100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 2.3 Afstemming binnen opvoeding en onderwijs (bachelor pedagogische wetenschappen) $7.50   Add to cart

Summary

Samenvatting 2.3 Afstemming binnen opvoeding en onderwijs (bachelor pedagogische wetenschappen)

1 review
 153 views  25 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de literatuur die hoort bij de problemen van het vak Afstemming binnen opvoeding en onderwijs zoals gegeven in het studiejaar 2020/2021. Met de samenvatting heb ik een 8.7 gehaald voor het tentamen. Succes met studeren!

Preview 4 out of 133  pages

  • August 31, 2021
  • 133
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: isawitvliet • 2 year ago

avatar-seller
Afstemming binnen Opvoeding en Onderwijs

Probleem 1: De ecologische ontwikkeling
Vignet A. Bronfenbrenner
LEERDOEL 1: WAT IS HET ECOLOGISCH MODEL VAN BRONFENBRENNER?
LEERDOEL 2: WELKE FACTOREN SPELEN VOLGENS BRONFENBRENNER EEN ROL IN DE
ONTWIKKELING VAN KINDEREN?
BRONFENBRENNER (1979): DE ECOLOGIE VAN DE MENSELIJKE ONTWIKKELING
DE ECOLOGIE VAN DE MENSELIJKE ONTWIKKELING
De ecologie van de menselijke ontwikkeling omvat de wetenschappelijke studie naar het samenspel
tussen een actief, opgroeiend individu en de veranderende omgeving waarin de persoon leeft. De
omgeving omvat de onmiddellijke settings waarin de ontwikkelende persoon leeft, de relaties
binnen de settings en bredere context waarin de settings worden bepaald. Drie belangrijke
kenmerken van de definitie:
1. De ontwikkelende mens is geen tabula rasa die wordt gevormd door de omgeving. De
mens heeft zelf een dynamische invloed op de omgeving en kan de omgeving
herstructureren.
2. De interactie tussen de persoon en de omgeving is bidirectioneel (wederzijds). De interactie
wordt gekarakteriseerd door reciprocity.
3. De omgeving is noodzakelijk voor ontwikkeling en niet beperkt tot één onmiddellijke setting.
Verbindingen tussen meerdere settingen en de externe invloeden van de grotere omgeving
spelen een belangrijke rol.

De ecologische omgeving bestaat uit een topografische nested arrangement van systemen die
verboden zijn met elkaar. Er zijn vier systemen te onderscheiden:
1. Microsysteem: het patroon van activiteiten, rollen en interpersoonlijke relaties die worden
ervaren door een ontwikkelend persoon in een setting met fysieke en materiële kenmerken.
- Setting: een omgeving waarin een persoon face-to-face interactie kan hebben met
anderen (thuis, kinderopvang, school en de speeltuin).
- De factoren van activiteit, rollen en interpersoonlijke relaties omvatten de
bouwstenen van het microsysteem.
- Ervaren: wordt gebruikt om aan te geven dat de omgeving niet alleen objectieve
eigenschappen bevat maar ook de manier waarop de objectieve eigenschappen
worden ervaren door de personen in de omgeving (subjectief). De aspecten van de
omgeving die de grootste invloed hebben op psychologische groei zijn de kenmerken
van de omgeving die betekenis voor een persoon hebben.
- Rollen: een geheel aan gedragingen en verwachtingen die geassocieerd zijn met de
positie binnen de samenleving, zoals gedragingen en verwachtingen bij moeders,
baby’s, leraren en vrienden.

, - Proximale processen: interactie tussen het kind en individuen in het microsysteem
(interactie tussen kind en ouders, vriendjes of leraren). Proximale processen vormen
de motoren van leren en beïnvloeden de ontwikkeling.
2. Mesosysteem: de interrelaties tussen twee of meer settings waarbinnen de ontwikkelende
persoon actief participeert. Het gaat om interacties tussen personen en settings binnen het
microsysteem. Voorbeelden: interactie tussen de ouders en leerkracht.
- De kwaliteit en kwantiteit van deze systemen zijn belangrijk voor de ontwikkeling
van het kind
- Het mesosysteem kan uitbreiden en is flexibel (er kunnen settingen bij komen en
verdwijnen)
3. Exosysteem: settingen waarbinnen de ontwikkelde persoon niet actief participeert, maar
die wel invloed hebben op de ontwikkelende persoon (werk van de ouders, de klas van een
broer of zus, het vriendennetwerk van de ouders).
4. Macrosysteem: consistenties, die lagere systemen (micro-, meso en exo-) beïnvloeden, die
bestaan op het niveau van de (sub)cultuur als een geheel, samen met elk geloofssysteem of
ideologie onderliggend aan deze consistenties. Voorbeelden: land, oorlog, corona, cultuur,
regels en wetten, politiek, sociaal economische condities.




ECOLOGISCHE TRANSITIES
Ecologische transitie: een ecologische transitie vindt plaats wanneer de positie van een persoon in
een ecologische omgeving veranderd als het gevolg van veranderingen in rollen of settingen.
Ecologische transities vinden het gehele leven plaats. Een ecologische transitie is een gevolg en de
aanzet van ontwikkelingsprocessen. Ecologische transities zijn functies van biologische
veranderingen en veranderende omstandigheden in de omgeving: het is een representatie van de
wederzijdse aanpassing tussen de persoon en de omgeving (de ecologie van de menselijke
ontwikkeling). Ecologische transities kunnen plaatsvinden op de vier ecologische systemen.

Voorbeeld van een transitie door de levensloop: van een moeder die een baby krijgt → moeder en
baby komen thuis van het ziekenhuis → opvang regelen → kind naar de kinderopvang → boertje of
zusje wordt geboren → kind gaat naar school → kind behaalt diploma → kind gaat werken (verliest

,baan, wisselt van baan) → kind gaat trouwen → kind krijgt zelf kinderen → kind gaat samenwonen
→ scheiden → hertrouwen → ziekte etc. tot aan de dood.

MENSELIJKE ONTWIKKELING
Ontwikkeling is altijd embedded en uitgedrukt door gedrag in een bepaalde omgevingscontext. De
menselijke ontwikkeling is het proces waarbinnen een ontwikkelend individu een meer uitgebreide
en valide begrip krijgt van de ecologische omgeving, en wordt gemotiveerd en in staat wordt
gesteld om aan activiteiten deel te nemen die de kenmerken van de omgeving onthullen of
herstructureren op levels van gelijke of grotere complexiteiten in vorm en inhoud. In andere
woorden: een individu krijgt meer begrip van de omgeving en gaat de uitdaging aan om zich in die
omgeving te ontwikkelen door activiteiten aan te gaan die zorgen voor meer complexiteit. Een
voorbeeld is van de peuterschool naar de basisschool.
Drie kenmerken van de definitie:
1. Ontwikkeling heeft betrekking op veranderingen in kenmerken van een persoon die niet
kortdurend of situatie-specifiek zijn. Het heeft betrekking op reorganisatie met enige
continuïteit over tijd en plaats.
2. Veranderingen in de ontwikkeling bevinden zich op twee domeinen: actie en perceptie.
3. Vanuit een theoretisch gezichtspunt heeft elk van deze domeinen (perceptie en actie) een
overeenkomst met de vier structuren (micro/meso/exo/macro) van de ecologische
ontwikkeling. Alle vier de systemen houden verband met elkaar.

BRONFENBRENNER & MORRIS (2006): HET BIOECOLOGISCHE MODEL VAN MENSELIJKE
ONTWIKKELING
BIOECOLOGISCH MODEL
Het model omvat vier hoofdcomponenten die verbonden zijn via dynamische interactieve relaties:
- Proces: de vormen van interactie tussen een organisme en de omgeving, genaamd
proximale processen. Proximale processen zijn de primaire mechanismen van de menselijke
ontwikkeling. De kracht van de proximale processen is veranderlijk en afhankelijk van de
kenmerken van de ontwikkelende persoon, de directe context en de tijd waarin de
proximale processen plaatsvinden.
- Persoon: de biologische eigenschappen van een persoon. Persoonskenmerken kunnen de
richting en kracht van proximale processen tijdens de levensloop beïnvloeden. Er zijn drie
persoonskenmerken die het meest invloedrijk zijn voor het vormgeven van de ontwikkeling:
- Disposities: aangeboren kenmerken die proximale processen in gang zetten binnen
een specifiek ontwikkelingsdomein en kunnen hun werking continu behouden.
Disposities hebben een directe invloed proximale processen. Voorbeeld
verlegenheid: gaat een kind sociale interacties aan?
- Developmental generative kenmerken: nieuwsgierigheid, responsiviteit,
neiging om betrokken te zijn in activiteiten met anderen.
- Developmental disruptive kenmerken: kenmerken als impulsiviteit,
explosiviteit, agressie, onvermogen emoties te controleren of kenmerken als
onresponsiviteit, onzekerheden en verlegenheid.

, - Bronnen: bronnen van vermogens, ervaring, kennis en vaardigheden zijn vereist voor
het effectief functioneren van proximale processen binnen fasen van de
ontwikkeling. Bronnen maken het mogelijk voor een persoon om effectief deel te
nemen aan proximale processen. Bronnen hebben een indirecte invloed op
proximale processen. Twee categorieën:
- Condities die de functionele integriteit van het organisme beperken of
verstoren: genetische defecten, laag geboortegewicht, handicap, ziekte of
schade aan hersenfuncties.
- Condities van ontwikkelingsactiva: bekwaamheid, kennis, vaardigheid,
ervaring.
- Demand: eigenschappen die reacties vanuit de sociale omgeving uitlokken of
tegenhouden, en die reacties kunnen de proximale processen versterken of
hinderen. Welke kenmerken van kinderen zorgen voor reacties bij de ouders?
Motivatie, persistence en temperament. Blije of huilbaby: er is sociale interactie,
gaat over de manier waarop de ouder reageert.
- Context: de context speelt een belangrijke rol binnen nested systemen van het
microsysteem tot het macrosysteem. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kenmerken van
de context die de ontwikkeling van proximale processen verstoren of bevorderen. Een
belangrijk aspect is de chaos en instabiliteit in contexten waarbinnen menselijke
competenties en karakteristieken het meest worden gevormd, zoals in de kinderopvang,
school, familie en buurt.
- Tijd: de mate van stabiliteit, consistentie en voorspelbaarheid in de loop van de tijd in elk
element van de systemen is van cruciaal belang voor de werking van het systeem.
- Microtijd: continuïteit tegenover discontinuïteit in aanhoudende episodes van één
proximale proces.
- Mesotijd: de periodiciteit van deze episodes over een breder tijdsinterval (dagen en
weken). Het gaat om de tijd tussen proximale processen.
- Macrotijd: de veranderende verwachtingen en gebeurtenissen in de grotere
samenleving, binnen en over generaties, als ze worden beïnvloed door processen en
uitkomsten van de menselijke ontwikkeling over het levensverloop. De gehele
samenleving wordt beïnvloedt (terrorisme, revolutie, oorlog). Historische events
(verwachtingen en gebeurtenissen in de samenleving en generaties) en life events
(gebeurtenissen in het persoonlijke leven zoals een scheiding).
- Historische tijd en plaats: de levensloop van individuen is ingebed in en
gevormd door de historische tijden en gebeurtenissen die ze tijdens het leven
meemaken. Veranderende verwachtingen en gebeurtenissen in de
samenleving in en tussen generaties
- Timing in live: de ontwikkelingsimpact van levenstransities of gebeurtenissen
is afhankelijk van wanneer ze zich voordoen.
- Linked lives: levens worden onafhankelijk geleerd en sociale en historische
invloeden worden uitgedrukt door netwerken van gedeelde relaties.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialewetenschappeneur. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.50  25x  sold
  • (1)
  Add to cart