Samenvatting scheikunde Biochemie en Lewisstructuur
4 views 0 purchase
Course
Scheikunde
Level
VWO / Gymnasium
Samenvatting voor het onderwerp Biochemie en Lewisstructuren.
Hoofdstuk 17 en 18 van het boek Chemie zijn hierin samengevat + duidelijke aantekeningen van een vakdocent.
Doe er je voordeel mee!
CTP 6.3 Scheikunde
Hoofstuk 17
Paragraaf 1
Voedingsstoffen zijn brandstoffen en bouwstoffen voor je lichaam.
- Koolhydraten (suikers)
o Bouwstoffen
o Opbouw DNA
o Brood en pasta
- Vetten
o Brandstof en bouwstof
o Vetweefsel bestaat uit vetten die als energiereserve dienen, beschermt
organen en beschermt tegen kou.
o Belangrijk bij opname van vitamines
o In olie en dierlijke producten als spek
- Eiwitten
o Bouwstoffen; basis voor onze enzymen. Hierdoor kunnen bijna alle
biochemische processen in ons lichaam lopen.
o Vlees, eieren, bonen en noten.
Energie die bij verbranding van voedingsstoffen vrijkomt gebruik je voor levensprocessen
zoals ademen en het kloppen van je hart. Hoeveel energie je nodig hebt hangt af van je
leeftijd en wat je doet.
Bij overgewicht kans op; diabetes, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten.
Paragraaf 2
Koolhydraten zijn een belangrijke bron van energie voor je lichaam.
Verteerbare koolhydraten kan je lichaam opnemen en daarna verteren. Onverteerbare
koolhydraten, voedingsvezels, kan je niet verteren. Ze zijn wel nodig voor een goede
spijsvertering.
Koolhydraten voldoen aan de formule: Cn(H2O)m.
Glucose ontstaat in planten onder invloed van zonlicht via fotosynthese uit koolstofdioxide
en water: 6 CO2 (g) + 6 H2O (l) C6H12O6 (s) + 6 O2 (g)
Glucose en fructose behoren tot monosachariden.
Wanneer twee glucosemoleculen aan elkaar koppelen ontstaat een disacharide,
bijvoorbeeld maltose. Er ontstaat ook water. Dit is een condensatiereactie.
Condensatiereactie: twee moleculen koppelen samen tot een groter molecuul, waarbij een
klein molecuul, vaak water, afsplitst.
Uit monosachariden kunnen door polyscondensatiereacties polysachariden ontstaan.
Amylose, cellulose en glycogeen ontstaan door polycondensatie van glucose.
Veel di- en polysachariden die je via voedsel binnenkrijgt hydrolyseren, tot monosachariden
bij de spijsvertering.
, Hydrolysereactie: Een stof reageert met water. Daarbij ontstaan uit grotere moleculen, met
behulp van watermoleculen, kleinere moleculen.
Hydrolyse van di- en polysachariden verloopt onder invloed van enzymen. Dit zijn
katalysatoren in ons lichaam. De naam van een enzym is afgeleid van de stof die het helpt de
te hydrolyseren. Maltose heeft als enzym maltase nodig en lactose – lactase. Sommige
mensen missen het enzym lactase, waardoor ze klachten krijgen als ze dit binnenkrijgen. Ze
hebben een lactose-intolerantie.
Cellulose geeft celwanden stevigheid, dit is niet verteerbaar door mensen.
Macro: wat je waarneemt. Meso: rangschikking van deeltjes. Micro: structuur van deeltjes.
Paragraaf 3
Vetten worden in de darmen omgezet. Bij de afbraak van vetten ontstaan glycerol en
vetzuren (82E). Het enzym lipase speelt hierbij een belangrijke rol.
Bij de afbraak van vetten wordt de pH lager, want er ontstaan vetzuren.
Als in de koolstofketen dubbele bindingen voorkomen heb je te maken met een onverzadigd
vetzuur. Zijn deze er niet dan is het een verzadigd vetzuur. Verkorte schrijfwijze is
molecuulformule of systematische naam.
Hoe meer een vetzuur onverzadigd, hoe minder goed stapelen dus is de vanderwaalsbinding
minder sterk, dus lager smeltpunt.
Het lichaam maakt vanuit de bouwstenen glycerol en vetzuren de eigen lichaamsvetten.
Soms maakt het zelfs de benodigde vetzuren hiervoor. Maar er zijn 3 vetzuren die het
lichaam niet zelf kan maken: linolzuur, a-linolzuur en arachidonzuur. Het zijn essentiële
vetzuren. Je krijgt ze binnen via de voeding door bijvoorbeeld; olie, noten en vette vis.
Vetten en oliën zijn drievoudige esters van glycerol en vetzuren. Ze heten ook wel
triglyceriden. Zie Binas T67.
Als een vet is samengesteld uit glycerol en verzadigde vetzuren, heb je te maken met een
verzadigd vet.
Een onverzadigd vet is samengesteld met behulp van een of meerdere onverzadigde
vetzuren. Een olie is bij kamertemperatuur meestal vloeibaar, een vet is dan een vaste stof.
Tijdens de spijsvertering hydrolyseren oliën en vetten met behulp van het enzym lipase.
Daarbij ontstaan glycerol en vetzuren. Vanuit deze bouwstenen maakt het lichaam de eigen
vetten aan.
Omega-6-vetzuur: het cijfer achter omega, geeft de plek van de eerste dubbele binding aan.
Hierbij tel je niet vanaf de kant waar de zuurgroep zit, maar vanaf de andere kant.
Vetzuren zijn bouwstoffen voor fosfolipiden. De kern van een molecuul van een fosfolipide
wordt gevormd door glycerol. Twee van de OH-groepen zijn met vetzuurmoleculen
veresterd. De derde OH-groep is veresterd met fosforzuur. Een fosfolipidemolecuul bevat
dan ook een fosfaatgroep, hierdoor bevat het molecuul een hydrofiele kop en hydrofobe
staart.
Fosfolipiden zijn onderdeel van celmembranen. Een celmembraan bestaat grotendeels uit
een dubbele laag fosfolipiden. De hydrofobe staarten van de fosfolipiden liggen naar elkaar
toe. Aan de twee buitenkanten zitten de hydrofiele fosfaatgroepen van de fosfolipiden.
Daarom kan een celmembraan in contact zijn met waterige oplossingen zoals de celinhoud.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Fleurvandeyckk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.