100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid | Aantekeningen $3.81   Add to cart

Class notes

Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid | Aantekeningen

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn de aantekeningen van de hoorcolleges van 'Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid' aan de Universiteit in Tilburg.

Preview 4 out of 40  pages

  • September 7, 2021
  • 40
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Elien de caluwe
  • All classes
avatar-seller
Criminaliteit, cognitie en persoonlijkheid
McMurran, M., & Howard, R. (Eds.) (2009). Personality, personality disorder and
violence. Chichester, UK: Wiley-Blackwell.

Lecture 1:
Heterogeniteit in criminaliteit (naïef VS professioneel) en in misdaden (triviaal VS
heel ernstig)
- Geweldsdelicten:
o verwonden slachtoffers (fysiek + psychologisch)
o verspreiden angst in gemeenschappen
o heterogeniteit (weinig geweld VS met voorbedachten rade)

Een bepaalde groep die (gewelddadige) misdrijven pleegt: vooral mensen met
psychische stoornissen (geestelijk gestoorde dader; bv persoonlijkheidsstoornis)
Interpersoonlijk geweld is een groot maatschappelijk probleem:
- Geweld: gedragingen die bedoeld zijn om schade toe te brengen aan een
levend wezen dat gemotiveerd is om schade te voorkomen (geen handelingen
die onopzettelijk, consensueel, uiteindelijk voordelig zijn)  geweld = agressie
+ fysiek geweld
- Agressie: minder fysiek schadelijk (bedreigingen, negeren), maar erg
psychologisch schadelijk
- Brengt schade toe aan individuen, families en gemeenschappen  meerdere
factoren verklaren geweld, focus ligt hier op individu
Individuele verschillen in aanleg tot geweld:
- Individuele verschillen (persoonlijkheidskenmerken)
- Persoonlijkheidsprocessen (cognitief, morele ontkoppeling, hostile attribution
bias, emotionele disregulatie)
- Persoonlijkheidsstoornissen (van categorisch naar dimensioneel perspectief
(persoonlijkheidsproblemen))
Persoonlijkheidsstoornissen en geweld:
- Persoonlijkheidsstoornis ben je (ernstige, aanhoudende en starre patronen
van gedrag en innerlijke beleving die starten in de adolescentie of vroege
volwassenheid, die ernstig afwijken van culturele verwachtingen, en
uitmonden in blijvende stress en beperkingen in interpersoonlijke relaties en in
het professioneel leven en door de patiënt als egosyntoon ervaren worden)
VS Klinische stoornis heb je (angst, depressie)
o DSM-IV: categoriaal met cut-off; comorbiditeit, kwalitatief verschil,
prototypisch, heterogeniteit (normaal VS abnormaal)
o DSM-IV-TR: dimensioneel; extreme variant van algemene
persoonlijkheidstrekken, associaties tussen Big Five en
persoonlijkheidspathologie; kwantitatief

, o DSM-V: dimensioneel; matige of ernstige beperkingen in
persoonlijkheidsfunctioneren (zelf & interpersoonlijk), een of meerdere
pathologische persoonlijkheids-trekken
Persoonlijkheidsstoornis Clusters:
- Cluster A (odd or eccentric; gestoorde interpersoonlijke beleving):
o Paranoïde (distrust, suspiciousness)
o Schizoïde (socially and emotionally detached)
o Schizotypisch (social and interpersonal deficits; cognitive or perceptual
distortions)
- Cluster B (theatraal-emotioneel; ‘ik’ centraal beleefd):
o Antisociaal (violation of the rights of others; psychopathie)
o Borderline (instability of relationships, self-image and mood)
o Histrionisch (excessive emotionality and attention seeking)
o Narcistisch (grandiose, lack of empathy, need for admiration)
- Cluster C (anxious or fearful; klemtoon op negatieve emotionaliteit):
o Vermijdend (socially inhibited, feelings of inadequacy, hypersensitivity)
o Afhankelijk (clinging, submissive)
o Obsessief-compulsief (perfectionist, inflexible)

Persoonlijkheidskenmerken (4.4%):
- Impulsiviteit bij kinderen: risicofactor antisociaal gedrag & agressie
- Inhibitie bij kinderen: beschermende factor antisociaal gedrag & agressie
- Interacties van biologische, psychologische, sociale en contextuele variabelen
die de neiging van een persoon tot geweld beïnvloeden (over de gehele
levensduur)
- Mechanismen waarbij basiskenmerken de ontwikkeling van het risico op
geweld verhogen: emotieregulatie, perceptie, reacties op sociale signalen
- Mate van keuze in het gebruik van geweld: voor sommigen is geweld hun
gekozen manier van werken; geen moreel conflict of verlies van controle of
stress (mogelijk persoonlijkheidsstoornis)
 4 fundamentele persoonlijkheidsdimensies (klinische risicofactoren geweld):
impulscontrole, emotieregulatie, narcisme, paranoïde cognitieve
persoonlijkheidsstijl
Straf of behandeling
- Straf geeft een signaal aan de samenleving wat wel en niet aanvaardbaar is
- Straf om criminaliteit te voorkomen en verminderen (echter, over het
algemeen leidt straf niet tot een vermindering van criminaliteit  recidive 55-
60%)  Behandeling werkt beter dan straf: CBT is effectief en vermindert
recidive met 30-40% bij volwassenen en 60% bij jonge overtreders
Moet antisociaal gedrag/geweld gerechtvaardigd worden als iemand een
psychologische verklaring of psychiatrische diagnose heeft (aangetast: rationele
beslissingen, controle over gedrag, bewustzijn van schade)

, - Onwaarschijnlijk om gestraft te worden: geesteszieken, leerstoornissen,
verstandelijke beperkingen, dementie (PS-delinquenten hebben grotere kans
op recidive)
- Mensen met persoonlijkheidsproblemen worden als verantwoordelijk voor
eigen gedrag gezien (zij kennen de gevolgen van hun gedrag, maar kunnen
dit niet controleren)  antisociale PS kan leren van straf, psychopaat niet
- Indien verantwoordelijk  proportionele straf + effect op persoon? 
gedragsverandering direct + onvermijdelijk (als iemand de straf in relatie tot de
daad kan begrijpen + als straf kan leiden tot een verandering in houding of
gedrag  dan straffen)
- Behandeling  gedragsverandering (strafrecht + forensische geestelijke
gezondheidszorg). Echter, niet alle overtreders met PS zijn behandelbaar
Identificeren van behandeldoelen
Intermitterende explosieve stoornis of PS:
- Disproportionele agressie, niet in verhouding tot de mate van provocatie
- Geweld gedreven door emoties (woede), onvermogen om gedrag te
controleren (emotionele dysregulatie) = reactieve agressie
 Behandeling is een optie: minder boosheid en meer zelfbeheersing
Psychopathie:
- Geweld gedreven door mogelijke voordelen: controle over personen of
materiële voordelen = instrumentele agressie
- Verdienen zij het dan wel om behandeling te krijgen? Of dienen zij eerder
gestraft te worden (hebben emotionele en cognitieve tekorten die tot geweld
leiden (afwezigheid van angst en empathie))
Behandeldoel = geweld verminderen:
- Eerst begrijpen hoe mensen gewelddadig worden:
levensloopontwikkelingsmodel (hoog risico op geweld bij geboorte +
ervaringen gedurende het hele leven)
Antisociale PS: ontwikkelingstrajecten (risicofactoren)
- Vroege impulsiviteit (problemen in executieve functies, kan duiden op een
stoornis bij plannen, doelgericht gedrag, aandacht, abstract redeneren en
gedragsinhibitie)  kind gedragsproblemen  volwassen antisociale PS
- Lage MAOA activiteit + mishandeling bij jongens  3x grotere kans op
gedragsstoornis & 10x grotere kans om veroordeeld te worden voor
gewelddadig delict
- Conflict- en antisociaal gedrag in gezinnen
- Schoolverzuim
- Delinquente leeftijdsgenoten
- Lage SES en buurt met hoog criminaliteitsgehalte
 Risicofactoren (behandel- of preventiedoelen): gezinsondersteuning, opleiding
van ouders, schoolinclusieprogramma, meer probleemoplossingen,
emotionele controle + veranderen antisociale houding

, Psychopathie: ontwikkelingstrajecten (risicofactoren)
- Agressie in kindertijd: meestal reactief, soms instrumenteel (iets verkrijgen)
- Koele & niet-emotionele trekken bij kinderen: ernstige agressie en
aanhoudende gedragsproblemen (hoge erfelijkheid)
- Neurobiologische risicofactoren
- Sociale en omgevingsrisicofactoren (hechting, opvoeding)
 Behandeldoelen mogen niet verschillen van antisociale PS
Behandeling
Overtreders met PS:
- Aard en mate van disfunctioneren  straf, behandeling of beide
- Werkelijkheid: beschikbare behandelingen & diensten zijn er niet veel
- Ontwikkeling voor specialistische, op de gemeenschap gebaseerde
behandelingsdiensten
- CBT & psychodynamische therapie (goede effecten): beperkt onderzoek +
voornamelijk Borderline  verder onderzoek nodig naar effectiviteit van
behandeling voor antisociale PS en psychopathie
Overtreders zonder persoonlijkheidsproblemen:
- Gevangenis- en reclasseringsdiensten behandelen wel degelijk daders met
PS (maar niet als zodanig gediagnosticeerd)
- Gevangenen: mannen (65% heeft PS, waarvan 47% antisociale PS)
- Behandeling vermindert recidive  RNR principes
- Behandeling werkt voor daders in gevangenis & reclassering  zijn er dan
nog wel extra behandelingscomponenten nodig voor overtreders met PS?
Kunnen zij dan ook gewoon in een gevangenis i.p.v. in de geestelijke
gezondheidszorg?
Lecture 2 – Voorspellers en verklaringen:
Programma voor Gevaarlijke en Ernstige Persoonlijkheidsstoornissen (DSPD):
- Erkend behandelbaarheid
- Introduceert wetenschappelijke basis voor rechterlijke beslissingen
- Criteria voor verplichte behandeling DSPD:
o Ernstige PS (hoge psychopathie, psychopathie & andere PS, twee of
meer PS)
o Risico op geweld binnen 5 jaar (gebaseerd op risicotaxatie)
o Functioneel verband tussen ernstige PS en risico op geweld
(covariatie/causale link (het ene gaat vooraf aan het andere, uitsluiting
van alternatieve verklaringen, logische link))
Persoonlijkheidsstoornis en geweld:
- Epidemiologisch onderzoek: Aanwezigheid PS is gerelateerd aan de toename
van risico op geweld, gedeeltelijk toe te schrijven aan comorbide condities
(middelengebruik) of comorbide PS

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravonk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.81
  • (0)
  Add to cart