hypofyse produceert
verschillende hormonen. Sommige daarvan (TSH, FSH, LH) beïnvloeden de werking
van andere hormoonklieren.
Hypothalamus: het gedeelte van de hersenen dat net boven de hypofyse ligt. De
hypothalamus regelt de secretie van hormonen door de hypofyse.
Via het hypothalamus en de hypofyse zijn het zenuwstelsel en het hormoonstelsel
met elkaar verbonden.
E. Hypofysehormonen
De hypofyse produceert onder andere:
- Groeihormoon (GH).
- FSH & LH: beïnvloeden de eierstokken en de teelballen.
- Oxytocine: stimuleert het ontstaan van weeën en zorgt voor melksecretie.
- Antidiuretisch hormoon (ADH): regelt de resorptie van water in de nieren bij de
vorming van urine.
F. De schildklier
Schildklier: ligt in de hals, voor het strottenhoofd, tegen de luchtpijp aan.
Schildklierhormoon (thyroxine):
- Beïnvloed de stofwisseling: stimuleert het verbranden van glucose.
- Bij kinderen stimulatie van: groei en ontwikkeling van beenderstelsel en
ontwikkeling van het zenuwstelsel.
- TSH uit de hypofyse stimuleert secretie van thyroxine en stimuleer de vorming
van schildklierweefsel.
- Thyroxine remt de productie van TSH: als het gehalte thyroxine in het bloed
daalt neem de secretie van TSH toe. Door stijging van TSH-concentratie wordt
de secretie van thyroxine gestimuleerd.
G. De eilandjes van langerhans
Verspreid tussen de cellen van de alvleesklier liggen groepjes cellen met een
endocriene functie: landjes van langerhans. Ze produceren insuline en glucagon.
Deze hormonen zorgen ervoor dat de glucoseconcentratie van het bloed constant
blijft.
De glucoseconcentratie in het bloed noem je ook wel de bloedsuikerspiegel.
Als de glucoseconcentratie in het bloed stijgt (boven de normwaarde), gaan cellen
in de eilandjes van langerhans meer insuline produceren. Insuline stimuleert de
cellen in het lichaam om meer glucose op te nemen uit het bloed. Cellen in de lever
en in spieren zetten de glucose om in glycogeen. Glycogeen wordt in de cellen
opgeslagen. De glucoseconcentratie zal hierdoor dalen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller edommele. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.