Biologie samenvatting Zenuwstelsel 14.2-14.5 (Nectar 3e editie) 5 vwo
2 views 0 purchase
Course
Biologie
Level
VWO / Gymnasium
Book
Nectar 3e editie
Samenvatting van het hoofdstuk zenuwstelsel van de paragrafen 2 tot en met 5. Inhoud: cellen in het zenuwstelsel, impulsgeleiding, impulsoverdracht tussen neuronen, autonoom zenuwstelsel
--------14.2 Cellen in het zenuwstelsel-------------------------------------------------------
Neuronen = 10% van zenuwstelsel, 90% is gliacellen (Hebben belangrijke ondersteunende
taken: voeden + steunen neuronen, bieden bescherming, ruimen beschadigde cellen op en
verwijderen stoffen die rol spelen bij doorgeven impulsen.). Cellen van Schwann (ook
gliacellen) maken myelineschede om axon. Taak neuron => informatieoverdracht in
zenuwstelsel.
Neuron:
- cellichaam; met celkern en aantal uitlopers. 2 typen uitlopers: axon en dendrieten.
Aanvoerende uitlopers met impulsen van anderen neuronen/zintuigcellen = dendrieten.
Afvoerende uitloper, aan het einde vertakt, is een axon. Elke aftakking eindigt in een synaps
= plaats waar neuron info doorschakelt naar ander neuron via een neurotransmitter
(speciale stof).
Drie typen neuronen:
o Sensorische neuronen;
- ontvangen impulsen van zintuigen, vervoeren naar CZS. (liggen vaak bijeen
vlak voor het ruggenmerg in spinale ganglia of in hersenen)
- Kunnen lange dendrieten (met myelineschede) hebben; teen tot spinale
ganglia, en een korte axon (met myelineschede) van spinale ganglion naar
ruggenmerg.
o Schakelneuronen;
- hebben geen myelineschede.
- Schakelen impulsen van sensorische neuronen en andere neuronen uit het
CZS door.
o Motorische neuronen;
- voeren impulsen van het CZS naar spieren of klieren.
- Korte, sterk vertakte dendrieten en mogelijk hele lange axonen (met
myelineschede)
Een sensorische zenuw bevat uitsluitend uitlopers (dendrieten (aanvoerend)) van
sensorische neuronen. Motorische zenuwen hebben uitsluitend uitlopers (axonen
(afvoerend)) van motorische zenuwcellen. De meeste zenuwen zijn gemengde zenuwen
( aan- en afvoerende uitlopers).
Er zijn vijf typen gliacellen:
- Astrocyten;
Stervormig, lange sterk vertakte uitlopers
Regelen uitwisselen stoffen tussen neuronen/bloed, bloedvaten verwijden bij
actieve neuronen
Steun leveren aan neuronen
Rol bij herstel neuronen na beschadiging
- Oligodendrocyten
Klein, komen verspreid in CZS voor
Vormen myelineschede (zorgt voor isolatie, snellere geleiding van impulsen
mogelijk) op uitlopers van neuronen in de hersenen en ruggenmerg.
Ontbreken hiervan aanleiding voor MS ziekteverschijnselen
, - Microgliacellen
Veranderen bij weefselbeschadiging in fagocyten
Beschermen de neuronen tegen ziekteverwekkers
- Ependymcellen
Endotheelcellen (dekweefselcellen), bekleden hersenkamers en centrale
kanaal van ruggenmerg
Produceren hersenvocht en ruggenmergvocht, m.b.v. trilharen rondstromen
- Cellen van Schwann
Rol bij herstellen van beschadigde neuronen
In perifeer zenuwstelsel: vergelijkbare rol als oligodendrocyten in het CZS:
vormen myelineschede om lange uitlopers van neuronen
Het celmembraan van een neuron bestaan uit een dubbellaag van fosfolipiden met eiwitten
en cholesterol. De concentraties ionen verschillen aan de binnen- en buitenzijde
elektrochemisch potentiaalverschil van -70 mV = membraanpotentiaal = rustpotentiaal.
(Binas tabel 88F)
In rust is de concentratie K+-ionen binnen een neuron hoger dan daarbuiten, voor Na+-ionen
is de concentratie buiten het neuron hoger. K+-ionen willen hierdoor naar buiten en Na+-ionen
willen naar binnen. Dit kan niet doordat Na+-poorten in het membraan zijn gesloten. Wel
enige lekkage, maar dit wordt opgelost door de natrium-kaliumpomp. pompt actief Na+-
ionen de cel uit en K+-ionen de cel in handhaven rustpotentiaal. (Binas tabel 88D en E)
Neuronen hebben verschillende typen ionenpoorten (laten ionen passeren), gaan elk door
een ander mechanisme open. Vaak door neurotransmitter of door een verandering in de
membraanpotentiaal in directe omgeving.
Een Na+-poort gaat open natriumionen stromen neuron in membraanpotentiaal
omhoog.
Dit kan zorgen voor het openen van de naastgelegen natriumpoorten
cascade-effect
veel natriumpoorten open
hogere membraanpotentiaal op een klein stukje membraan
optreden volledige depolarisatie (vanaf membraanpotentiaal van -50 mV =
prikkeldrempel) : buitenzijde van het neuron is negatief geladen t.o.v.
binnenzijde. Als de prikkeldrempel wordt bereikt stijgt het potentiaal tot +30
mV.
Na -poorten sluiten, de K+-poorten openen
+
K+ diffundeert naar buiten
Membraanpotentiaal daalt weer: repolariseren.
De K+-poorten sluiten te traag repolarisatie te lang hyperpolarisatie =
potentiaal daalt iets onder rustpotentiaal.
De natrium-kaliumpomp herstelt de ionenconcentraties weer.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nathalie52. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.