100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting probleem 2 'This neuron has potential' blok 2.1 Biologische determinanten Pedagogische wetenschappen (inclusief verhelderende voorbeelden, plaatjes en toepassingsopdracht)) $3.25   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting probleem 2 'This neuron has potential' blok 2.1 Biologische determinanten Pedagogische wetenschappen (inclusief verhelderende voorbeelden, plaatjes en toepassingsopdracht))

1 review
 18 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document staat probleem 2 'This neuron has potential' uitgewerkt van het blok 2.1 Biologische determinanten. Het document is bruikbaar voor de nabespreking van probleem 2 en is verhelderend omdat er ook veel voorbeelden in staan om de stof te verduidelijken. Verder staat de toepassingsopdrac...

[Show more]

Preview 2 out of 10  pages

  • July 29, 2021
  • 10
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: loubnakao7 • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting probleem 2 - This neuron has potential!
Het zenuwstelsel bestaat uit =

• Het centrale zenuwstelsel: hersenen en het ruggenmerg
• Het perifere zenuwstelsel: waaronder o.a. de organen
- Somatische zenuwstelsel = skeletspieren en de controle hierover
- Autonome zenuwstelsel = automatische onbewuste processen, zoals je hart
1. Het sympathische zenuwstelsel: Vechten, vluchten, bevriezen. Werkzaam als we
actief zijn.
2. Het parasympatische zenuwstelsel: Werkzaam bij ontspanning zoals bij vertering.

1. Wat is een neuron?
De cellen van het zenuwstelsel zijn voornamelijk neuronen (die verschillen
qua vorm en grootte) en het zijn individuele eenheden die functioneren.

Een neuron bestaat uit =

- Een celkern (nuclues)
- Axonen en dendrieten
- Een membraan: dat zit om de cel heen en zorgt voor de
scheiding van interstital vloeistof en het binnenste gedeelte
van de cel.
→ Er kunnen substanties door het membraan heen.
- Myelineschede: beschermt de axon en zorg voor snelle impulsgeleiding
→ Cellen van Schwann: de cellen die de myeline vormen en zorgen voor bescherming en
het vervoeren van informatie. Meest voorkomend in perifere zenuwstelsel.
- Knoop van Ranvier: de knooppunten/gaten tussen de myeline die over de axon heen.
gaat
- Synapsen
5 verschillende soorten synapsen
1. Axonsomatische synaps: tussen twee axonen.
2. Axonische synaps: tussen axon en cellichaam.
3. Axondendrietische synaps: tussen een axon en dendriet.
4. Directe synapsen: de plaats van de afgifte de neurotransmitter zit dichtbij het
ontvangst.
5. Non-directe synapsen: de afgifte locatie is op afstand van de ontvangst.
- Receptoren
Ion tropische receptor: bindt een neurotransmitter zich aan het receptor waardoor er
een ionenkanaal wordt geopend.
Metabo tropische receptor: het ionenkanaal opent niet direct maar er ontstaat een
chemische reactie (aan de binnenkant van de cel). Waardoor de G-proteïne (= stof die is
aangemaakt) wordt geactiveerd als secundaire boodschapper en wordt het
actiepotentiaal gestart. De neurotransmitter kan niet de cel in.
- Interne vloeistof omgeving
Iedere cel ligt in external fluid envirament (dat bestaat uit allemaal celmembranen)

• External fluid envirament: de vloeistof die niet in de cellen ligt. Het bestaat uit delen van
bloed: intersistial fluid en plasma, water en andere substanties.
Intersistial fluid: scheid de cellen en ligt het dichtste bij het bloed.

, Via interstitial fluid en het bloed wordt energie en nutrients gebracht naar de cellen en
afvalproducten afgevoerd.
Intracellular fluid = de vloeistof in de cel (met verschillende chemische samenstelling dan
external fluid)

De chemische samenstelling van external fluid (3 stoffen) en intracellular fluid (4
stoffen) is belangrijk voor de neuron om te zorgen voor communicatie.
De stoffen zijn positief + of negatief – geladen (voltage).

➢ Wanneer beide atomen positief + zijn, genaamd positieve ion, zijn ze elektronisch
geladen en actief.
➢ Wanneer beide atomen negatief - zijn, genaamd negatieve ion, zijn ze elektronisch
geladen en actief op een andere manier dan de positieve ionen.
→ Er is een ongelijke verdeling wat betreft positieve en negatieve ionen als je kijkt
naar de ene kant van de cel en de andere kant (het celmembraan) van de cel.

Sommige ionen komen niet door het celmembraan. Dit komt door:

1) Het membranenpotentieel: hierbij gaat het om de positieve en negatieve ionen aan beide
kanten van de cel die het membranenpotentiaal laten bestaan. Evenwicht Na+ en K+.
– Elektrische gradiënt = er zit een elektrische voltage door het celmembraan heen (dit
betekend dat de ionen ook bewegen door het membraan).
→ positieve voltage; de positieve ionen worden aangetrokken door negatieve ionen
waardoor natrium naar de binnenkant van de cel willen
→ Negatieve voltage: de negatieve ionen worden aangetrokken tot de positieve ionen
waardoor kalium naar de buitenkant van de cel willen
Rustpotentiaal: voltage stabiel -60/-70.

- Concentratiegraden = Die zorgen dat er van een hoge concentratie ionen naar een lage
concentratie ionen gegaan wordt.
Wanneer K+ via het celmembraan uit de cel gaat wordt er Na+ toegevoegd om de
concentratie gelijk te houden. De voltage komt er dan ook in.
→ de ionen willen naar de minste concentratie van hun eigen soort. Dit kan alleen als de
poorten open zijn, anders kunnen de ionen zich niet verplaatsen.

Een neuron = een prikkelbare cel in het zenuwstelsel.
Soorten neuronen

➢ Sensorische neuronen: uiteinde van de gevoelszenuwen, zintuigen, sturen
boodschap naar ruggenmerg en hersenen.
➢ Motorische neuronen: signalen ontvangen om de beweging in je zenuwen in je
spieren te starten.
➢ Schakel neuronen: in het ruggenmerg tussen sensorisch neuronen en motorische
neuronen.
- Multipolair neuron: Een neuron met één axon en vele dendrieten aan
zijn soma (cellichaam).
- Bipolair neuron: Een neuron met een axon en een dendriet aan zijn
soma (cellichaam).
- Unipolair neuron: Een neuron met één axon aan zijn soma; het axon
splitst zich, waarbij de ene tak sensorische informatie ontvangt en de
andere de informatie naar het centrale zenuwstelsel stuurt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukopschoor99. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$3.25  1x  sold
  • (1)
  Add to cart