100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van de arresten over de weken 1 tot 5 (Europees Belastingrecht Leiden) $3.67
Add to cart

Judgments

Samenvatting van de arresten over de weken 1 tot 5 (Europees Belastingrecht Leiden)

2 reviews
 43 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Alle besproken arresten behandeld tijdens het vak Europees Belastingrecht. Het gaat om de weken 1 tot en met 5. Alle arresten zijn zo kort mogelijk behandeld. Ook heb ik per onderwerp de bijbehorende arresten onder elkaar gezet. Bijvoorbeeld Persoonsgebonden posten behoren Schumacker en Renneberg e...

[Show more]

Preview 2 out of 12  pages

  • July 26, 2021
  • 12
  • 2018/2019
  • Judgments
  • Unknown

2  reviews

review-writer-avatar

By: mentverbaan • 1 year ago

review-writer-avatar

By: merelelemans • 2 year ago

avatar-seller
Persoonsgebonden posten:
- Schumacker: als hoofdregel is een inwoner en niet inwoner niet vergelijkbaar. De woonstaat
kan immers het best rekening houden met de persoonlijke en gezinssfeer van de
belastingplichtige. De woonstaat heeft het beste zicht in de situatie van Schumacker. Dat is
ook zo bepaald in de ibr dat de woonstaat leidend is. dus een inwoner en niet inwoner zijn
niet vergelijkbaar. Maar dat is anders als Schumacker geen inkomen in de woonstaat heeft
waar de woonstaat met die persoonsgebonden posten rekening kan houden en hij in de
gaststaat het leeuwendeel van zijn inkomen geniet. Dus persoonlijke aftrekposten kunnen in
de gaststaat in aftrek worden gebracht indien de belastingplichtige 90% van het
arbeidsinkomen in de gaststaat verdient en de belastingplichtige onvoldoende inkomen in de
woonstaat heeft om die persoonsgebonden posten in aftrek te brengen omdat de
belastingplichtige in de woonstaat geen of onvoldoende inkomen geniet. Dit zijn draagkracht
gerelateerde kosten. Kosten die je draagkracht beïnvloeden.
- Renneberg: dit ging om hypotheekrente in de woonstaat België die Renneberg in de gaststaat
wilde aftrekken. Hypotheekrente is een brongebonden post. Maar in dit arrest wordt deze
post geconverteerd naar een persoonsgebonden post. Dat komt omdat een verlies
uiteindelijk je draagkracht vermindert en dus een persoonsgebonden post wordt. Dan kun je
Schumacker hierop toepassen. Conclusie is dat Renneberg die hypotheekrente in Nederland
(gaststaat) mag aftrekken omdat Renneberg 100% van zijn arbeidsinkomen in Nederland
verdient en in België onvoldoende inkomen heeft om die hypotheekrente mee te
verrekenen.
Brongebonden posten:
- Gerritse: een drummer die in Duitsland drumactiviteiten verricht en daarmee inkomen en
daarmee samenhangende beroepskosten maakt. De ingezetene en niet ingezetenen zijn in
dit opzichte vergelijkbaar en dus een beperking. Een ingezetene die in Duitsland
beroepskosten maar en een niet ingezetene die in Duitsland beroepskosten maakt
verschillen niet van elkaar. Omdat de beroepskosten in de bronstaat worden gemaakt die
rechtstreeks verband houden met de drumactiviteiten in de bronstaat, moeten die kosten in
de gaststaat in aftrek worden gebracht.
- Renneberg (geconverteerd naar persoonsgebonden post)
- Futura: een vennootschap met een vaste inrichting in een andere lidstaat. Die vaste
inrichting maakt winst en de vennootschap verlies. De vaste inrichting wilde die verliezen
aftrekken van haar winsten. De vi-staat zei nee, want volgens het territorialiteitsbeginsel
mogen alleen maar winsten en verliezen van de vi-staat in aftrek worden gebracht en niet
verliezen uit een ander land. Het Hof ging hierin mee. Het verschil met Renneberg is, is dat er
geen sprake is van draagkracht gerelateerde posten. Een vennootschap kent geen
draagkracht zoals een natuurlijk persoon. Een vennootschap kan geen rekening houden met
de persoonlijke en gezinssfeer. En daarom worden de verliezen niet geconverteerd naar
persoonsgebonden posten en kan Schumacker dus geen rol spelen.
Bronbelasting:
- Miljoen: een natuurlijk persoon in grensoverschrijdend geval eindheffing was met betrekking
tot zijn dividend en in binnenlands geval is dat voorheffing. Dat is het nadeel, namelijk bruto-
netto situatie. Vergelijkbaar? Doel van verrekening is dubbele heffing voorkomen dus ja
vergelijkbaar. Als Miljoen binnenlander was, dan zorgt de ib voor de effectieve druk. Dus je
moet ib-druk met buitenlands eindheffing vergelijken. Hoe moet de ib-druk worden
berekend? Kalenderjaar, met inachtneming van het gehele aandelenpakket en het
heffingsvrij vermogen is een brongebonden post dus kan de belastingplichtige dit recht
krijgen. dan vergelijken binnenlands geval met kalenderjaar etc., met het
grensoverschrijdend geval.
- Societe generale: Vergelijkbaar: niet het verschil tussen ingezetenen (wereldwinst) en niet
ingezetenen (bron), maar dat de bronstaat over het dividend wil heffen in een
grensoverschrijdende en binnenlandse situatie. Nadeel: grensoverschrijdend geval 15%

1

, dividendbelasting over bruto dividend terwijl binnenlandse situatie 25% vpb over netto
dividend na aftrek van kosten. En er kan worden verrekend. Niet het dividend zorgt voor de
effectieve druk, maar de winstbelasting. Hoe moet de grondslag worden bepaald? De vpb-
druk bepalen. Alleen de kosten die verband houden met de inning van het dividend mogen in
aftrek worden gebracht. Dat zal doorgaans betekenen dat 25% vpb over netto dividend altijd
hoger zal zijn dan 15% over het bruto dividend. En er geen belemmering is.
- Brisal: het kan niet zo zijn dat in grensoverschrijdende situaties bruto wordt geheven terwijl
in binnenlandse situaties er wordt geheven op basis van netto basis. Als je in een binnenlands
geval de rentekosten mag aftrekken, dan moet dat ook kunnen in een grensoverschrijdende
situatie om de vergelijking te kunnen maken. Dus 15% dividendbelasting over het bruto
dividend minus de rentekosten. Bij societe generale mocht dit niet. Daar mocht alleen de
kosten die verband houden met de inning in aftrek worden gebracht om de vergelijking te
maken.
- Amurta: vergelijkbaarheid (r.o.38)? Wat is vergelijkbaar? Niet het verschil tussen het feit dat
een dochter en een buitenlandse dochter verschillend worden behandeld, maar dat de
bronstaat kan heffen over de dividenden die worden betaald. Het maakt dus niet uit als er
sprake is van een grensoverschrijdend of binnenlands geval. In beide situaties wil de
bronstaat over het dividend heffen. Conclusie is dan dat de inhoudingsvrijstellingvrijstelling
ook geldt voor inwoners en niet-inwoners. Maar bij vergelijkbaarheid altijd toetsen in het
licht van de doelstelling van de regeling dat in geschil is. In casu was dat de
inhoudingsvrijstelling. Dus het voorkomen van economische dubbele belasting. Dat kan zich
voordoen in een binnenlandse als buitenlandse situatie en is dus vergelijkbaar. Deze casus
verschilt in die van de dividendbelasting (bronbelastingcasus). Bij dividendbelasting zitten we
dan eigenlijk in de bruto netto problematiek en in deze situatie zitten we met economisch
dubbele belasting als problematiek. Nadeel: binnenlands geval wel vrijstelling van het
dividend en grensoverschrijdend geval geen vrijstelling van het dividend.
- SGI: dit ging om een lening waarbij de moeder rente imputeerde over een renteloze lening in
een grensoverschrijdende situatie, terwijl in een binnenlandse situatie geen rente werd
geïmputeerd. Vergelijkbaarheid had het Hof al snel aangemerkt. Het Hof oordeelde namelijk
dat je niet naar de moeder en dochter in het geheel moet kijken. De moeder en dochter zijn
afzonderlijke rechtspersonen. Dus je toetst op het niveau van SGI en niet geconsolideerd.
Nadeel? In een grensoverschrijdende situatie +5% rente en in een binnenlandse situatie +0%
rente. Dit was dus een beperking. Gerechtvaardigd? Evenwichtige verdeling van de
heffingsbevoegdheid. Wat als je daar niet op kunt beroepen? Dan moet de bronstaat de +0%
gaan uitbreiden naar grensoverschrijdende situaties. Dit zal leiden dat een deel van de winst
(de lening) van de woonstaat wordt verschoven naar de andere lidstaat. Hogere winst in de
andere lidstaat en geen of weinig winst in België. Dat kan niet. De woonstaat wordt dan
onthouden om te heffen over de winsten. Als Frankrijk een lager tarief heeft, dan veel
renteloze leningen verstrekken aan de bronstaat waardoor de winst daar hoger wordt en
wordt belast tegen een laag tarief. Dus geschikt door +5% te imputeren. Noodzakelijk? Twee
voorwaarden: de belastingplichtige moet na objectieve en verifieerbare onzakelijke leningen
de mogelijkheid krijgen om tegenbewijs te geven. En er mag niet meer worden gecorrigeerd
naar wat zakelijk is. Dus van 0 naar 5 en niet van 0 naar 5 en een beetje extra.
- Truck Center: er was hier geen verschil in tarief in een grensoverschrijdend en binnenlands
geval. Die werden geheel gelijk behandeld dus dat was het punt niet. De dividendbelasting in
grensoverschrijdend geval en de vpb in binnenlandse situatie waren hetzelfde. Het verschil
zat hem in de heffingstechniek. Woonplaats versus bronstaat. En het Hof accepteerde dit. Als
er een verschil in heffingstechniek is, dan is dat door het Hof aanvaard. Er is dan geen
belemmering.

Meestbegunstiging:


2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller johanloo. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.67. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53008 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.67  6x  sold
  • (2)
Add to cart
Added