De mate waarin een ziekte of stoornis voorkomt is gekoppeld aan het begrip?
Answer: Prevalentie
2.
Hoe komt het dat jonge mensen meer kans hebben op een depressie dan oudere mensen?
Answer: Dat komt door de cultuur waarin we nu leven: individualiteit, zelfcontrole. Gevoelens van depressiviteit worden sneller ontwikkeld, doordat mensen nu zelf verantwoordelijk worden gesteld voor hun successen en falen.
3.
Hoofdstuk 1: welke mensbeelden zijn er en wat houden ze in?
Answer: - Mechanistisch mensbeeld: de afzonderlijke eigenschappen worden benadrukt. Mens wordt vergeleken met een machine
- Het organisatorische mensbeeld: mensen zijn groeiende organisme en zijn één geheel. Mens wordt beïnvloed door de omgeving.
- Het personalistische mensbeeld: Ieder mens heeft een uniek karakter binnen de levende natuur. Mensen hebben ook een eigen cultuur. Er is een verschil tussen mens en dier.
4.
De algemene systeemtheorie (AST) is opgedeeld in..
Answer: hiërarchische niveaus, van simpel naar complex. Als de omgeving veranderd, dan veranderen de eigenschappen ook.
5.
In het biopsychosociale model wordt aangegeven dat bij psychische stoornissen niet alleen biologische aspecten een rol spelen, maar ook psychische en sociale aspecten. Is die invloed altijd evenredig?
Answer: Nee de invloed van de drie aspecten is niet altijd evenredig. Ze zijn wel alle drie nodig om menselijk gedrag te begrijpen.
6.
Wat wordt er benadrukt met de algemene systeemtheorie(AST)?
Answer: De relatie tussen iets of iemand en het andere.
7.
Hoofdstuk 2: wat houdt het conflictmodel in?
Answer: Het waarneembare gedrag van mensen en hun bewuste gedachten en wensen worden bepaald door zowel onbewuste wensen als door het feit dat we deze niet accepteren.
8.
Hoofdstuk 2: Wat betekend determinisme?
Answer: Het zoeken naar eenduidige oorzaken van gedrag (Freud).
9.
Wat zijn de mensbeelden in de psychoanalyse?
Answer: Mechanistisch mensbeeld, omdat er naar eenduidige oorzaken van gedrag werd gezocht. En het personalistische mensbeeld, omdat er aan gedrag en dromen een betekenis werd toegekend. Daardoor werden deze begrijpelijk.
10.
Hoofdstuk 2: Met welke theorie probeert Freud de motivatie van mensen te verklaren?
Answer: Met de theorie dat mensen twee aangeboren basisdriften hebben die tegengesteld zijn aan elkaar.
Content preview
Samenvatting
Het palet van de
psychologie
Stromingen en hun toepassingen in hulpverlening en opvoeding
,Hoofdstuk 1 – Psychologie: een palet vol theorieën
Psychologie: Een wetenschap waarbij zowel het gedrag van mensen wordt bestudeerd als de
gevoelens en gedachten die mensen hebben bij het ervaren van hun gedrag en de omstandigheden
waarin dat plaatsvindt.
Er is zowel intern als extern geen eenduidigheid over het object. De psychologische wetenschap
bestaat ongeveer 130 jaar en kende en kent intern verschillende theoretische stromingen.
Prevalentie: De mate waarin een stoornis of ziekte voorkomt.
Lifetimeprevalentie: men geeft aan hoe groot het deel van een groep mensen is dat ooit in hun leven
een bepaalde stoornis gehad heeft of op het moment van onderzoek nog steeds heeft.
Tegenwoordig maken jonge mensen meer kans om een depressieve periode te doorlopen dan
oudere mensen. Dit komt door de cultuur waarin we nu leven: individualiteit, zelfcontrole en
hedonisme (genieten van het leven) zijn belangrijk. Gevoelens van depressiviteit zouden zich sneller
ontwikkelen doordat mensen nu zelf verantwoordelijk worden gesteld voor hun successen en hun
falen.
Theorieën zijn te typeren als referentiekaders van waaruit psychologen te werk gaan.
Binnen de psychologie is er geen theoretische overeenstemming, dit heeft als gevolg: dat eenzelfde
verschijnsel vanuit meerdere theorieën verschillend beschreven en verklaard wordt.
Wetenschappelijke theorieën vervullen 3 functies: systematische of ordenende, verklaren en
voorspellen en heuristische.
Functie 1: systematische of ordenende: Alles wat je waarneemt, het moet duidelijk en
controleerbaar zijn en de eis die gesteld wordt is dat ze herhaalbaar zijn (wat in het ene onderzoek
aangetoond wordt moet ook in het andere onderzoek aangetoond worden).
Functie 2: Verklaren en voorspellen: resultaten kunnen verklaard worden door aan te geven dat ze
in specifieke omstandigheden bereikt worden.
Functie 3: Heuristische: Er kunnen nieuwe voorspellingen/ideeën opgedaan worden op grond van
het inzicht dat de theorie heeft opgeleverd.
Kenmerk van psychologische stromingen / theorieën
- Hebben een historische ontwikkeling: Er bestonden snel meerdere stromingen, deze bestonden uit
groepen wetenschappers met eigen, specifieke vraagstellingen en onderzoeksmethoden. Binnen
deze stromingen ontstond schoolvorming.
- Hebben een cultuurhistorische bepaaldheid: Het is altijd te verklaren waarom een bepaalde
stroming op een bepaald moment ontstond, namelijk het voldoen aan behoeften en waarden en
normen in die bepaalde periode.
- Reageren op elkaar: Als een bepaalde stroming een eigenschap van een ander verwaarloosd,
ontstaat er een nieuwe stroming waarin dat aspect juist bestudeerd wordt (bijv. het behaviorisme
wat de cognitieve eigenschappen van mensen verwaarloosd, hier ontstond een nieuwe stroming: de
cognitieve psychologie.
- Slingerbeweging: Er komen en er gaan ontwikkelingen.
- Gebruikmaken van elkaar: Elkaars standpunten / ontwikkelingen overnemen en naar eigen inzicht
aanpassen.
- Nadruk op effectiviteit: er wordt verlangd dat hulpverleningsmethoden effectief en werkzaam zijn:
evidence based.
Mensbeelden bij theoretische stromingen
Iedere psychologische stroming is te karakteriseren aan de hand van een mensbeeld. Hierin komt tot
uitdrukking hoe ‘de mens’ opgevat wordt.
, Een mensbeeld kent 2 aspecten:
1. Een beschrijving van de kenmerkende eigenschappen (het gaat hierbij vooral om het verschil
tussen mensen en dieren of tussen kinderen en volwassenen. Hier hoort ook bijv. de
individualistische verantwoordelijkheid in de westerse cultuur bij).
2. Een verwijzing hoe mensen behoren te zijn (hoe zij zich zouden moeten gedragen).
Mensbeelden in de psychologie
Psychologische theorieën, 3 niveaus van menselijk gedrag (correspondeert met een mensbeeld):
1. Persoonlijk niveau
2. Organistisch niveau ----------- ↑ Hoe hoger het niveau, hoe complexer het gedrag
3. Mechanistisch niveau
Het mechanistische mensbeeld: De afzonderlijke eigenschappen van de mens worden vooral gezien,
ook al zijn ze deel van een groter geheel. Dit mensbeeld heeft ertoe geleid data mensen en menselijk
gedrag vergeleken werden met machines en apparaten (bijv. horloge: drijfveer, stoommachine:
driften, telefooncentrale: input-output, computer: informatieverwerking).
Dit mensbeeld komt vooral terug in het behaviorisme!
Het organisatorische mensbeeld: Mensen worden opgevat als groeiende organismen, als één geheel.
Het organisme kent een interne dynamiek en een externe dynamiek (de onderdelen beïnvloeden
elkaar en zijn niet los van elkaar te zien en het organisme wordt beïnvloedt door de omgeving).
Dit mensbeeld komt vooral terug bij het gezinsinteractiesysteem en de omgevingspsychologie!
Het personalistische mensbeeld: Het unieke karakter van mensen binnen de levende natuur wordt
benadrukt. Mensen leiden niet alleen een biologisch, maar ook een cultureel leven. Een groot
verschil tussen de organistische visie hierbij is dat de culturele positie van mensen niet benadrukt
wordt in de organistische visie.
Dit mensbeeld benadrukt ook juist het verschil tussen mensen en dieren, in tegenstelling tot de 2
andere mensbeelden. Mensen gaan doelgericht te werk en kunnen verantwoordelijk gesteld worden
voor de keuzen die zij maken.
Dit mensbeeld komt vooral terug in het humanistisch denken en sommige vormen van de
psychoanalyse!
Methoden in de psychologie, 3 benaderingen:
1 De verklarende methode: De objectiviteit en controleerbaarheid van de kennisverwerving staan
centraal. Kennis moet verkregen worden door objectieve verbanden aan te tonen en door algemeen
geldende wetten te formuleren. Deze benadering wordt toegepast op observeerbaar gedrag.
2 De verstehende methode: Stelt de retorische vraag of de verklarende benadering ‘de hele mens’
omvat. Het antwoord is nee, de mens is principieel meer dan een optelsom van onderdeeltjes.
3 De hermeneutische methode: Methode die uitgaat van ‘theoriegeladen’ waarneming in de
hulpverlening. Dit wordt hermeneutisch genoemd. Het interpreteren staat centraal. Dit sluit aan op
het personalistische mensbeeld.
2 argumenten voor het standpunt: ‘’Een hulpverlener past de manier van kijken uit een bepaalde
stroming toe als hij met een bepaalde problematiek geconfronteerd wordt.’’
Argument 1 (pragmatisch): Elke stroming levert een bril waarmee men de werkelijkheid waarneemt
en interpreteert. Een andere bril levert een andere kijk op de werkelijkheid.
Argument 2 (voortkomend uit hersenonderzoek): Menselijke hersenen hebben 3 lagen. De eerste
laag is onder andere de hersenstam, hier worden de automatismen van ons gedrag geregeld
(instincten, reflexen, ademhalen enz). De tweede laag bestaat vooral uit het limbische systeem, dit
regelt onder meer de emoties. De derde laag is de nieuwe hersenschors, hier worden menselijke
mogelijkheden geregeld zoals taal, denken, persoonlijkheid en levensbeschouwingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 2203Carola. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.