Hoofdstukken 1, 2, 3, 4.3 en 4.4
December 18, 2014
7
2014/2015
Summary
Subjects
reflecteren
basis
basisonderzoek
ethiek
reflectie
boek
tentamen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Sociaal Juridische Dienstverlening
Professioneel Basisonderzoek
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
Amyopdencamp
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1. Reflecteren: een praktijkvoorbeeld.
1.1. Reflectievragen door de ik-persoon.
Als je je vragen stelt over je gedrag, onderzoek je de dingen die voor anderen waarneembaar zijn en
ook de dingen die voor anderen niet-waarneembaar zijn.
Waarneembare deel: Je handelen.
Niet-waarneembare deel: Je beleving.
Iemands niet-waarneembare deel is vaak voor diegene zelf onbewust. McCelland heeft hier een
voorbeeld van in een model de Ijsberg van McCelland. Dit is een ijsberg opgedeeld in drie delen. Het
puntje boven het water, het middenstuk onder het water en het laagste puntje.
Deel Vraag Begrippen
Bovenste deel Wat doe je? Kennis, vaardigheden
Middelste deel Wat vind je? Opvattingen, normen en waarden, eigenschappen
Onderste deel Wat wil je? Motieven en drijfveren.
1.2. Wanneer stel ik deze vragen?
Als je bewuste handelingen verricht kan je de vraag stellen wat de gevolgen van de handelingen zijn
en of je er verantwoordelijk voor bent. Je denkt dus na over een gebeurtenis, ervaring of situatie.
Iedereen legt graag de verantwoordelijkheid voor bepaald gedrag bij een ander. Dit omdat je dan
niet kritisch naar jezelf hoeft te kijken. Het is echter wel heel goed om naar jezelf te kijken.
1.3. Eigen gedrag onder de loep.
Een voorwaarde voor het durven stellen van reflectieve vragen is de bereidheid hebben om jezelf en
je eigen gedrag onder de loep te nemen. Als deze bereidheid er is kan iemand zichzelf vragen gaan
stellen. Er kan tijdens een situatie op het gedrag worden gereflecteerd of achteraf.
Tijdens: Reflectie in actie.
Achteraf: Reflectie achteraf.
1.4. Bewustwording.
Een voorwaarde voor reflectie is het bewust zijn van de situatie. Het bewust worden ontstaat vaak
uit een negatief gevoel. Er is dan als het ware een gevoelssignaal. Natuurlijk kan het ook uit een
positief gevoel ontstaan. Je hebt geen invloed op zo’n gevoel, maar moet die wel leren om te zettten.
Dit is een vaardigheid die je aan kan leren: het bewust worden van je gevoel in een betekenisvolle
situatie.
1.5. Betekenisvolle situatie.
Op het moment dat er bewustwording is van een prettige of onprettige situatie kan deze worden
aangemerkt als voor die persoon een betekenisvolle situatie. Als de betekenisvolle situatie is
geselecteerd kan er worden uitgezocht hoe er wordt gedragen in de situatie. Bij vragen aan jezelf
moet je alle punten meenemen:
- Handelingen
- Gedachten
- Gevoelens
,1.6. Vragen stellen.
Er zijn meerdere soorten vragen. Hieronder een paar uitgelegd.
Open vragen beginnen met een vraagwoord en geven ruimte om een antwoord te formuleren.
Gesloten vagen leiden tot een kort antwoord: meestal een ja of nee.
Verbredende vragen zijn vragen waarin meerdere onderwerpen worden aangesneden.
Verdiepende vragen zijn vragen waarbij er steeds dieper op het onderwerp wordt ingegaan.
Met open vragen kan je een heel verhaal te weten komen en gesloten vragen zijn er om meer
duidelijkheid over iets te bieden.
1.7. Het belang van vragen stellen aan jezelf.
Het vragen stellen aan jezelf heeft meerdere kenmerken.
Voordeel: Het kan je enig houvast geven.
Voordeel: Het maakt je bewust van je eigen gedrag.
Voordeel: Je dwingt jezelf goed na te denken voor het communiceren.
Risico: Achterblijvne met emoties of gevoelens die niet geplaatst kunnen worden.
Je ontwikkelt zelfinzicht en zelfkennis.
, Hoofdstuk 2. Het begrip reflecteren: doel, betekenis en gebruik.
Definitie reflecteren volgens woordenboek:
- Nadenken over
- Licht terugkaatsen
2.2. Het doel van reflecteren.
Reflecteren is voornamelijk een middel om te leren handelen in toekomstige situaties. Door
reflecteren kan je je bewust worden van gedrag om uiteindelijk bekwaam te worden in de houding.
Het is dus een soort van leren, een vorm van vaardiger te worden.
2.3. Uitstapje naar de filosofie.
De mens denkt soms een niveau hoger: een mens kan denken over zijn eigen denken. Het moment
waarop dit duidelijk werd, is gemarkeerd als het begin van de filosofie.
Woord filosofie: Grieks werkwoord: fileo (liefhebben) en sofia (kennis/vaardigheid)
Begin filosofie: 2500 jaar geleden.
Waar ontstaan: India, Griekenland en China.
Gestelde vraag: Vragen over de omringende werkelijkheid en de mens daarin.
In de Westerse maatschappij richtte men zich tot 1800 op Griekse filosofen zoals Socrates, Plato en
Aristoteles, maar vanaf die tijd kwam er meer waardering voor de oosterse filosofie.
De Grieken gingen erg kritisch kijken naar hun eigen mythen en wijze van denken en kwamen met
een kritische reflectie. Dit is een denken over de werkelijkheid en het zoeken naar wijze antwoorden.
In Nederland beschrijven we filosofie als wijsbegeerte: het begeren om wijs te zijn.
Socrates richtlijn sluit aan bij de eerder genoemde voorwaarden voor reflectie:
1. Bewust zijn of worden.
2. Bereid zijn naar het eigen gedrag te kijken.
2.4. Relatie met het social casework.
Rond 1950 werd in Nederland het social casework ingevoerd. Volgens Perlman is dit een proces dat
door bepaalde instellingen voor maatschappelijk werk wordt aangewend om de individuele mens te
helpen doeltreffender het hoofd te bieden aan moeilijkheden in zijn maatschappelijk functioneren.
Het social casework is nog steeds in ontwikkeling. Er is een nieuwe, hedendaagse definitie door de
heer Vlaeminck: social casework is de oudste methodie die exclusief binnen het maatschappelijk
geheel wordt ontwikkelt, en zich erop richt problematische situaties te beïnvloeden, handhaven en
veranderen.
2.5. Supervisie.
Supervisie is een manier van leren waarbij de hulpverlener:
1. Op basis van theoretische kennis een eigen praktijkhandelen een vergroting en verdieping
van vakkennis en vakkundigheid nastreeft.
2. Zijn zelfinzicht kan vergroten ten behoeve van hulp aan de cliënt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Amyopdencamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.