Hoofdstuk 1
1.1 Sociale Zekerheid
1.1.1 Inkomensbescherming en activering
Omschrijving socialezekerheidsrecht: het geel van rechtsnormen dat betrekking heeft op het
verschijnsel sociale zekerheid.
Het verschijnsel sociale zekerheid houdt verband met: inkomen en inkomensverwerving. Inkomen is
nodig om in het bestaan te kunnen voorzien en kan verkregen worden door deel te nemen aan het
arbeidsproces. Maar niet iedereen verricht betaald werk. Wie niet werkt is op een andere
inkomstenbron aangewezen. De belangrijkste is de sociale zekerheid.
Bij inkomensderving en inkomenstekorten fungeert de sociale zekerheid als een systeem van
inkomensbescherming. Zij biedt inkomenszekerheid en –daardoor- bestaanszekerheid in de vorm van
een vervangend inkomen.
De waarborgfunctie van de sociale zekerheid:
De sociale zekerheid vult in bepaalde gevallen het inkomen aan of neemt de betreffende kosten
geheel of gedeeltelijk voor haar rekening.
Bepaalde gevallen: arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom, inkomen beneden het sociaal
minimum, kosten van huisvesting, onderhoud van kinderen.
De activeringsfunctie van de sociale zekerheid:
Doel van deze functie is te voorkomen dat dat mensen, bv door arbeidsongeschiktheid, buiten het
arbeidsproces komen te staan.
Preventie ( bv aanpassing arbeidsplaats bij dreigende arbeidsongeschiktheid) en re-integratie ( bv
door omscholing, sollicitatietraining of begeleiding bij het vinden van ander werk behoren ook tot de
sociale zekerheid.
De aandacht voor deze functie neemt de laatste jaren sterk toe.
Er moet gestreefd worden naar werk boven vervangend inkomen omdat:
a. voorkomen moet worden dat mensen lang van een inkomensvervangende uitkering afhankelijk
zijn.
b. de kosten van de sociale zekerheid binnen de perken gehouden moeten worden
c. het financiële draagvlak op die manier versterkt wordt.
Raakvlakken van de sociale zekerheid:
Gezondheidszorg, welzijnsvoorzieningen.
Allerlei andere voorzieningen waar kosten aan zijn verbonden zoals bv huisvesting, onderwijs.
Op economisch gebied. Werkgevers hebben als bedrijfskosten de premies voor sociale
verzekeringen. De hoogte van de premies kan de vraag naar arbeid beïnvloeden.
1.1.2 Verantwoordelijkheid voor de sociale zekerheid
In onze maatschappij (verzorgingsstaat) is de overheid in belangrijke mate verantwoordelijk
voor de sociale zekerheid. Dit houdt in:
a. de overheid bepaalt de hoogte en het niveau van de sociale zekerheid en legt deze in
wettelijke regelingen vast.
b. de overheid financiert de uitgaven op het gebied van de sociale zekerheid uit de
collectieve middelen ( premies en belastingen).
c. de overheid neemt deel aan de socialezekerheidsregelingen.
,d. de overheid is ook verantwoordelijk voor de uitvoering, die door anderen gedaan wordt.
In de sfeer van de uitvoering zijn diverse zelfstandige bestuursorganen ( zbo’s) die door de
wetgever in het leven geroepen zijn actief.
Bv. UWV en de SVB. Dit zijn rechtspersonen, waarvan de organisatie en inrichting door het
publiekrecht wordt bepaald.
De wetgever kan de uitvoering van de socialezekerheidsregelingen ook opdragen aan
privaatrechtelijke organisaties. Bv de particuliere zorgverzekeraars die belast zijn met de
uitvoering van AWBZ en de Zvw.
e. de overheid biedt rechtsbescherming als er conflicten zijn over de uitvoering van de
socialezekerheidsregelingen.
De eerste socialeverzekeringswet is de Ongevallenwet van 1901, daarna de Ziektewet en de
Invaliditeitswet in 1913, Land- en tuinbouwongevallenwet in 1922 en het Ziekenfondsbesluit
in 1941.
Na de Tweede Wereldoorlog is het stelsel van de sociale zekerheid verder uitgebreid.
Werkloosheidswet in 1949. WAO 1966, AOW 1956, AWW 1959, AKW 1962, AWBZ 1967 en
als laatste de AAW in 1976..
1.1.3 Accentverschuiving
Na de tweede WO is er een accentverschuiving ( commissie Van Rijn):
Sociale zekerheid is geen eenrichtingsverkeer. Ook op de burgers rusten bepaalde
verplichtingen. Bv inspanningen om zelfstandig in het bestaan te voorzien, zodat een beroep
doen op de sociale zekerheid achterwege kan blijven.
Deze benadering is nog steeds actueel. Wel is het perspectief verruimd. Er is niet alleen
aandacht voor de verantwoordelijkheid van de overheid en de burgers, maar ook voor de
werkgevers.
Privatisering van de sociale zekerheid:
Verschuiving van de publieke naar de private sociale zekerheid. Privatisering houdt in dat de
overheid bepaalde taken overlaat aan de private sector zonder daar nog
verantwoordelijkheid voor te dragen. Op het gebied van de sociale zekerheid houdt de
overheid nog wel een voetje tussen de deur. Bv Ziektewet en Zorgverzekeringswet. De opzet
is wel privaatrechtelijk maar er moet aan allerlei ‘sociale randvoorwaarden’ voldaan worden
om zo de belangen van de verzekerden te waarborgen.
1.2 Socialezekerheidsrecht
1.2.1 Plaats in het rechtssysteem
Sommigen omschrijven het sociaal recht als het recht dat betrekking heeft op de
bestaanszekerheid van de burger op het gebied van arbeid en inkomen (arbeidsrecht en
socialezekerheidsrecht). Er zijn ook omschrijvingen die de grenzen ruimer trekken en ook
andere soorten recht tot het sociaal recht rekenen, bv consumentenrecht,
gezondheidsrecht, vreemdelingenrecht en het woonrecht.
Socialezekerheidsrecht behoort bijna geheel tot het publiekrecht en valt binnen het
publiekrecht onder het bestuursrecht dat rechtsregels bevat die betrekking hebben op de
activiteiten van de overheid ten behoeve van de samenleving. Het socialezekerheisrecht valt
, binnen het bestuursrecht onder het sociaal bestuursrecht. Dit geldt ook voor de
bestuursrechtelijke onderdelen van het arbeidsrecht: recht van arbeidsbescherming, de
arbeidsvoorziening en de loonvorming.
Het sociale zekerheidsrecht kent in beperkte mate ook rechtsregels die tot het terrein van
strafrecht en het privaatrecht behoren.
a. Strafrecht: Bv mensen met een uitkering zijn verplicht inlichtingen te verstrekken die van
belang kunnen zijn voor het recht op en de hoogte van de uitkering.
b. Privaatrechtelijke normen zijn met name te vinden in het ziektekostenverzekeringsrecht.
De relatie tussen zorgverzekeraars en artsen en ook die tussen artsen en verzekerden zijn op
een privaatrechtelijke overeenkomst gebaseerd.
1.2.2 Rechtsbronnen van het socialezekerheidsrecht
A. de wet. Daarbij gaat het niet om een Wetboek van Sociale Zekerheid, maar om een groot
aantal verschillende wettelijke regelingen. Niet alleen regelingen die zich specifiek richten op
sociale risico’s, maar ook wetten als Wet SUWI), Wfsv, Awb en de Berw.
Naast deze wetten in formele zin bestaan er talloze wetten in materiële zin, zoals algemene
maatregelen van bestuur, ministeriële regelingen en besluiten van uitvoeringsorganen, die
weer een afwijking of uitweiding van de wetten in formele zin inhouden.
B. de jurisprudentie van rechters die moeten oordelen over geschillen op het terrein van de
sociale zekerheid, zoals de CRcB en fiscale rechter.
C. Het internationale recht, zoals neergelegd in verdragen of verordeningen van bv de EU.
!!!Het internationale recht heeft voorrang boven de wet!!!
1.2.3 Individueel recht
In het socialezekerheidsrecht gaat het steeds om rechten op individuele, in de betreffende
wet geregelde prestaties. Een algemeen recht op sociale zekerheid is er niet.
Het recht op prestaties in de sfeer van de sociale zekerheid id een subjectief
vermogensrecht. De prestatiegerechtigde is te beschouwen als schuldeiser., het
uitvoeringsorgaan als schuldenaar.
Het recht op een prestatie ontstaat in beginsel van rechtswege. Weigert een
uitvoeringsorgaan een recht toe te kennen, dan kan de belanghebbende zicht tot de rechter
wenden om het recht af te dwingen. Het recht op een prestatie kan ook ontstaan door een
beslissing van het uitvoeringsorgaan die rechtscheppend van aard is. De beslissingsmarges,
waarover het uitvoeringsorgaan beschikt, worden door de wetgever bewust smal gehouden.
1.2.4 Grondrecht
Het recht op sociale zekerheid is ook een sociaal grondrecht. Dit houdt in, dat de overheid
op het gebied van de sociale zekerheid (wettelijke) maatregen moet treffen. Aanspraken op
socialezekerheidsprestaties kan de burger aan dit grondrecht niet ontlenen.
1.3 Kenmerken van het stelsel van sociale zekerheid
1.3.1 Verplicht systeem
Het systeem van private verzekering berust op vrijwilligheid. Het systeem van de sociale
zekerheid is een verplicht systeem.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Simoon20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.28. You're not tied to anything after your purchase.