Melkgebit = dentitio decidua breekt door tussen 6e en 30e maand en wordt vanaf 6 jaar
vervangen.
Blijvend gebit = dentitio permanens vanaf 6 jarige leeftijd en is er op 12 jarige leeftijd vaak
helemaal. Soms later nog kiezen of verstandskiezen. Soms zijn er gebitselementen niet aangelegd --?
Agnesie (agnesieën).
Het gebit heeft 2 gebitsbogen, de bovenboog is groter. De onderkaak is de beweeglijke kant t.o.v het
schedel voor het fijnmalen van voedsel en spreken.
Melkgebit kwadrant= 2-1-2 ( geen premolaren)
Blijvend kwadrant = 2-1-2-3
Functies soorten gebitselementen
- Incisieven: snijrand voor afbijten. De snijranden van de boven en onderkaak bewegen vaak
als een schaar langs elkaar.
- Cuspidaten: lange, sterke elementen met scherpe punt voor het doorbijten, vastpakken en
afscheuren van taai/hard voedsel. Bij volwassenen is de scherpe punt vaak afgesleten
attritie. (afslijten van gebitselementen door mechanise krachten). Ook bestaat er erosie
(afslijten door chemische invloeden).
- (pre)molaren: hebben een kauwvlak voor het fijnmalen van voedsel.
Bij het benoemen wordt vaak latijn gebruikt:
Boven = superior (s) Rechtsboven =sd
Onder = inferior (i) Linksboven = ss
Rechts = dexter (d) Rechtsonder = id
Links = sinister (s) Linksonder= is
Aantal latijnse woorden:
Anterior = aan de voorzijde
Cariës = tandbederf
Dens = tand (meervoud: dentes)
Dentitio = het doorbreken van tanden en kiezen / of het gebit
Dentitio difficilis = bemoeilijkte tanddoorbraak
Gingiva = tandvlees
Parodontium = het steunapparaat
Posterior = aan de achterzijde
Vascularisatie = bloedvoorziening
Coderen van gebitselementen kan via schema’s:
Afkorting van de Latijnse benaming: Een hoofdletter voor het element van het blijvende gebit
en kleine letters voor boven/onder en links/rechts.
Voorbeelden: I1 sd = centrale (= eerste) incisief rechts boven.
C ss = cuspidaat links boven.
P2 id = tweede premolaar rechts onder.
M1 is = eerste molaar links onder.
, Systeem van Haderup:
Bij een blijvend gebit:
Bij een melkgebit:
Dus: +3 = C ss 4+ = P1 sd 5- = P2 id -6 = M1is
Dus: + III = css IV + = m1 sd V - = m2 id - I = i1 is
3.Het ‘two digit’ systeem
1 2 Er wordt dus met 2 cijfers per benoeming gewerkt en deze moet je allebei los uitspreken. Bij
4 3 een melkgebit is dit met 5678.
En
En als laatste :
Bij melkelementen is dit met
romeinse cijfers
Een gebitselement is te verdelen in:
De kroon (corona): het gedeelte dat met glazuur is bedekt
De wortel (radix) : het gedeelte dat met cement is bedekt of bedekt is geweest, bij
verwijderen van tandsteen wordt er vaak ook cement weggehaald om dat dit niet te
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margotdebruijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.24. You're not tied to anything after your purchase.