100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H15 CLN: lymfoïd weefsel $3.78   Add to cart

Summary

Samenvatting H15 CLN: lymfoïd weefsel

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van al de te kennen leerstof over de histologie van het lymfoïd weefsel, als onderdeel van het vak CLN. De bijhorende examenvragen zijn ook nog eens apart samengevat in het document 'examenvragen CLN'.

Preview 2 out of 11  pages

  • No
  • Hoofdstuk 15: lymfoïd weefsel
  • August 26, 2021
  • 11
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Histologie hoofdstuk 15: lymfoïd weefsel
Inleiding
Barrière van oppervlakte-epitheel van de huid, maag-darmkanaal, luchtwegen, urogenitaal systeem moet intact zijn
Anders penetratie mogelijk  exp. vermeerdering ziektekiemen  immuunsysteem moet organisme beschermen

Immuunsysteem: niet-specifieke (aangeboren) en specifieke (verworven) component
- Niet-specifiek: granulocyten, monocyten/macrofagen, natural killer-cellen (1 e verdediging)
- Specifiek: lymfocyten (lymfoïde systeem) (immunocompetente cellen)
o Reageren op lichaamsvreemde stoffen met specifieke immunologische reactie
o Maken onderscheid tssn lichaamseigen en -vreemd. Kunnen -vreemd inactiveren en vernietigen.
o Eigen cel kan ook lichaamsvreemd worden door processen  niet-eigen beschouwd (virus/tumor)

Lymfoïde systeem: lymfe-organen, lymfocyten in bloed en lymfe
- Centrale lymfe-organen: thymus, beenmerg: antigeenonafh. proliferatie van stamcellen + differentiatie
o Differentiatie tot immunocompetente T- en B-lymfocyten
- Perifere lymfe-organen: contact met antigeen -> proliferatie en differentiatie van T- en B-lymfocyten
o Productie van specifieke effectorcellen
o Perifere lymfe-organen =
 Lymfeklieren ingeschakeld in lymfebanen , milt ingeschakeld in bloedbaan
 Lymfo-epitheliale organen: Gut Associated Lymphoid Tissue (GALT) met tonsillen, platen van
Peyer, appendix, brunchus associated lymphoid tissue (BALT).
 Samen: MALT: mucosa associated lymphoid tissue
o Basisstructuur:
 Ruimtelijk netwerk van mesenchymale reticulumcellen in dunne collageenvezels
 Bevolkt met T- en B-lymfocyten (met eigen voorkeurslocatie), monocyten en macrofagen
 Milt en lymfeklieren omgeven door BW kapsel met septa die in orgaan dringen, geven steun
 MALT bevat ongekapseld weefsel


Immuunreacties
Antigeen = lichaamsvreemde cel. Leidt tot een specifieke immuunreactie.
- Deel van antigeenmolecule verantwoordelijk voor reactie = antigene determinant/epitoop
- Antigenen die respons van immuunsysteem veroorzaken = immunogenen
o Kleine immunogenen: kunnen als haptenen aan dragermolecule hechten -> immuunreactie
Antigene determinanten = specifieke receptoren aan oppervlak van lymfocyten
- Aard van antigeen & type antigeen presenterende cel (APC): humorale (B) / cellulaire immuunrespons (C-cel)
- Doel = antigeen onschadelijk maken en elimineren
Granulocyten
- Herkenningsmechanisme: Toll-like receptoren (TLR) herkennen micro-organismen
- Kunnen HCl, defensinen, lysozymen, interferonen uitscheiden
- Kunnen ook door mobilisatie van complementfactoren bacteriën bestrijden

Na herkenning met receptoren die bij antigeen passen: lymfocyten geactiveerd. Cellen nemen toe in grootte,
grote heldere kern met duidelijke nucleolus, cytoplasma wordt basofiel, lymfocyten worden lymfoblasten.

Humoraal: B-lymfocyt  plasmablasten  delen via klonale expansie  differentiatie van onrijpe tot rijpe plasmacel
Cellulair: T-lymfocyten  T-lymfoblasten  delen en differentiëren tot T-effectorcellen.

Basofilie in blast door RNA in vorm van vrij of ER-ribosomen. Plasmablast: ribosomen op RER membranen
voor synthese van Ig’s. T-lymfoblast: vrije polysomen waaraan eiwitten gevormd worden voor de cel zelf

T-helpercellen dood door humaan immunodeficiëntievirus (HIV): retrovirus. Door deze eliminatie is goede afweer
niet mogelijk  gewone en ‘opportunistische’ infecties (bij gezonde personen zelden klinische symptomen)

, Humorale immuunrespons
B-lymfocyten hebben receptoren voor antigeenherkenning op opp: Ig moleculen die in celmembraan van B-lymfocyt
tot expressie komen. B-lymfocyten vormen 1 soort antilichaammolecuul (Ig) met 1 specifiteit  kan 1 antigene
determinant met complementaire ruimtelijke structuur herkennen (sleutel-slot).

- Alle B-lymfocyten van een individu bezitten specifieke configuraties
o Herkennen samen alle antigenen waar een individu mee in aanraking is gekomen
o Grote diversiteit (antilichaamrepertoire), bepaald door genen die antilichaammoleculen coderen
- In praktijk: 1 type antigene determinant past op meerdere epitopen maar verschil in affiniteit
- Proliferatie van B-cellen: als B-geheugencellen aan bloed afgegeven, na lange tijd snelle reactie met antigeen

1. Deel B-lymfocyten wordt geactiveerd (membraan-Ig dat reageert met antigeen)
2. Selectie B-cellen plasmablasten synthetiseren & secerneren Ig met zelfde specificiteit als van B-lymfocyt
3. Komen in lichaamsvloeistoffen, binden aan passend antigeen : antigeen-antilichaam – of immuuncomplexen
4. Verlies toxische werking en fagocytose en eliminatie van antigeen

Cellulaire immuunrespons
T-lymfocyt met spec. receptoren op opp. herkent antigeen  activering deel T-lymfocyten  sterke vermeerdering
betrokken T-lymfocyten. Opnieuw contact met dit antigeen  lymfokinen uitgescheiden  ontstane cytotoxische T-
cellen kunnen door cel-cel contact geïnfecteerde cellen vernietigen door cytolyse door granzymen en perforinen.

Cytotoxiciteit berust op inductie van apoptose of necrose in doelcel: celgemedieerd.

Cytokinen
- Regulatie immuunsysteem door groot aantal cytokinen = peptiden/glycoproteïnen met lage molecuulmassa
- Beïnvloeden humorale én cellulaire immuunrespons
- Cellen van zenuwstelsel en endocriene systeem hebben ook receptoren voor cytokinen
- Geproduceerd door lymfocyten, macrofagen, granulocyten, endotheelcellen, fibroblasten
- Chemokinen = cytokinen die migratie van leukocyt naar ontsteking reguleren

Immunoglobulinen (Ig)
4 polypeptideketens (2 aan 2 gelijk): 2 zware (H met S² bruggen), 2 lichte ketens (S² brug aan zware keten). Altijd een
variabel en constant deel. Specificiteit en bindingsplaats in variabel. 4 variabele delen aan zelfde einde van molecuul.

- D.m.v. papïne kan Ig-molecuul in 3 delen (2 gelijk): complete L-keten en stuk H-keten = variabele einden
- Binding aan antigeen berust op ruimtelijke structuur (sleutel-slot)
- Fab = antigen binding fragment. Altijd 2 Fab-fragmenten, en 1 Fc: bestaat uit delen H-ketens
o Fc (crystallizable fragment) = constante delen en kunnen geen antigeen binden
- Bij B-lymfocyten: oppervlakte moleculen door Fc in celmembraan ingebouwd
- Vrije Ig moleculen kunnen met Fc-deel binden op Fc-receptoren van macrofagen, granulocyten en mestcellen

1. IgM:
o In beginfase immuunreactie. Vormt 10% in plasma en komt voor in vorm van pentameer.
o Kan complement activeren = groep enzymen in bloedplasma, kunnen cellen (ook bacteriën) lyseren
2. IgG:
o Vormt 80% in plasma (gamma-globuline factor)
o Kan placenta passeren, foetale bloedsomloop bereiken en passieve immuniteit kind bewerkstelligen
3. IgA:
o 13% in plasma
o Belangrijk in speeksel en in secreten van slijmvliezen van darmkanaal, luchtwegen en urinewegen
o Komt ook voor in colostrum (eerste moedermelk) en in traanvocht
o Secretorisch IgA is dimeer: 2 IgA monomeren, verbonden door J-keten (polypeptidenketen)
 Complex wordt gekoppeld aan ander eiwit (secretiecomponent)
o sIgA speelt belangrijke rol bij verdediging tegen bacteriën via slijmvliezen
o Uitgescheiden door plasmacellen onder epithelia op slijmvliezen van darm-, lucht- en urinewegen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Bi0med. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.78
  • (0)
  Add to cart