Praktijk bovenste lidmaat
1 Inleiding
1.1 Inhoud en doelstelling van de cursus
1.1.1 Klinisch redeneren
Klinisch redeneren = mentale processen van verzamelen, interpreteren en structureren van de
informatie waardoor de kine in staat is op grond van zijn biomechanische, gedragswetenschappelijke
en kinesitherapeutische kennis een probleem te verhelderen en op te lossen.
Het is een dynamisch proces dat door veel factoren samen bepaald wordt.
De behandeldoelstellingen en het behandelplan worden opgesteld o.b.v. anamnese en klinisch
onderzoek. De doelen zijn gericht op het herwinnen van stoornissen in activiteiten en/of participatie.
Je kan ook subdoelen gebruiken. De doelen zijn steeds SMART geformuleerd en houden rekening
met de hulpvraag, ernst/reactiviteit, fases van weefselherstel en haalbaarheid.
1.1.2 Praktische vaardigheden
Onderzoek en behandeling gaan in elkaar over.
1.2 Eindcompetenties en evaluatie
EXAMEN:
• Minicasus waar je relevante behandeldoelstellingen en -plan voor moet opstellen en een
keuze van technieken moet geven en uitvoeren.
• Extra techniek, losstaand van de casus
2 Casus Hilde
2.1 Herhaling palpatie
Leg voor je begint steeds uit aan P wat je gaat doen en begin de palpatie lichtjes (bouw de druk op
indien nodig maar doe dit geleidelijk!)
TRAPEZIUS PARS ASCENDENS
• In zij- of buiklig
• Via driehoek van auscultatie
• Weerstand anteflexie of horizontale abductie → visualisatie onderrand
TERES MAJOR
• In buiklig
• Vormt mee achterste okselplooi
• Laatste 1/3e scapula is oorsprong, maar heeft wel duidelijke spierbuik (cfr. worst)
• Doet endorotatie
• Insertie: tub. minor
1
,LATISSIMUS DORSI
• In ruglig
• Vormt mee achterste okselplooi
• Doet endorotatie
• Loopt veel verticale dan teres major
INFRASPINATUS
• In buiklig
• Oorsprong is bovenste 2/3e van laterale scapularand
• Doet exorotatie
• Ligt tussen teres major en infraspinatus
• Major is een worst, minor is een spier die je kan vastnemen als hamburger
SUBSCAPULARIS
• In zijlig
• Passief zo ver mogelijk protractie
• Duim in oksel steken en dan aan voorzijde scapula voelen (diep genoeg gaan! Ver genoeg
onder de scapula)
• Je kan niet de hele spier voelen, slechts enkele vezels maar je kan wel bv. de tonus
beoordelen
• Doet endorotatie
2.2 Casus ingevuld
Anamnese:
• Maak algemeenheden steeds concreet voor de patiënt in kwestie!! Bv. niet gewoon info en
advies → welke info en welk advies?
• Kijk steeds of er rode vlaggen zijn vermeld en of ze voldoende bevraagd zijn
• Wat voor soort patiënt volgens KANS richtlijnen?
• Wat is de hulpvraag?
• Zijn de klachten houdingsafhankelijk?
Doelstellingen:
• Correcte houding aanleren op 1 sessie (=subdoel)
• Pijn verbeteren: in de 1e week van VAS 2/10 naar VAS 0/10 gaan (= SMART geformuleerd)
door Hilde bewust te maken van provocerende en reducerende factoren
• Kaft kunnen opheffen op 6 weken (houd rekening met weefselherstel: pees- of spierletsel
heeft minstens 6 weken nodig + 2 weken acuut) zonder pijn, in ontstekingsfase even weinig
belasten en dan belastbaarheid doen stijgen
• Controle rondom scapula verbeteren (want deze P heeft tilting) → het is belangrijk dat de
patiënt zich bewust wordt van wat de scapula allemaal kan van bewegingen en om spanning
los te laten waar deze te hoog is (vaak neerwaartse rotatoren: levator scapulae,
rhomboidei…)
2
,3 Behandelingsrationale
Behandeling moet biopsychosociaal benaderd worden. Probeer de revalidatie steeds op een brede
manier te bekijken.
• Band met de patiënt: vertrouwen van de patiënt en een goede patiënt-therapeut relatie is
belangrijk. Toon begrip, empathie en geef vertrouwen → zie Shared Decision Making
• Geruststellen: ga in op de gevoelens over de klachten van de P en hoe deze tov de klachten
en revalidatie staat → stel de P gerust dmv een heldere uitleg en antwoord te geven op alle
vragen
• Verhogen van de zelfredzaamheid: eenvoudige tips > allerlei technieken. Speel in op de
specifieke noden van je patiënt. Manuele technieken hebben als nadeel dat de P afhankelijk
denkt te zijn van de T → probeer zo snel mogelijk thuisoefeningen mee te geven.
• Pijndempend
→ verminderen van pijn
• ROM vergroten
→ ROM vergroten van gewricht (lokaal) of bewegingsketen (globaal)
• Neuromusculaire controle
→ verbeteren proprioceptie en coördinatie in en rondom gewricht of keten → stabiliteit
lokaal/globaal verbeteren
• Belastbaarheid spierketen – prestatie verbeteren
→ verhogen uithoudingsvermogen, kracht en contractiesnelheid spier en trekbaarheid van
pezen en bindweefsel → stabilisatie en prestatie lokaal/algemeen bevorderen
Alle vormen van bewegen met als doel functioneren van een persoon te verbeteren/behouden
kunnen gezien worden als oefentherapie. Er zijn ook andere doelstellingen als metabool en
cardiovasculair mogelijk. Oefentherapie is geen ‘fitness’, omdat het een therapeutisch doel heeft.
3
, Je kan per casus 1 of meerdere doelen benadrukken. Werk nooit te eng. Het is door de zorgvuldig
gekozen parameters dat 1 doelstelling benadrukt wordt → parameters = aantal herhalingen en
reeksen, snelheid van uitvoering, rust tussen reeksen, weekfrequentie, feedback, nadruk op
concentrische of excentrische fase…
Hier zijn richtlijnen, maar er is geen gouden regel! In de revalidatie heeft het meestal weinig zin om
maximale kracht te bevorderen → meestal niet met weinig herhalingen per reeks (tenzij omwille van
kwetsbaarheid weefsel of vroeg optreden van vermoeidheid).
Eenzelfde oefening kan door andere parameters andere doelen bereiken.
De behandeldoelstelling wordt dus bereikt met de gepaste keuze van de oefening EN de gekozen
parameters.
4.2 Neuromusculaire controle
4.2.1 Algemene houdings- en bewegingscontrole
Functioneren van de BL staat niet los van de rest van het lichaam: elke houding of beweging in BL
hangt samen met de positie van het lichaam in de ruimte. Dit is de fysieke positie in de ruimte maar
ook alle intrinsieke en extrinsieke factoren van de ruimte.
Bewustwording van de zithouding en aanpassing heeft een belangrijke invloed op het functioneren
van de schoudergordel.
Een voorbeeld uit casus 1: in thoracale flexie kan je minder goed opwaarts reiken, is er een grote
belasting op de glenohumerale spieren en is de compressie in het glenohumeraal gewricht groter →
kan leiden tot pathologie (zie MDBB)
Hoe controle bekomen?
• Aanleren nieuw bewegingspatroon → motorisch leren. Enkele regels:
o Beïnvloeden motorische cortex
o Veel herhalingen, geen pijn, in 1e fase geen vermoeidheid
o Eerste fase: feedback, dan afbouwen en later ook andere prikkels/uitdagingen en
integratie
o = cognitieve fase, associatieve fase, automatische fase
• Overactieve musculatuur ontspannen > spieren opspannen
• Mogelijke volgorde:
o T voert manueel nieuwe positie uit + geeft uitleg
o T voert het uit en P doet mee
o P doet het met (visuele, tactiele…) feedback
o P doet het alleen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JBtns. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.71. You're not tied to anything after your purchase.