Hoofdstuk 1: Hygiëne
Dierenwelzijn: het fysieke en gevoelsmatige welzijn van dieren (gemeten adhv indicatoren zoals
gedrag, fysiologie, levensduur en voortplanting).
Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekten en welzijn is meer dan de afwezigheid van
ongemak en stress.
Gezonde dieren zullen productiever zijn! Daarom is dierenwelzijn ook van economisch belang voor een
bedrijf.
Het optimaliseren van het dierenwelzijn is een mengeling van economische, wetenschappelijke,
ethische en praktische afwegingen.
Basisvoorwaarden van welzijn
- Geschikt en voldoende voedsel en drinkwater (voeding)
- Geschikte beschutting (huisvesting)
- Mogelijkheid om normaal gedrag te vertonen (ethologie)
- Fysieke behandeling met minimum aan pijn en ongemak (zoötechniek)
- Bescherming tegen letsels en ziekten (diergeneeskunde)
Dierhygiëne: het onderdeel van de diergeneeskunde dat ervoor zorgt dat de kwaliteit van de
omgeving waar het dier verblijft in goed staat is zodat de gezondheid van het dier gewaarborgd is.
Drie hoofdtaken van een dierenarts: inenten (preventie), diagnostiseren en behandelen.
Algemene concepten van ziekteverspreiding
Virussen, bacteriën, gisten,
schimmels en parasieten.
Micro-organismen kunnen we
onderscheiden in autotrofe en
heterotrofe organismen. Autotrofe
organismen kunnen hun essentiële
voedingsstoffen zelf aanmaken en
zijn onafhankelijk. De heterotrofe
hebben behoefte aan een gastheer
voor hun voedingsstoffen.
De heterotrofe micro-organismen
zijn nog eens te onderscheiden op
basis van hun interactie met hun
gastheer:
- Symbiont: gastheer en binnendringer hebben vaak voordeel aan het samenleven
- Saprofyt: deze organismen leven van dood of afstervend materiaal en zijn dus geen last tot
de gastheer
- Parasitair: dit zijn de pathogenen, zullen de gastheer aantasten, deze organismen
veroorzaken infecties of zelfs ziekten
Of een infectie kan leiden tot ziekte is afhankelijk van een aantal zaken:
- Virulentie van het pathogeen
- De pathogeniciteit
- De besmettelijkheid (overgaan naar andere gastheren)
- Hoe snel het zich kan vermeerderen
, - Infectiedruk: hoeveel van deze pathogenen komen voor in de omgeving
o Zeer sterk van belang bij de hygiëne: hier kunnen we namelijk op inwerken om ziekte te
voorkomen. We willen daarom een lage infectiedruk om preventie van ziekte te kunnen
doen.
Om te weten welke maatregelen op gebied van hygiëne je kunt nemen kijken we naar de
transmissiecirkel van infectieziekten. Het doel van het pathogeen is: overleven en vermeerderen.
We zien vrijwel altijd: kolonisatie van de gastheer (met eventueel symptomen), uitscheiding in de
omgeving (ziekteverspreiding), overleving in de omgeving (epidemiologie) en intrede in de nieuwe
gastheer voor het voortzetten en vermeerderen van het pathogeen.
Maatregelen:
- Intrede in nieuwe gastheer beperken d.m.v. afstand houden en mondmaskers
- Vaccinatie om kolonisatie te stoppen
- Desinfectie om de overleving in de omgeving tegen te gaan
Intrede
- Via ademhaling
- Via gastro-intestinaal
- Via de huid
- Via het reproductieve systeem
Er zijn ook pathogenen die meerdere routes kunnen gebruiken om binnen te treden.
Kolonisatie
De rode lijn is het voorkomen van
symptomen. Dit komt pas later van pas. De
tijd tussen het besmet raken en het
voorkomen van symptomen noemen we de
incubatietijd. Dit is ook pathogeen-
afhankelijk. Verschillend tussen uren en jaren.
De groene lijn is de excretie van pathogenen.
Dit begint voordat we symptomen kunnen
waarnemen. Er kunnen dus bij
asymptomatische individuen wel
besmettingsgevaren zijn voor andere individuen. Vaak is het zo dat als je symptomen stoppen, je ook
geen pathogenen meer zal uitscheiden. Echter bestaat er iets genaamd latente dragers of carriers.
Dit zijn individuen die niet meer symptomatisch zijn, maar toch nog pathogenen blijven uitscheiden
(salmonella).
Quarantaine is van belang om eventuele pathogeen-uitscheiding in te perken. Als je een open bedrijf
hebt, laat je nieuwe dieren eerst apart staan, om eventueel een ziekte buiten de rest van de groep te
houden. Pas als je zeker weet dat er geen ziekte aanwezig is, kan je de dieren bij elkaar zetten.
Er is een verschil tussen klinische en subklinische infecties.
Een deel van de populatie kan subklinisch geïnfecteerd zijn, zonder dat je dit doorhebt (klinische
infectie). Deze dieren hebben geen symptomen, maar wel de ziekte. Daarom is het slim om de gehele
populatie bijvoorbeeld te behandelen tegen een ziekte en niet alleen de klinisch geïnfecteerde
dieren. Het is dus ook slim om een hele groep in quarantaine te plaatsen op het moment dat slechts
enkele dieren symptomen vertonen.
, Verspreiding of transmissie
Dit kan op verschillende manieren.
Verticale overdracht wil zeggen van
moeder op jong. Dit is altijd
rechtstreeks.
Horizontaal is nog onder te verdelen in
onrechtstreeks en rechtstreeks
contact. Onrechtstreeks is via hoesten,
via faeces of urine, via materialen of
voeder of stof of drinken, via vector of tussengastheer. Bij onrechtstreekse transmissie is het
belangrijk dat er een overleving van het pathogeen nodig is in de omgeving of de tussengastheer.
Rechtstreeks is bijvoorbeeld als dieren in dezelfde stal staan via ook bijvoorbeeld hoesten of direct
contact met elkaar. Hierbij is er geen overleving van het pathogeen nodig in de omgeving.
Weerstand aan de omgeving
Biologische factoren: sporen, oöcysten, prionen
- Sommige pathogenen kunnen sporen vormen (tetanus)
Zoönotische factoren: overbezetting, acclimatisatie. Niches met een bepaald microklimaat
- Veel dieren op een hoop kan betekenen dat pathogenen makkelijker kunnen overleven
- Lucht en temperatuur (acclimatisatie)
- Microklimaat: bijvoorbeeld een mestput
Algemene routes van ziekteverspreiding
Aërosols en druppels. Een aërosol is kleiner dan een druppel. Groter dan 5 micrometer
noemen we een druppel. Kleiner is een aërosol. Aërosolen kunnen veel verder komen dan
druppels en op die manier veel beter pathogenen verspreiden in de omgeving.
Nog wat vormen van verspreiding:
- Direct contact
- Feco-oraal
- Geïnfecteerd materiaal
- Vectoren (bv een mug)
- Water
- Seksueel (direct of via inseminatie)
- Verticaal
- Iatrogeen (geïnduceerd door de dierenarts, zou kunnen dmv besmet materiaal)
Belang van het pathogeen – omgeving – gastheer bij ziekteverspreiding
Op niveau van het pathogeen, de gastheer en
de omgeving kan men ingrijpen om controle
over infectie te krijgen. Gastheer zou je kunnen
vaccineren, de omgeving kan je ongunstig
maken voor het pathogeen.
De gastheer
Een van de belangrijkste factoren van de
gastheer is de leeftijd van de gastheer.
Neonaten zijn veel gevoeliger voor infecties dan
volwassen dieren. Voor de geboorte spreken we
van immuno-tolerantie. Als het jong nog in de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller koetjesUA. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.